Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Tokio Hotel » How Much Can This Boy Take? [BillKaulitz] » Hoofdstuk 26

How Much Can This Boy Take? [BillKaulitz]

21 april 2011 - 1:35

1130

1

192



Hoofdstuk 26

Lalala,ik heb zin om een comentaar te geven xD Het is 1:38 beste lezers en ik ben nog klaarwaker! Ik heb hier een paar blikjes energy drank en een zakje Skittles bij me,dus hoofdstukken gegarandeerd^^ Na dit hoofdstuk ga ik aan de andere story schrijven :P Doeidoei lezertjes xD

Een spreekwoord zegt ons dat we,als we het niet meer zien zitten,dat we dan aan een mooie herinnering moeten denken. Ik vind het een mooi en hoopgevend spreekwoord,maar het heeft een haak. Wat als je geen mooie herinnering hebt? Elke keer als ik aan een mooi moment met Thomas denk,dan denk ik altijd direct aan geweld en onpuurheid. Mensen zeggen wel eens dat een mooie herinnering een slechte kan overschrijven,maar kan het ook andersom? Elk vrolijk moment dat ik me herinner,is in een schaduw van onzekerheid en geweldadigheid. Ik doe echt moeite,ik wil echt iets mooi hebben om aan te denken tijdens slechte tijden,maar ik kan echt niets vinden. Overal waar ik in mijn herinneringen kijk,overal zit een donkere schaduw over. Misschien leef ik zelf wel in een schaduw. Misschien heb ik de zon nog nooit gezien.

