Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Twilight » Friend or Foe? * EPILOOG TOEGEVOEGD AFGEWERKT* » Broken

Friend or Foe? * EPILOOG TOEGEVOEGD AFGEWERKT*

21 juni 2011 - 22:54

1286

0

309



Broken

Opnieuw tranen, steken, woede, verdriet. Verdriet. Waarom? Waarom bracht ik ongeluk? Ze had dit niet verdiend, ondanks dat ik haar gewaarschuwd had verdiende ze dit niet. Nu hoefde het voor mij ook niet meer!
Ik wilde niet meer, mijn leven zou alleen nog maar uit schuldgevoel gaan bestaan en dat kon ik niet aan. Voorzichtig keek ik door mijn tranen om me heen. Maar ik zag niks scherps. Nergens.
Tot ik me in een helder moment iets herinnerde. Voorzichtig haalde ik mijn sleutelbos tevoorschijn. Ja hoor, daar hing het nog altijd…Dat kleine zakmesje dat ik ooit van mijn broer gejat had.
Dat ging van pas komen nu. Langzaam klapte ik het mes open en ging staan.
Aro die op weg was naar zijn “troon”¯ draaide zich om toen hij me hoorde bewegen. Ik keek hem recht aan terwijl ik zonder nadenken het mes hard in mijn pols hakte. Ik voelde mijn huid breken, bloed stroomde over mijn hand en drupte op de grond terwijl de bebloede hand al bezig was het mes over te pakken om mijn andere pols door te snijden. Nog steeds hielden de tranen niet op met komen, en ik zag maar wazig. Al kon dat ook komen doordat ik al een flinke plas bloed op de grond zag liggen. Een stekende pijn en een warm gevoel over pols en arm vertelde me dat ik ook mijn andere pols had doorgesneden. Vaag was ik me bewust van de stemmen om me heen, dat ik opgevangen werd door iemand. En een nieuwe steek in mijn nek voelde. Toen werd het zwart voor mijn ogen en wist ik niks meer.

