Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Twilight » When The Lights Die Down {Twilight} » 007 - Meeting The Wolfpack

When The Lights Die Down {Twilight}

23 okt 2011 - 19:45

1777

0

214



007 - Meeting The Wolfpack

Wauw, ik word helemaal uit mezelf wakker. Als ik op de wekker kijk zie ik dat het 9 uur precies is. ik rek me uit en haal wat simpele kleren uit de inloop kast van Alice. Ik loop de naar beneden en loop de huiskamer in.
“Goeiemorgen allemaal.”¯ Gaap ik. Ik kijk om mee heen. Er is niemand. Ik haal mijn schouders op en loop naar de keuken. Even een eitje bakken moet wel lukken. Ik zet het fornuis aan en zet er een pan op. Ik gooi er twee eieren in en terwijl die bakken zet ik de waterkoker aan. Waarom hebben ze zoveel spullen als ze toch niks ervan gebruiken? Ik draai m’n eitjes om en zet nog een andere pan op het vuur. In deze pan gooi ik wat spek. Heerlijke geuren verspreiden zich door het hele huis. Als alles gekookt is gooi ik het op een bord en van het hete water maak ik thee. Ik zet alles op de glazen salontafel in de woonkamer en zet de TV aan. Ik zet het even op het nieuws. Nog meer moorden in Seattle, een rare gebeurtenis in Forks. Wacht eens even, dat is hier! Vrouw overleeft aanval van wolven zonder een schrammetje. Ze laten een interview met de vrouw zien. Ze is werkelijk prachtig: golvende bruine haren tot net over haar schouders, perfecte gelaatstrekken. Alleen een ding klopt niet: haar vuurrode ogen. Ze is een vampier die zich duidelijk pas geleden gevoed heeft. Ik hoor de achterdeur open gaan, maar ik blijf me op de vrouw op TV concentreren.
“Lekker geslapen, Amy?”¯ joelt Emmett, terwijl hij binnen komt lopen.
“Ssstt!”¯ ik gebaar dat hij stil moet zijn en wijs naar de TV. Hij komt naast me zitten, en na een paar minuten kijkt hij al net zo zorgelijk als ik. Als ze overgaan naar het volgende onderwerp, pakt Emmett zijn mobieltje en toetst een nummer in.
“Hey Carlisle, met mij.”¯