Met een schok werd ik wakker en realiseerde me dat ik nog steeds op dezelfde plek lag. Natuurlijk,er is geen onbekende engel die me zal verlossen om me mee zal nemen. Ik heb het zelf in handen,ik moet geen hulp verwachten. Voor iemand als mij bestaat enkel de pure realiteit die ik zelf onder ogen moet zien. Ik drukte mijn hand op de pijnlijke plek van mijn ribben en ging dan recht staan. Ik kon het wel uitschreeuwen,maar mijn keel doet daar teveel pijn voor. Mijn stem is nu precies helemaal weg. Ik probeerde mijn broertje zijn naam uit te spreken,maar er kwam enkel een rare,onverstaanbare klank uit. Ik zuchtte diep. Ik ben al alleen,nu kan ik niet eens meer zelfgesprekken voeren als ik dat zou willen doen. Ik probeerde mijn gedachten op nul te zetten en ging met kleine stapjes op zoek naar iets eetbaars. Ik heb een week geleden zelf gras gegeten,omdat dat het enige in de omgeving was. Dat doe ik echter geen tweede keer,want ik heb er drie dagen last van gehad en moeten overgeven terwijl er niks uit kwam. Gal of hoe heet het? In ieder geval deed het zoveel pijn dat ik nooit meer gras zal eten. Ik heb ook al eens in een vuilnisbak gezocht,maar ik heb me gesneden aan vuile stukjes glas. Ik zag toen ook een naald erin liggen,dus heb ik vuilbakken ook van mijn eetbaarheids lijstje verwijderd. Als je het nog niet moest weten,ik zit nu in de achterbuurten van 1 of ander land. Achterbuurten zijn de enige plaats waar ik niet al te raar word aangekeken door mijn onverzorgd uiterlijk. Hier leven nog andere zwerver die er erg aan toe zijn. Ik heb al hoeren gezien,drugverslaafden en andere low-lifes. Vroeger moest ik niets van die mensen hebben,ik haatte ze. Nu ben ik er zelf eentje.
Ik gaf de volgende poging van spreken al snel op en ging dan naar een winkeltje dat ik juist opgemerkt heb. Ik wreef even over mijn pijnlijke ribben,waar stomme junkies in geslagen hebben,en ging dan de winkel binnen.
"Nee,nee,nee! Dit gaat niet zo! Naar buiten jij!" riep iemand plots.
Ik schrok me rot en werd naar buiten geduwd door iemand die in de winkel werkte.
"Maar ik wil iets kopen!" protesteerde ik.
Hij keek me even raar aan en rolde dan met zijn ogen.
"Oprotten." zei hij streng.
"Fuck you!" zei ik met een vinger gebaar.
Ik ging kwaad terug weg,want ik weet dat ik geen kans tegen die kleerkast heb. Als ik nu een gevecht begin,dan overleeft mijn tengere lichaam het niet meer. Het is zo al erg genoeg. Ik stak mijn handen in de versleten zakken van mijn broek en hinkte op mijn rare manier verder. De zon ging langzaam naar beneden en de kille nacht kondigde zich aan. Als ik niet snel iets te eten vind,dan kan ik een beschermende vetlaag wel vergeten. Of ik laat het eten voor vandaag en zoek een warmere plek om te slapen. Ik keek wat rond in de onbekende omgeving,maar ik kon niet echt iets geschikt vinden. Ik voelde een koude wind opkomen en bibberde bijna uit mijn te klein T-shirt. Ik hoorde stemmen achter me en voorzichtig keek ik achterom,om te zien wie het was. Tot mijn groot ongeluk zag ik dat het een groepje jongens was die,ofwel dronken waren,ofwel stoned waren. Ik denk allebei een beetje. Ik slikte en probeerde wat sneller te wandelen,maar aangezien mijn ribben gekneusd of gebroken zijn,deed het teveel pijn. Ik hoorde de stemmen sneller dichterbij komen en een lach klonk bijna naast mijn oor. Paniek brak bij me uit,want ik haat groepjes. Die zijn altijd bereid voor een beetje plezier,zo noemen ze het. Ik noem het geweld en een schending van mensenrechten.
"Hey,jow!"
Een hand kwam op mijn schouder neer en ik schrok. Ik kon horen hoe mijn gil hees klonk en bijna niet hoorbaar was. Stomme stem. Voordat ik het wist,was het groepje als rondom me en was ik in het midden gevangen. Ik slikte nerveus. Ik zag hun gestoorde glimlach op hun gezicht en wist dat het te laat was. Waarom zoeken ze toch altijd ruzie,terwijl ik alles eraan doe om dat te vermijden? Ik hoorde een scherpe klik,een klank die ik uit alles zou kunnen herkennen. Een zakmesje dat open geklikt word.
"Alsjeblieft,laat me gaan. Wat heb ik verkeerd gedaan?" vroeg ik angstig.
"Jij blijft mooi hier." zei een jongen met een dubbele tong.
Ik keek in zijn ogen en zag dat de pupillen van zijn ogen groot en leeg waren. Stoned als wat. De andere jongens hadden soortgelijke blikken in hun haatvolle ogen. Ik werd geduwd,waardoor ik tegen een andere jongen botste. Die duwde me weer heen en weer. Dan voelde ik ineens een scherpe punt in mijn huid boren. Geschrokken greep ik de aanvaller zijn hand vast,die het mes nog vast had,terwijl dat in mijn buik zat. Er druipte bloed uit mijn mond en de jongen duwde het mes er nog eens harder in. Ik jankte vol pijn en dan trok de jongen het mes weer uit mijn buik. Ik viel op mijn knieen neer en drukte met mijn twee handen op de wond. Het doet zo'n pijn! De jongens gingen lachend weg en lieten mij achter op de donkere weg. Ik was in schock,ik was zo erg geschrokken. Ik hoestte bloed op en viel dan op mijn rug neer. Ik stinkte in mijn eigen bloed,dus probeerde ik het heel de tijd op te hoesten. Ik had de kracht niet om me om te draaien. Mijn handen konden zich ook niet meer op de wond houden en ze zakten terug naast mijn lichaam. Mijn lichaam schokte,terwijl ik steeds maar probeerde het bloed weg te hoesten. Ik was doodbang! Ik dacht dat ik zelfmoordneigingen had,maar nu besef ik dat ik niet dood wil! Ik ben bang van de dood! Maar ook al wou ik vechten,het bloed in mijn keel ging in mijn luchtpijp,waardoor ik niet meer kon ademen. Mijn ogen knipperden heel de tijd ongecontroleerd en tenslotte werd alles zwart.


Reacties:


Heartbeat
Heartbeat zei op 21 april 2011 - 20:46:
Nee!!!! Niet dood gaan!!