Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Overige » De laatste kracht » Hoofdstuk 8

De laatste kracht

18 feb 2009 - 18:55

970

0

140



Hoofdstuk 8

Nico en de rest keken versteend naar de bosjes. De stemmen hielden zich stil, maar het geritsel kwam wel dichterbij. Ze hoorden takjes knakken, en andere geluiden die bosjes maakten.
“ehh.. Kan iemand even helpen? We zitten vast!” Nico keek voorzichtig naar Fintchi die naast hem stond. Hij schrok: “Mooi niet! Ik ga niet iemand helpen die ik niet ken! Echt niet!”
“Maar, je kent ons wel, we moesten jullie zoeken, auw,” de stem mompelde eventjes, “voor de Adegna Atletiek toernooien. Maar, help! Die stekelbosjes doen pijn!”
“Oké dan..”, zei Nico aarzelend en liep op de bosjes af. Hij duwde de takken opzij en zag daar Sholira in een benauwde positie.
“Kan je alsjeblieft helpen?”
“En snel graag!” zei de tweede stem. Mag-Elek rende naar een ander bosje toe waar de tweede stem vandaan kwam. Nico hielp Sholira, wat nogal moeizaam ging, ze zat echt vast in de bosjes, hielp Mag-Elek de andere.
“hehe, eindelijk uit de bosjes, Sholira? Waarom moesten we eigenlijk door de bosjes?”
“ehh…. Omdat ik geen zin had in omlopen. Dat is toch wel een reden?”
“Nee, dat is het niet! Jongens, wat vinden jullie, jij ook, Nico, als je klaar bent met Sho uit de bosjes te halen, is Sho’s reden een reden of niet?”
“Jij moet altijd democratisch doen, Acawy, maar oké. Jongens wat vinden jullie?” Nico liet Sholira in één keer los, Ze viel wel uit de bosjes alleen haar benen lagen er nog op. Het was een stom gezicht.
“Wat?! Acawy? Wat doet zij hier!”
“Jullie zoeken, ik doe ook mee aan het Adegna atletiek toernooi hoor. Maar er is nu geen tijd voor wat dan ook, we moeten gaan, anders zijn we nooit op tijd bij Val.”
“O, ja, klopt! We moeten gaan! Kom op Jongens!” Nico liep snel naar Sholira toe: “Wie is Val?”
“Het is geen ‘wie’ maar ‘wat’.”, zei ze, “Val is een meer dat ondergronds naar de vulkaan gaat. Op aarde is een vulkaan toch iets dat lava spuugt?” Nico knikte, “Hier op Adegna is dat niet zo. Een vulkaan hier spuwt water. Zo ook de Kalea vulkaan. Maar nu moeten we echt gaan.”

Nico keek zenuwachtig naar het meer. Het water was helder. Zou hij echt daarin moeten?
“Jongens, we moeten gaan. Ons vervoer kan elk moment komen!” riep de coach. Hij leek precies op een mens, alleen was hij 2 meter 50, “Nico! Ik zou daar niet gaan staan!” braaf liep Nico naar de groep toe. Hij keek naar het meer. Er kwam een soort plaat op het meer drijven en iedereen stapte er op. Een glazen koepel ging over hen heen en ze zonken. Veel bijzonders was het niet. De druk die onderwater op iemand lag was op Adegna veel lager, dus was het niet heel moeilijk om je staande te houden.

Nico was een beetje misselijk van de tocht toen ze bij een soort paleis aankwamen. De muren waren van glanzend koraal en de ramen waren gewoon vierkante gaten. Nico keek verbaasd naar het gebouw.
“Nico, je hoeft niet zo verbaasd te zijn, daar krijg je nog genoeg tijd voor, maar nu is eerst de opening.”, de coach keek naar hem, “Je hoeft je geen zorgen te maken, loop maar gewoon mee met de groep.”
“Maar, coach hoe zit dat dan met ademhalen, we zijn onderwater.”
“Luchtkoepel”
“Luchtkoepel? O, wacht ik snap het al.”, Nico keek even achter hem. Daar stond Sholira vrolijk te lachen met een paar anderen, ze genoot.
“Hey die Nico, klaar voor de opening?” Mag-Elek klopte hem op zijn schouder, “Het is helemaal niet eng hoor, gewoon lachen, zwaaien en meelopen.”
“Dat is het voor jou ja. Ik moet met die domme beesten van Sho en jou lopen.” Abélé keek chagrijnig naar hen.
“Gewoon niets van aantrekken, Abélé blijft even chagrijnig als altijd.”, het bleef stil. Hoe dichterbij ze bij het paleis kwamen, hoe sneller zijn hart begon te bonzen. Met een luidde knal kwamen ze aan bij het paleis. De groep begon langzaam te lopen. Een wijnrood tapijt lag voor hen. Het paleis had grootte donker houten deuren. De deuren werden geopend door grote wezens in een harnas. De sfeer in de groep was gespannen, het toernooi zou binnenkort van start gaan. Iedereen liep langzaam de gang door naar een grote kamer die midden in het paleis lag. In een kleine gang moesten ze wachten.
“Wie moet eigenlijk de vlag vasthouden?” vroeg een meisje dat bij Sholira stond.
“Ik denk dat Nico dat wel kan doen. Hij is immers een bijzondere gast.”, de coach knipoogde naar Nico, “Daar heb je toch geen problemen mee?”
“Nee, geen problemen, coach.”
“Goed, hier zijn je spullen.”, de coach drukte Nico een vlag en een petje in de handen.
“… En hier is dan het team uit Halmi! Geef ze een groot applaus!” vlug zette Nico het petje op en begon te lopen. Op de vlag stond het levens plein geschetst.

Ze waren een dag in het onderwater paleis. Vandaag moest Nico sprinten. Elke Opartop die hem zag keek hem na. Hij hoorde hun gefluister: “Zijn de mensen uit Halmi gek geworden! Ze laten een mens het sprint werk doen!”
“Ja, ze moeten wel gek zijn. Die Nico zal het laatste mens zijn die de sprint doet.”

Nico stond op de binnenplaats van het paleis. Hier was het dan. De grote dag. Hij hoorde geritsel. Het kwam uit de bosjes achter hem. Nieuwsgierig liep hij erop af. Hij hoorde giechel, van een meisje. Even later: “Gegil van angst, gegil van vreugde, zal je leven in angst of in vreugde.”, Nico versteende. Hij had nooit iemand verteld over die droom. Hoe kon zij, als ze er al was, weten van die tekst. Hij hoorde haar wegrennen. Een kleine wildernis in. Hij ging er ook achteraan. Hij volgde het gegiechel, tot hij voor een groot paleis stond. Voor de poort zat een meisje. Ze leek moe, kapot. Nico liep op haar af. Achter hem hoorde hij twee stemmen schreeuwen: “Kachara! Eindelijk je bent gevonden!”


Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.