Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Tokio Hotel » How Much Can This Boy Take? [BillKaulitz] » Hoofdstuk 32

How Much Can This Boy Take? [BillKaulitz]

1 mei 2011 - 0:05

1340

0

194



Hoofdstuk 32

Een ambulance kwam met veel lawaai aan en ook waren er nieuwsgierige mensen rondom ons komen staan. Sommige deden geschrokken hun handen voor hun mond,anderen keken angstig terug weg. Er moest zelf iemand overgeven. Gelukkig heb ik een sterke maag en heb ik een speciale band met Bill,anders had ik het ook niet kunnen aanzien. Er stapten een paar mensen uit de ambulance en ze legden Bill ter plekke aan rare toestellen en gaven hem spuitjes. Ze reanimeerden Bill met de twee magneten die je wel eens op tv ziet. Ik ben niet echt een slimme jongen,ik weet niet hoe die dingen heten. Ik weet enkel dat het me pijn doet om het te zien. Er ging ik-weet-niet-hoeveel volt door zijn magere lichaam en hij schokte omhoog. Maar zijn ogen bleven dicht. Het gebeurde een tweede keer en een derde keer. Pas bij de vierde keer kregen ze reactie,door een hartslag die ze op een kleine machine zagen. Ik kreeg weer hoop,maar echt veel was dat ook niet. Bill kreeg een maskertje over zijn mond,gelukkig ademd hij weer. Zijn duidelijk zichtbare ribben gingen langzaam op en neer,het was eng om te zien. Ik stond er als aan de grond genageld,ik wist niet eens wat ik meer moest denken. Ik zag hoe de ambulanciers de arme jongen op een draagbaar bedje legden en dan in de wagen deden.
"Ik ben zijn vriend,mag ik mee?" vroeg ik snel.
"Gaat u maar achterin zitten." zeiden ze gehaast.
Ik liet me dat geen twee keer zeggen en sprong mee in de ambulance. De verplegers gingen er ook weer inzitten en scheurden dan door de drukke wegen. Elke auto ging opzij en we reden door de rode verkeerslichten,maar het ging niet snel genoeg volgens mij. Zonder dat ik het doorhad,had ik Bill's magere hand vast genomen en keek hem met tranende ogen aan. Zijn ogen waren nog steeds dicht. Ik vraag me eigenlijk af of hij ze wel open zou krijgen,als hij dat zou willen. Want zijn ogen zijn paars en dik,evenals de rest van zijn gezicht. Zijn zij was rood van het bloed,er was een serieuze wond die open gescheurd was en benen waren al even dun als zijn armen. Ik beet op mijn lip,maar mijn tranen vielen toch,ook al wou ik het niet. Ik heb deze jongen nooit echt goed gekend,maar toch voel ik me verantwoordelijk voor hem. Ik weet van zijn thuis situatie af,maar ik vraag me af waar hij geweest is toen hij weg liep van het ziekenhuis. Niemand heeft hem ooit nog terug gevonden en ook zijn broertje was onvindbaar. Waar zou hij gewoond hebben? Misschien weet ik het antwoord stiekem wel,maar wil ik het gewoon niet horen. Aangezien zijn kleding te klein,vuil en gescheurd is,weet ik dat hij geen thuis had. Hij ziet er zo ongezond en kwetsbaar uit. Wat is er eigenlijk gebeurd,wie heeft hem zo toegetakeld?
"Vechten,Bill. Ook al heb je dat al veel in je leven moeten doen,vecht ertegen." snikte ik.
Met piepende banden stopten we voor het ziekenhuis. De achterdeuren vlogen open en met diezelfde snelheid werd Bill eruit gehaald en binnen gereden. Ik volgde ernaast,maar merkte dat ik aan de kant geduwd werd.
"Je moet hier blijven,sorry. We spreken je wel aan als er nieuws is."
De verplegers reden een kamer binnen,waarna er ook andere dokters binnen liepen. De deur sloeg weer dicht en liet me weer in de realiteit vallen. Uitgeput liet ik me op de eerste de beste stoel vallen en verborg mijn gezicht in mijn handen. Ik zuchtte diep uit. Mijn lichaam trilde door de adrealine en de angst. Ik moet mam bellen! Vlug nam ik mijn gsm uit mijn te grote broekzak en drukte het bekende nummer in.
"Mam?"
De paniek was in mijn stem te horen. Ook mijn moeder merkte het direct.
"Tom? Wat is er?"
"Kun je..Kun je naar het ziekenhuis komen?" vroeg ik met een krop in de keel.
"Wat? Heb je een ongeluk gehad?!" vroeg ze angstig.
"Nee.. Ik.. Ik heb Bill gevonden.." snikte ik.
"Bill?"
"Ja,Bill van jaren geleden? Die van het ziekenhuis wegliep?"
Ze leek hem niet direct te kennen,maar dan ging er toch een lichtje branden.
"Bill,die met zijn gewelddadige vader die in de gevangenis zit?!" vroeg ze geschrokken.
"Ja.. Kun je komen?" zei ik met trillende stem.
"Ik kom direct!" schreeuwde ze in mijn oor.
Ik liet mijn gsm uit mijn koude hand vallen en het kon me niet schelen dat die op de grond kletterde. Mijn mondhoeken trilden vervelend,terwijl de tranen mijn gezicht nat maakten. Gelukkig was mijn moeder er al snel en liep ze recht op me af. Ze knuffelde me stevig.
"Waar is hij?"
"Ze zijn met hem bezig. Hij zag er echt niet goed uit,mam." snikte ik.
"Wat is er gebeurd?"
Ze ging ook op een stoel naast me zitten en keek bezorgd. Ook al had zij Bill maar een paar keren gezien,ze was aan hem gehecht als geen ander. Ook ik ben heel gehecht aan hem.
"Ik weet het niet. Hij ademde niet eens meer toen ik hem vond."
"Arme jongen. Dat verdiend hij echt niet. Maar hij komt er wel door,Tom. Hij is een vechter." zei ze met een lieve glimlach.
"Weet ik." huilde ik.
Ja,hij is inderdaad een vechter. Maar ooit komt elke vechter toch aan een gevecht dat hij niet kan winnen? Er is altijd een gevecht dat het laatste zal zijn. Maar dit is toch nog niet Bill's laatste gevecht. Bill zal blijven vechten,toch?

