Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen n schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Overige » Schrijfwedstrijden » Boslucht

Schrijfwedstrijden

24 aug 2011 - 18:20

1435

1

585



Boslucht

De meeste kinderen huilen op hun eerste schooldag. Ik op elke, tot het herfst werd en dozen vol kastanjes en dode bladeren naar binnen gesleept werden. Vanaf dat moment kroop ik elke dag in een hoekje, me vastklampend aan dat kleine stukje natuur.
Ik meed de ramen op elke mogelijke manier. De kille stoeptegels deprimeerden me, want ik had in mijn vier jaar oude leventje immers weinig anders dan bosgrond en bomen achter ramen gezien (op onze oprit na, maar ook die was omringt door natuur). Ook buitenspelen kon me amper boeien gezien de dichtstbijzijnde boom via een hek en een matig drukke weg van me gescheiden was. Natuurlijk ben ik een paar keer weggeglipt, waarop een donderpreek en buitenspeelverbod voor een week volgden. En voortaan werd er extra goed op me gelet.
Ik begreep mijn klasgenootjes toen al niet en zij mij evenmin. Want wat is er nou leuk aan met een noodgang over het plein denderen in een autootje dat vervolgens omvalt waardoor je de hele boel bij elkaar jankt? Of tikkertje spelen zonder plaatsen om je te verstoppen waardoor je altijd de tikker bent die niemand kan tikken omdat je de traagste bent?


Dag, pap! roep ik terwijl ik de deur achter me dichttrek. Het bos om me heen is nog stil, zelfs de vroegste vogels kwetteren hun lied nog niet de wijde wereld in. En waarom zouden ze? Het is nog geen zes uur in de morgen, een levend wezen met een beetje verstand is nog fijn in dromenland. En de grootste vijand van het verstand is verlangen.
Ik moet opschieten, de zon komt over een dik half uur al op en mijn fiets zal mijn tocht niet bepaald versnellen. Ik haal hem uit het fietsenschuurtje en knip de koplamp aan. Met mijn fiets aan de hand loop ik ons terrein af en ga via een breed bospad omhoog de berg op.
Het geluid van de raderen in mijn fiets overstemmen mijn voetstappen op de zachte bosgrond. Het regelmatige tempo kalmeert me, hoewel het niet bepaald makkelijk genoemd kan worden: een fiets bergopwaarts duwen. Gelukkig bereik ik al snel een viersprong, waar ik hem achterlaat. Ik check mijn horloge: tien over zes. Mooi, die zonsopgang ga ik wel redden.

Scholen zijn leerfabrieken.
Dat is de realiteit.
En ik heb een hekel aan fabrieken.
Ze stoppen ons weg in betonnen gebouwen om ons vervolgens in gigantische groepen te laten luisteren naar herkauwde praat van uitgezakte taarten. En vervolgens wordt er van ons verwacht dat we al die nutteloze feiten uit ons hoofd gaan leren, waarvan we 99% toch nooit meer nodig zullen hebben. Want welke 80-jarige weet er nou nog wat een bijwoordelijke bepaling is?
Maar dat is nog niet het ergste. We worden als kippen in de bio-industrie opeengepakt in stinkende kantines, waar van ons verwacht wordt dat we er sociaal vriendjes gaan lopen worden met de hele wereld. Terwijl dit broedplaatsen zijn van de nieuwste generatie criminelen en bevooroordeelde betweters. Miniatuur maatschappijen met een machtsverhoudingen nog schever dan de toren van Pisa - hoewel dat laatste in de echte wereld natuurlijk ook zo is.
En dan vinden ze het nog gek ook dat ik op elk vrij moment naar buiten vlucht en me verstop op rustigere plaatsen, zoals het park een paar straten verderop. En oké, dat doorweekt terugkeren vragen oproept kan ik wel begrijpen, maar waarom ik meteen harder aangepakt moet worden dan al die drugsdealers tussen de kluisjes begrijp ik niet. Ik heb gewoon mijn dosis frisse lucht nodig - slechts een klein shotje om de komende uren door te komen.


Een kwartier later kom ik bij mijn bestemming aan. Een kwartier van rust, stilte en het onderdrukken van gedachten aan school - rustig, Silvana, nog maar één jaar.
Het is een open plek, vrij hoog op de berg, met een prachtig uitzicht over het dal. Alleen al bij het aanzien ervan glimlach ik. Hier weer zijn is als een vriend die je opnieuw ontmoet, een omhelzing, een warme trui of - om het cliché te gebruiken: een warm bad. Het is een behoorlijke tijd geleden sinds ik hier voor het laatst was, want s zomers wordt het overspoeld door toeristen - begrijpelijk, het is hier prachtig, maar toch.
Tevreden loop ik naar de rand en laat me op de bosgrond zakken. Uit mijn tas haal ik een thermosfles met kruidenthee (Ochtendmix), een broodtrommel met daarin drie boterhammen met zelfgemaakte jam en een cakeje. Met mijn netgekafte boek als onderzetten stal ik het voor me uit. Laat die zonsopgang maar komen, ik ben er klaar voor.

