Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Overige » De laatste kracht » Hoofdstuk 4

De laatste kracht

18 feb 2009 - 18:52

947

0

107



Hoofdstuk 4

De man had zijn pols stevig vast.
“Laat me gaan!” schreeuwde Boris terwijl hij uit alle macht zijn pols probeerde te bevrijden uit de greep van de man. Toen het niet lukte probeerde hij weg te rennen, dat lukte, de man liet los en hij rende de deur uit. Hij pakte zijn fiets en racete naar huis.

Hijgend stapte hij naar binnen. Hij had de hele weg door geracet in angst dat de man nog achter hem zat. Zijn vader was in de garage aan het werk en keek hem vragend aan, maar hield zijn mond. Alleen toen Boris hem groette, mompelde hij iets terug. Hij gooide zijn tas in het smalle halletje op de grond en liep de keuken binnen. De tafel glansde in het licht van de lamp die erboven hing. Hij liep naar de kamer waar zijn moeder op de bank aan het bellen was. Zijn broertjes lagen al op bed, en dat ging hij ook maar doen. Morgen had hij een spreekbeurt voor Nederlands die hij wel kende, maar toch nog even over wilde kijken. Hij liep naar zijn kamer waar hij het pakketje papieren pakte wat hij in een map in zijn la bewaarde. Hij ging op zijn bed zitten hen begon het aandachtig te lezen.

De plek naast hem was die dag nog altijd leeg. Hij voelde zich zenuwachtig voor zijn spreekbeurt die het volgende uur was. Nu hadden ze mentor les. De mentor was aan het klagen over het zakken van de cijfers van een aantal leerlingen die het de voorgaande jaren het altijd goed deden. Er werd op de deur geklopt.
“Kom binnen!” riep hun mentor nors. De deur ging open en daar stond meneer Farive, hij droeg sportieve kleding, zoals altijd. Hij was op hun school niet alleen de gym docent, maar ook de onderdirecteur, als je een gesprek met iemand moest voeren, ging het via hem.
“Kan ik Boris even spreken?”
“Ja, natuurlijk. Boris, ga maar even mee.”, zenuwachtig pakte hij zijn spullen en liep achter meneer Farive aan. Eenmaal op de gang keek meneer Farive hem beangstigend aan.
“Boris, er is bezoek voor je, die man is een griezel. Maar hij stond erop dat hij je wilde spreken.”
“O”, zei hij en liep achter hem aan. In zijn kamertje zat de man dan. Het was een gezicht dat hij nog nooit eerder had gezien en hij nam net een kleine slok uit een klein kopje. De thee dampen kwamen hem tegemoet.
“Hallo, Boris. Meneer, zou u het erg vinden als ik even alleen met hem spreek?”
“Nee, natuurlijk niet.”, antwoordde meneer Farive en liep de deur uit. Nu keek de man naar Boris. Hij nam de man in zich op. Hij was op middelbare leeftijd, waarschijnlijk ergens tussen de 30 en de 40. Hij had dof, zwart haar. Zijn ogen waren bruin.
“Boris, ook al heb je het niet door, maar we hebben elkaar al eens eerder ontmoet.”
“Wacht, U bent die man bij Nico thuis! Wat moet je van me!”
“Dat klopt, maar ook daarvoor al. Misschien heb je het nooit gemerkt, maar je werd achtervolgd. Na de verdwijning van Nico, moest ik mezelf een keer aan je laten zien. Maar je reageerde angstiger op me dan ik verwacht had. Dat maakte het moeilijker. Je ouders waren voor mij geen optie, ze weten van mijn bestaan af, maar ze wilden eigenlijk niet dat ik je in het echt ontmoette, alleen als het voor jouw veiligheid zou zijn.”
“Maar waarom ben ik dan zo bijzonder? Waarom achtervolg je mij?”
“Omdat ik, en mijn familie, kinderen zoeken die bijzonder zijn, en misschien een band hebben met Adegna.”
“Adegna?”
“Ja, Adegna, dat is een planeet, je weet wel dat hij hier ver vandaan moet zijn. Maar nu komt eigenlijk het slechte nieuws, je vriend, die is daar waarschijnlijk, en zonder jouw hulp, komt hij ook niet meer terug.”
“Maar hoe kan ik jou vertrouwen? Natuurlijk, het feit is dat mijn vriend verdwenen is, maar hoe weet ik dat hij op die ‘Adegna’ planeet is?”
“Dat moet je zelf bepalen, dat kan ik niet voor je doen. Wat ik je nu verteld heb is de informatie waarop je moet beslissen of je me vertrouwd of niet. Dat hoef je niet nu gelijk te doen, je kunt me altijd vinden, ik volg je. Als je me wilt spreken, ga dan op een openplek staan, dan kom ik zo snel mogelijk naar je toe.”, de man nam de laatste slok thee, trok zijn jas aan en liep het kamertje uit. Boris liep ook het kamertje uit. Hij keek meneer Farive aan die dat merkte en zei: “Ik wil niet eens weten wat jullie twee met elkaar te maken hebben.”, en liep zijn kamer weer in.

Omdat hij de halve les Nederlands had gemist, werd zijn spreekbeurt uitgesteld. Toen hij thuis was, was hij gelijk naar zijn kamer te gaan om te denken over wat de man gezegd had. Over Nico en Adegna. De mans was een griezel, maar wat als hij gelijk had? Dan kwam Nico nooit meer terug. Voor Boris kon maar één conclusie getrokken worden, hij moest de man vertrouwen. Hij zou morgen naar het weiland achter Nico’s huis gaan, daar moest de man hem wel vinden. Hij kleedde zich om en ging slapen.

De volgende dag werd hij al vroeg wakker. Een flauwe lichtstraal viel op zijn gezicht. Snel kleedde hij zich om en liep naar beneden waar hij aan zijn ontbijt begon. Het was zaterdag, dus er hoefde niet veel te gebeuren. Snel at hij zijn brood op en rende richting het veldje achter Nico’s huis. Hij bleef daar staan en riep een keer. Maar er gebeurde niets. Nergens was maar een spoortje van de man te bekennen. Hij keek om zich heen. Had hij dan toch gelogen?


Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.