De eeuwige stilte van het ziekenhuis,op de paar hoesten na,was echt kwellend. Soms stapte er een verpleegster lang om te vragen of we nog iets nodig hadden. Er waren een paar zieken die rond dwaalden in de gangen,maar voor de rest was het leeg. Ik was heel de tijd zenuwachtig,want niemand liet ons iets weten over Bill. Mam was tegen mijn schouder in slaap gevallen. Ik wou ook juist mijn ogen sluiten,toen er een dokter op me af kwam gestapt. Direct was ik weer klaarwakker.
"Je vriend heeft het overleefd. Hij is echter nog wel in levensgevaar en in coma,daarom is het u niet toegestaan om hem te bezoeken. Het spijt me."
"Maar.. Mag ik hem niet heel even zien?"
"Nee,sorry. U mag hem pas bezoeken als hij buiten levensgevaar is."
"Maar waarom is hij dan nog in levensgevaar? Heb je hem niet geholpen?"
"Zijn onvervoedde lichaam kan elk moment ervoor zorgen dat zijn hart het niet meer aankan. We hebben drie innerlijke bloedingen gehad en een hartstilstand. We moeten voorzichtig zijn en opletten dat hij niet weer een hartstilstand krijgt. Zijn verwondingen zijn ook een gevaarlijk thema. Hij krijgt medicatie,maar dan kan er alsnog een infectie optreden. Beantwoord dat u vraag?" vroeg hij vriendelijk.
"Uh.. Ja. Dank u." zei ik zuchtend.
Verslagen liet ik mijn schouders hangen.
"Hij ligt in kamer 302. Als u wil weten wanneer u hem kan bezoeken,dan moet u enkel even langs de informatie gaan en vragen. Goed?"
Ik knikte begrijpend en sloeg het getal op in mijn anders zo nutteloze hersenen.
"Mam?"
Zachtjes schudde ik haar wakker. Ze keek me verward aan en wreef in haar ogen. Ik legde alles uit aan haar en dan besloten we naar huis te gaan. We zijn zo lang in het ziekenhuis geweest,dat het al midden in de nacht is geworden. Stilletjes stapte ik in mam's auto en reden we naar huis. Er werd niets gezegt,ook al waren er nog zoveel onbeantwoorde vragen. Waarom moet iemand zoveel meemaken als Bill? Waarom bestaat er zoveel ellende en niemand die hem helpt? Waarom kon het in godsnaam niet gemakkelijker voor hem zijn? Geweld is het ergste wat er is. Je hele leven gaat eraan kapot als je het hebt leren kennen. Eens dat je zo een vader als hem hebt gehad,ben je getekend voor het leven. En hoever je ook gaat om van je verleden weg te lopen,het zal altijd als een ketting aan je been hangen. Hopeloos weg vluchtend met een vreselijk verleden dat je nooit zal kunnen ontsnappen. Hoever je ook gaat,waar je ook naartoe vlucht. Het trauma zal altijd in je hart zitten,in een donker hoekje dat niet zichtbaar is. Daar groeit de angst steeds verder totdat je hart te zwaar word van al de vreselijke dingen. Dan is het opgeven of vechten. Vechten of doodgaan.


Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.