Het vijfde klas-reisje is voor de meest scholieren het hoogtepunt van hun schoolloopbaan. Voor mij was het het dieptepunt.
Kun je het je voorstellen? Zes dagen lang opgescheept zitten met alle vijfdeklassers van je school? Waarvan je er twee het grootste deel reizend doorbrengt, voornamelijk in een veel te kleine bus? En dat allemaal vrijwillig (voor mij was het technisch gezien niet vrijwillig, maar papa wilde dat ik ging omdat dat zo goed voor me zou zijn, en aangezien hij al betaald had kon ik weinig anders dan meegaan)?
Het is de hel op aarde. Driehonderd leerlingen zonder problemen zes dagen lang in toom houden, dat lukt niemand, zeker mijn school niet. Vooral niet als die leerlingen dan ook nog eens dronken, stoned of allebei zijn, want je dacht toch zeker niet dat ze voor zon uitje zouden stoppen met hun levendige drugshandel. En daarbij zijn sommige scholen te stom om alcohol op schoolreisjes te verbieden (of te Duits).
Er is iets wat je moet weten over de Lodense lucht: de kwaliteit is verschrikkelijk. En ik weet dat ik verwend ben, maar het kan me niks schelen. Er is een reden dat ik steden mijd, mijn longen kunnen de lucht daar niet aan. Maar misschien is dat maar een slap excuus om de grote reden te verbergen: er zijn te veel mensen te actief, en dat zijn ze 24/7. En er is nergens een plek om naar frisse lucht te happen en op adem te komen, je kunt gewoonweg niet voor de mensen vluchten zonder een heel stuk bij de stad vandaan te gaan, en dat kan dus niet als je op schoolreis bent.
De tweede dag was ik al ziek. De derde dag kon ik mijn bed echt niet meer uit. De wereld draaide, ik kon niets binnenhouden. Mijn ogen openen was ook onmogelijk, door die verschrikkelijke drukkende hoofdpijn. Maar dat was nog lang niet alles, ik voelde me leeg, enkel een slap omhulsel met heel veel pijn. Als ik in slaap kon komen waren het vluchtige dromen over prachtige bossen, vlak na een regenbui, maar zodra ik erachter kwam dat het slechts een droom was begon ik te hyperventileren. De leiding stond voor een dilemma: ze konden niemand missen die met mij mee terug naar Duitsland kon gaan en ik kon niet alleen. Maar iemand bij mij in het hotel laten was ook niet echt een optie, omdat ze het al moeilijk genoeg hadden als alle begeleiders er waren, laat staan hoe het zou zijn met één man minder.
Al op dag vier stond dit schoolreisje bekend als de ergste onderwijsnachtmerrie uit de geschiedenis van onze school.


Eén enkele straal dook op achter het graanveld. Het was een prachtig gezicht. Al snel vermenigvuldigde het zich en kwam er licht in de duisternis. Een oranje bol stak langzaam zijn kop op en bracht het ontwaken van de natuur in een stroomversnelling. Ik dronk mijn thee en at van mijn broodje, terwijl de ochtendsymfonie om mijn heen langzaam maar zeker luider werd, van pianissimo tot forte. En met al het leven om me heen voelde ik mezelf ook weer opnieuw ontwaken, me langzaam sterker worden.
Drie kwartier later was de zon flink gerezen en heerste er volledige bedrijvigheid in het bos. De bijen maakten honing, de vogels aten de wormen op, de wolven een hertje en zo deed iedereen waar hij of zij goed in was. En ik liep de berg weer af, terug naar de viersprong waar mijn fiets op mij wachtte. Het grootste verschil tussen de middelbare- en basisschool is de afstand, tegenwoordig moet ik bijna een uur fietsen om er te komen. Ik raapte mijn stalen ros op uit de bosjes en besteeg hem. Met volle vaart reed ik de berg af en even later het bos uit.
Het recept is heel simpel: men neme een warme kop thee, het getjilp van een paar vogels, een goed ontbijt, de eerste zonnestraal, een gemeende lach en men kan de hele wereld aan. Voeg daar een fris regenbuitje aan toe, en men lust naast de wereld ook de Melkweg rauw.
De goden warmen me gunstig gezind: ik voelde een druppel in mijn nek.


Reacties:


Bodine
Bodine zei op 29 aug 2011 - 15:27:
Eh - awesome much. ^^
Ik vind het supercuwl. Gewoon hoe de verslaving er is, maar niet onder woorden gebracht wordt, en hoe je twee verhalen door elkaar verteld maar toch ook niet, en - awesome. Me weelly loves. <3