Vaag zie ik een flikkerend licht boven me dansen. Vaagjes probeer ik het weg te slaan, haal dat klotelicht uit mijn zicht! Denk ik suffig. Wazige figuren beginnen echter langzaam vaste vorm aan te nemen en ik knipper met mijn ogen. Waar ben ik? Mijn hoofd en lichaam zijn nog te versuft om samen te kunnen werken. Dus blijf ik stijf liggen.
Het licht boven me bleek gewoon een lamp die boven mijn hoofd hangt te zijn.
‘…had maar weinig gescheeld of ze was dood geweest.’ hoor ik een stem zeggen. Wacht, die stem ken ik toch? Ik probeer mijn hoofd te draaien en merk tot mijn opluchting dat dat lukt. Aro staat met een vrouw te praten die ik niet ken. ‘ik kon haar nog net op tijd bijten.’ maakt Aro de rest van zijn verhaal af. Me bijten? Wat…Wat!? Ik vlieg overeind, dat gaat sneller dan ik denk en versuft van de snelheid waarmee het ging blijf ik zitten.
‘Je bent bij!’
Ik kijk Aro aan maar geef geen antwoord. Ik zal nooit, nooit met hem praten! Hij blijft staan terwijl hij me recht aankijkt. Zijn blik lijkt vastgelijmd te zitten aan de mijne en langzaam verschijnt er een gepijnigde blik in zijn ogen.
‘Hou op met wat je doet.’ zegt hij zacht. Ik kijk star een andere kant op, en merk dat zijn doen en laten weer normaal worden. ‘Fascinerend…’ langzaam komt hij op me af lopen en pakt een van mijn handen beet. Hij glimlacht, ‘nooit meer tegen me praten hè? Me dunkt dat je je alles wat er is gebeurd dan nog kunt herinneren.’ Hij knikt bij het horen van mijn antwoord in zijn hoofd.
Ik trek mijn hand los en spring van het bed. Ik heb honger, de dorst giert door mijn keel, zet mijn slokdarm in brand. ‘Volg me voor je eten.’ zegt Aro en hij gaat me voor naar de grote zaal. ‘Hen hebben we voor jou overgelaten. We wisten dat je vandaag ergens wakker zou worden.’ Hij gebaart naar twee mensen. Een jongen en een meisje. Ik loop naar ze toe en kijk ze een voor een met een schuin hoofd aan. Mijn ogen blijven rusten op de jongen. Opnieuw…de verstrengeling, hij lijkt niet weg te kunnen kijken. Opnieuw een gepijnigde blik. Dan grijpt hij me plots bij mijn trui, ‘alsjeblieft!’ hij huilt! ‘Alsjeblieft! Verlos me uit mijn lijden! Ik heb niks meer om voor te leven! Doodt me!’
Hij ruikt zo aangenaam dat ik me dat geen twee keer kan laten zeggen. Ik duw zijn hoofd naar links en proef zijn bloed, zijn heerlijke, heerlijke…ik kan niet meer denken. Mijn lust naar dorst neemt alles van me over.
Zijn dode lichaam hangt slap in mijn armen als ik opkijk naar het meisje. Die loopt met grote ogen achteruit zachtjes haar hoofd schuddend. Maar ook haar kijk ik nog geen vijf tellen aan of ze lijkt alleen maar pijn tegen te komen. Ze begint te smeken om de dood, te roepen dat het niet meer hoeft.
Het lichaam van de jongen valt op de grond als ik me aan het meisje vergrijp.
Als ik uitgedronken ben voel ik plots hoe iemand me een blinddoek omdoet. ‘Mag ik even jullie aandacht?’ hoor ik Aro aan mijn rechterkant zeggen. Het word stil. Op de een of andere manier weet ik gewoon dat dit om mij zal gaan.
‘Felix is gevaarlijk. Niet alleen voor haar prooien, maar ook voor ons. Ze heeft een zeer sterke gave. Zoals jullie misschien merkten begonnen haar slachtoffers haar spontaan te smeken om gedood te worden. Felix is niks vergeten van haar menselijke leven. Ze hoeft je maar vijf tellen aan te kijken, en al je goede, blijde, leuke of normale herinneringen zullen plaats maken voor totale duisternis, wanhoop en pijn. Zo erg dat je wenst dood te zijn.’ Ik was verward, was dat echt wat ik kon? í¨k?
‘Doe haar blinddoek alleen af op mijn bevel! En dat geldt ook voor haarzelf.’ Ik wist dat hij me aankeek, daar had ik die blinddoek niet voor nodig.
Maar ik zou doen wat hij wilde, tot mijn tijd gekomen was. Dan zou ik hem voor zijn gezicht afdoen, hem recht in de ogen kijken. En hem laten smeken om de dood.
‘Oh ja, praten kan. Maar ze zal nooit antwoorden.’ ging Aro door. Geroezemoes. Wat? Hadden ze dat niet verwacht? ‘Goed, nu we dit helder hebben, denk ik dat het tijd wordt om de familie Cullen weer met een bezoekje te vereren. Gezien het feit dat ze een mens hebben laten gaan die wist dat we bestonden. Bovendien…’ Hij gleed met zijn vingers even over mijn wang. ‘Bovendien hebben we nu een wapen dat geen van de Cullens zal kunnen weerstaan.’
Een naar gevoel kroop omhoog, ik was dat nieuwe wapen. Wat was Aro van plan? Ik kende de hele familie Cullen niet, maar ik wist wel dat ze gewaarschuwd moesten worden. Ik voelde me zo hopeloos, ik kon geen kant uit, Aro liet me bewaken door mijn twee “grote”¯ vrienden. Naamgenoot en Demetri.
‘Het zal lekker rustig zijn nu jij niet meer praat.’ zei Demetri nuchter. Ik gromde en draaide me om. Hij zat me op te jutten.
‘Kom op Demetri, niet zo gemeen, jij ziet toch ook dat ze het even niet meer ziet zitten.’ Felix schoot in de lach zodra hij het gezegd had, en niet alleen hij. Ook Demetri moest lachen.
Ik rolde met mijn ogen. Ik zou ze niet laten winnen. Ik zou me niet op de kast laten jagen. Een van de twee kwam naast me zitten, Felix, ik rook het.
‘Kom op Fel, we menen het niet zo. Klein geintje kun je toch wel hebben?’ Ik snoof als antwoord. Felix boog zich naar me toe, ‘ah kom op. Vergeeft je het me ook niet als ik zeg dat je nu nog lekkerder ruikt?’
Ik greep zijn gezicht en duwde hem achteruit. ‘Au - au! Verdorie je bent nog sterk ook joh!’
Ik stak mijn middelvinger op. Boodschap duidelijk, Fuck off! Hij zuchtte diep, ‘als je weet hoe ik het goed kan maken zeg je het maar hè?’ Opnieuw een bulderend gelach van de twee mannen.
Ik kreunde, hier zat ik weer lekker mee!


Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.