Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Overige » In love with the prince of darkness » Hoofdstuk 3

In love with the prince of darkness

19 juni 2011 - 17:17

815

0

218



Hoofdstuk 3

De volgende ochtend werd ik al vroeg wakker.
Ik sloeg met kleine oogjes de lakens van me af en woelde slaperig door mijn lange haren.
Een zucht ontsnapte uit mijn mond toen ik recht stond.
Ik slenterde naar de badkamer om me om te kleden en niet veel later stond ik weer in de slaapkamer.
Ik nam mijn koffer van onder het bed uit en opende het slot met de sleutel die rond mijn hals hing.
Uit de koffer nam ik twee dolkjes, een klein geweertje met zilveren kogels, drie houten staken en mijn wijwaterbommen.
De dolkjes kon ik kwijt in mijn hoge laarzen net als het kleine geweertje.
De drie houten staken en mijn wijwaterbommetjes hing ik net als mijn zwaard aan mijn riem.
Ik controleerde of alles nog goed zat voordat ik de koffer weer op slot deed.
Zorgvuldig schoof ik de koffer weer onder het bed en verliet de kamer.
Toen ik de trap afging, viel mijn oog op een gedaante dat in een duitster hoekje zat met een mantelkap aan.
Mijn ogen versmalden zich een beetje en onopvallend nam ik een dolkje uit mijn laars.
Ik drukte de punt van het dolkje in mijn vinger en stak de dolk vervolgens weer weg.
Bloed druppelde uit de wonde en al snel keek de gedaante op.
Ik kon een glim opvangen van het gezicht en het was duidelijk een vrouwelijke vampier.
Haar hoektanden groeiden razendsnel en in een oogwenk vloog ze op me af.
Zo snel ik kon trok ik de grootste staak aan mijn riem, maar ze was er sneller dan ik dacht.
Met een klap viel ik op de grond waardoor de staak uit mijn hand viel.
Vloekend probeerde ik onder het sterke ding uit te komen, maar zonder resultaat.
‘Je bloed ruikt zo heerlijk.’ Krijste ze.
Enkele mensen die duidelijk doorhadden wat er gebeurde, kropen angstig weg achter de bar.
Sommige renden zo snel ze konden de herberg uit.
De vampier bracht haar mond naar mijn hals en nog voordat ze iets kon doen, nam ik mijn halsketting in de vorm van een kruis vast en drukte dat in haar gezicht.
De plaats waar het kruis haar gezicht raakte verschroeide en al snel sprong ze krijsend van me af.
Ik raapte snel mijn staak op stond recht van de grond en stak de staal in haar borstkast op de plaats waar haar hart lag.
Als een bezetene begon ze te krijsen van de pijn en begon ze te verschroeien.
Vol afgrijzen wendde ik mijn hoofd af met gesloten ogen en keek pas weer toen alles weer muisstil was.
Op het plekje waar de vrouw had gestaan, lag nu enkel nog een zielig klein hoopje as.
Ik klopte het vuil van me af en lachte goedkeurend.
Enkele mensen, waaronder de herbergier en zijn vrouw, die het schouwspel hadden gevolgd kwamen voorzichtig naar me toe.
‘Je bent een held.’ Zei een jonge vrouw met een kindje op de arm.
Ik lachte en ging met mijn hand door het haar van het kindje.
‘Ik ben geen held. Ik ben gewoon een vampierenjager, het is mijn hobby.’
Een oudere man kwam achter de vrouw staan en legde zijn hand op haar schouder.
‘Kennen wij elkaar soms?’ Vroeg hij met een aarzeling in zijn stem.
Ik haalde mijn schouders op en schudde mijn hoofd.
‘Dat zou me verbazen. Ik ben hier pas sinds gisteren.’
De man leek niet overtuigd en wendde zich tot de vrouw met het kindje.
‘Zou het de dochter kunnen zijn van…’
De vrouw keek me onderzoekend aan.
‘Ze lijkt wel op zijn vrouw, behalve de ogen dan.’
De man zuchtte even en likte nadenkend over zijn lippen.
‘Ben jij Irina Van Helsing?’ Vroeg hij met zijn hoofd een beetje schuin.
Ik trok mijn wenkbrauwen verbaasd op.
‘Hoe weet jij wie ik ben?’
Een brede grijns sierde zijn gezicht.
‘Ik was ooit een goede vriend van je ouders. Van Anna en Abraham.’ Hij leek even te dagdromen bij de herinnering aan mijn ouders.
‘Wie ben je dan?’ Vroeg ik zacht.
‘Ik ben Carl…Ooit was ik Broeder Carl. Tot ik mijn rug keerde naar de kerk na de dood van je ouders.’
Een traan ontsnapte uit mijn ooghoeken toen ik weer aan mijn ouders dacht.
‘Ik vocht samen tegen Dracula met je ouders.’ Ging Carl verder.
Ik glimlachte waterig naar hem.
‘Is dit je vrouw?’ Vroeg ik snel om van onderwerp te veranderen.
Hij schudde zijn hoofd.
‘Nee dit is Juliana, mijn dochter en Elvira mijn kleindochter.’
Je hoorde zijn stem vullen met trots.
Ik lachte. ‘Wel Carl, het was aangenaam om je te ontmoeten. Maar ik moet gaan. Ik heb een graaf te doden. Dag Juliana, Elvira.’
Ik draaide me om, maar werd bij mijn arm beetgenomen.
‘Wacht!’ Protesteerde Carl. ‘Je kan het niet in je eentje opnemen tegen hem. Ik ken hem ongeveer en ik kan je helpen.’
Ik trok mijn arm los en draaide me om zodat ik hem aan kon kijken.
‘Dat is heel lief van je Carl, maar ik wil het alleen doen. Het is iets tussen Dracula en mij en ik betrek er geen anderen bij.’ Zei ik kordaat.
Ik knikte nog even uit beleefdheid en verliet de herberg om aan mijn missie te beginnen.


Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.