Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Overige » De laatste kracht » Hoofdstuk 10

De laatste kracht

18 feb 2009 - 18:56

923

0

124



Hoofdstuk 10

Ze begon te giechelen en verdween. Nico wist niet wat hij zag, wat was dit huis? Was een vraag die hem bezig hield. Hij keek om zich heen. De ontvangsthal was groot. Het plafon was hoog, maar door het weinige licht kon hij de beschilderingen van het plafon maar moeilijk zien. Wat hij wel kon zien was een trap, recht voor hem. Eén van de meisjes pakte hem zenuwachtig vast, haar handen waren koud. Nico dacht dat het gewoon Sholira was. Hij liep een stukje naar voren, het was geen eng huis. Die verdwijnende vrouw was gewoon zijn fantasie. Zo zette hij nog 2 stappen, maar hij hoorde Sholira en de andere meiden niet achter zich.
“Komen jullie? Sholira? Acawy?” hij draaide zich om, maar er stonden geen meiden. Nico voelde nu toch wel en stukje angst in zich opkomen. Was hij hier dan alleen gekomen? Wat er was, was nu even niet belangrijk, het ging erom wat er in het huis was. Plots besefte hij dat het meisje zijn schouder nog vast had. Maar als Sholira, en de andere hier niet zijn, wie houdt mijn schouder dan vast?
“Ik.”, de stem klonk bekend, maar hij wist niet waarvan. Nico keek over zijn schouder, achter hem stond Boris.
“Ben je echt hier? Ben je echt, ben je niet zo’n geest?” vroeg hij afwezig maar wel angstig.
“Ja, ik ben het echt! Ik ben blij dat je niets overkomen is!”
“Maar hoe kom je hier dan?” Boris keek hem vragend aan.
“Ik weet niet, hoe ben jij hier gekomen dan, Nico?”
“Dat weet ik ook niet.”
“Gegil van angst, gegil van vreugde, zal je leven in angst of in vreugde.”, de stem van de vrouw galmde door de zaal.
“Nee, niet dat rijmpje weer!” klaagde Nico.
“Rijmpje? Bedoel je dat angst, vreugde ding?”
“Ja, die bedoel ik, kende jij hem dan ook al?”
“Ja, ik hoorde hem toen ik in een andere zaal stond, maar hoe ken jij hem dan?”
“Van een droom van een tijdje geleden al, maar ik denk dat we hier beter niet kunnen blijven staan.”, Nico voelde angst in zich opkomen, of was dat wat de stem wilde bereiken? Als dat de bedoeling was, was dat heel goed gelukt.
“Ja, maar de enige weg die er nog is, is de trap op.”, hij keek naar Nico, en las duidelijk zijn blik, “oké, laten we maar gaan dan.”, Nico knikte en ze liepen richting de trap.

Na een half uur wat voor de jongens wel een eeuwigheid leek te duren, hoorden ze weer iets op de donkere bovenverdieping van het paleis. De jongens keken elkaar twijfelend aan.
“Wie gaat eerst, jij of ik?” vroeg Boris
“Ik ga wel eerst, maar blijf alsjeblieft wel dichtbij.”
“Natuurlijk, Nico.”, Voorzichtig duwde Nico op de deur, hij ging niet open, maar de stemmen werden luider: “Zorg dat hij je niet krijgt Nico! Dan is het spel over en is alles voor niets geweest!”
“Wie mij niet te pakken krijgt?” riep Nico terug.
“Misschien ben ik dat.”, Nico draaide zich snel om. Voor hem stond nu een groot wezen. Hij was dik, of gespierd? Dat kon hij niet goed zien, maar hij was breed, en zeker 3 meter hoog. Nico slikte een keer. Wat was hij? Een uit te kluiten gewassen Opartop? Of iets anders.
“Wat ben jij?” vroeg hij twijfelend.
“Dat vertel ik je wanneer je mijn kamer kan vinden, en kan komen met al je vrienden. Inclusief deze vriend van je.”, het wezen verdween even snel als hij gekomen was.
“Zijn hier nog meer van dat soort wezens?”
“Ik ken niet van zulke griezels, maar wel mensen haters, gewoon hard rennen en je komt wel van die af.”
“Leken zij op dit monster?”
“Nee, deze was groter, en had niet van die enge klauwen. Toen ze achter mij aanzaten, waren ze nog met z’n tweeën ook. Gelukkig werd ik toen gered door een El-Easy.”
“El-Easy?”
“Ja, een kleine draak!” riep iemand vanuit de kast.
“Oké, maar zullen we die ‘vrienden’ van je maar gaan bevrijden?” Nico knikte. Dat was stap één, daarna nog dat monster zien te vinden.

Nico was zenuwachtig terwijl hij en Boris aan de deur aan het trekken waren. De deur stond al op een kier en hij ging steeds een stukje verder open. Duizenden vragen spookten door zijn hoofd: Waarom was Boris hier, had het iets te maken met die droom? Wat is dat monster? Wat bedoelde de persoon in de kast met ‘spel’? En nog meer van dat soort vragen. Angstig keek hij soms om zich heen of er niet een één of ander eng wezen op hen afkwam. Plots begon de deur luid te kraken, alsof het hout ging breken. Toch gaven ze er nog een flinke ruk aan de deur. De deur ging een stuk verder, of ging hij net zo snel weer terug? Plots vloog de deur open en hoorden ze achter de deur een luidde klaag schreeuw. Boris keek vragend naar Nico: “Was jij dat?”
“Nee, maar ik ga wel even kijken, help jij de rest maar even.”, voorzichtig liep hij naar de toch zwaar gehavende deur. Toen hij ervoor bij liep zag hij het al. Het waren de twee draken Mag en Shinai.
“Het zijn Shinai en Mag maar!”
“Mag en Shinai?” zeiden de meiden te gelijk. Snel stond Sholira ook al met Shinai in haar armen.
“Nico, mag ik je vragen wie je vriend is?” vroeg Kachara
“O, ja, natuurlijk: Dit is Boris, mijn vriend van aarde.”
“Wat, van Aarde?!” riepen ze alle drie tegelijk uit.
“Ja, van Aarde, is daar iets bijzonders aan?”
“N-nee…”, zei Sholira die zich een beetje leek te schamen
“Iedereen kijk!” Acawy wees in de richting van een draak. Hij keek hen kwaad aan.


Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.