“Nee, Amy is in orde.”¯

“Nou, kijk. Toen ik thuis kwam zat Amy het nieuws te kijken en daar was een…”¯ de rest kan ik niet meer volgen omdat hij te snel en te zacht praat. Na een minuut is hij klaar en hij hangt op.
“Wat..?”¯ vraag ik, zonder te weten wat ik eigenlijk vragen wil. Hij steekt vijf vingers in de lucht en doet ze een voor een weer naar beneden, alsof hij aftelt. Precies als zijn laatste vinger omlaag is gegaan gaat de deur open en de andere Cullens komen binnen. Emmett vertelt het hele verhaal van de vrouw nog een keer en Alice komt naast me zitten op de bank. Ze staart afwezig in de verte, en iedereen kijkt naar haar. Ze kijkt nog al glazig uit haar ogen, en daardoor weten wij ook dat ze weer een visioen heeft. In een flits worden haar ogen weer helder en ze kijkt me bezorgd aan.
“Wat heb je gezien?”¯ vraagt Jasper, zijn ogen schieten even tussen Alice en mij heen en weer.
“Ik weet het niet… snel, we brengen Amy naar de grens en we moeten zelf opzoek gaan naar de vampier.”¯ Iedereen is gelijk in beweging gekomen. Denk ik. Edward heeft me opgetild en ik zit binnen de kortste keren in zijn auto. De rest zit ook allemaal in een auto, behalve Jasper, want die gaat liever met de motor. Edward rijd veel sneller dan dat hij eigenlijk mag, maar ja, dat doet hij altijd. Al snel zijn we bij de grens, en ik spring uit de auto. Edward rijd weer weg en ik loop het bos in. Ik weet dat ik de wolven niet hoef te zoeken, omdat ze mij vast veel sneller vinden. Ik loop al een tijdje als ik de bosjes achter me hoor ritselen. Ik draai me om en Paul stapt uit de bosjes.
“Ga naar huis, het bos is niet veilig voor kleine meisjes zoals jij.”¯ Zegt hij, grote fout.
“Als het niet veilig is voor kleine meisjes, wat doe jij hier dan?”¯ niemand beledigd mij zonder zelf ook beledigd te worden. Hij loopt rood aan en staat helemaal te trillen, hij gaat waarschijnlijk zo meteen transformeren.
“Jeetje Paul, rustig maar. Het was een grapje. Zeg, ik ben op zoek naar Sam, jij weet niet toevallig waar hij is?”¯ Paul word iets rustiger en wenkt dat ik mee moet komen. Na een half uurtje lopen komen we bij een klein huisje in het reservaat. Ik loop achter Paul aan naar binnen en we worden uitbundig door Emily begroet. Sam komt ook aanlopen en ik geef hem een hand. Hij kijkt me onderzoekend aan, waarschijnlijk op zoek naar een teken dat de Cullens mij pijn hebben gedaan ofzo.
“Sam, ik heb niks. Echt niet, ze zullen me nooit pijn doen.”¯ Mompel ik. Hij knikt twijfelend en ploft dan op de bank.
“Goed, wat kom je doen?”¯ vraagt hij, ik ga rustig naast hem zitten.
“Kun je Jared ook even erbij halen? Dan pas kan ik het zeggen.”¯
“Moet ik Embry dan ook roepen?”¯
“Is hij ook al wolf?”¯ dat ik niet zien aankomen. Sam knikt, en belt beide jongens op dat ze moeten komen. Na amper vijf minuten zijn ze naast ons op de bank geploft.
“Wat is er aan de hand?”¯ vraagt Embry.
“Ja, vertel op, flicka.”¯ Zegt Jared. Ik kijk met een opgetrokken wenkbrauw naar Jared. Serieus, flicka? Zal wel.
“Oke, Alice heeft een visioen gehad. Ze weet zelf niet waar het over ging maar het schijnt dat ik in gevaar ben. En omdat ze zelf op zoek moeten naar een één of andere vampier, moeten jullie op mij gaan passen…”¯ ik heb het hele verhaal even een beetje kort samengevat. Paul snuift minachtend.
“Natuurlijk, laat ons maar weer op de kleuter passen.”¯ Zucht hij geïrriteerd. Nu is het mijn beurt om boos te worden. Ik ben dus géén kleuter. Ik voel hoe ik rood aan loop en ik bal mijn handen tot vuisten. De jongens kijken me met grote ogen aan. Ik voel dat ik Paul ieder moment naar de keel kan gaan vliegen en ik draai me op mijn hakken om en loop naar buiten.
“Wauw, Paul. Zij kan iets dat jij niet kan. Zij kan weglopen voor ze in de problemen komt.”¯ Ik hoor Jared en Embry lachen. Een ‘pets’ volgt meteen.
“Jezus, Paul! Je hoeft niet meteen te slaan, man!”¯ klinkt Embry daarna.
“Jongens! Kappen nou.”¯ Sam is boos. Ik ga op het trappetje van de veranda zitten en tel fluisterend tot tien. Ik weet dat de jongens binnen het horen, ik hoor ze lachen. Ik maak van die tien twintig. Als ik weer rustig ben trek ik mijn knieën op en sla ik mijn armen over elkaar. Die jongens snappen het gewoon niet. Ik hoor hoe iemand van de bank opstaat en geschrokken sta ik zelf ook op. Ik loop snel naar het bos en begin te rennen.
“Waar ga je heen?”¯ hoor ik Paul nog roepen, ik negeer hem en ren verder. Ik blijf dicht bij de bosrand om niet te verdwalen en ren langs de garage van Jacob. Hier stop ik en ik loop naar binnen. In de garage zit een lange jongen fluitend aan een oude auto te sleutelen. Het is Jake. Oh mijn god, in het echt is nog knapper.
“Sorry, Jake?”¯ vraag ik voorzichtig.
“Ja, wat is er? Wie ben jij? Hoe weet jij mijn naam?”¯ vraagt hij weer op zijn beurt. Ik glimlach en geef hem een hand.
“Ik ben Amy Donkers, aangenaam. Ik ben opzoek naar een schuilplek, ik ben zo’n beetje op de vlucht voor Paul, Embry, Jared en Sam. En hoe het komt dat ik jouw naam weet? Ik weet alles.”¯ Dat laatste zinnetje zeg ik een beetje geheimzinnig, we moeten er allebei om lachen.
“Oke, kom verder. Wil je wat drinken? Dan haal ik even wat.”¯ Grinnikt hij. Ik loop achter hem aan naar binnen en we ploffen allebei met wat cola op de bank. Hij heeft me verteld dat zijn vader niet thuis is, die is aan het vissen met Charlie. Hij zet de TV aan en precies op dat moment gaat de deurbel. Hij gooit de afstand bediening naar mij.
“Zap maar even een beetje, ik doe even open.”¯ Met die woorden loopt hij naar de deur. Als hij weer terug komt word hij gevolgd door Jared, Sam, Embry en Paul. Ik voel de woede terug komen en voor ook maar iemand me +tegen heeft kunnen houden heb ik Paul een bitch-clap en een knietje gegeven. De rode waas voor mijn ogen verdwijnt en ik zie wat ik heb aangericht.
“Oh oh. Dat was niet zo slim.”¯ Piep ik zacht. Ik zie dat Embry moeite heeft zijn lach in te houden. Snel verstop ik me achter Jake, die duidelijk geen idee heeft wat er allemaal gebeurt.
“Wij zijn een van de enige wezens die een moord kunnen plegen zonder dat iemand er ooit achter komt. Even dat je ’t weet.”¯ Paul spuugt de woorden bijna uit. Hij draait zich boos om en loopt snel weg. De rest blijft nog even staan, maar loopt dan Paul achterna. Jake draait zich om.
“Wat was dat?”¯ vraagt hij.
“Ik heb serieus geen idee. Maar ik denk dat ik maar weer is naar huis ga.”¯ Zeg ik terwijl ik mijn mobiel pak en Edwards nummer intoets. Hij neemt meteen op, gelukkig.
“Heey Edward, met Amy.”¯
“Amy? Wat is er?”¯
“Niks ergs ofzo, maar zou je me op kunnen halen?”¯
“Is goed.”¯
“Ik wacht bij de grens, dan vertel ik alles in de auto wel.”¯
“Is goed, tot zo.”¯
“Wacht, zou je Alice willen slaan?”¯
“Altijd, met welk excuus?”¯
“Dat ze me hier dus niet heen moeten sturen.”¯ Ik hoor het geluid van iemand die iemand slaat en ik grijns. Edward is toch zo behulpzaam.
“Gedaan, verder nog iets?”¯
“Nee, tot zo bij de grens.”¯
“Tot zo.”¯ En ik hang op.
“Zou jij me naar de grens van het reservaat kunnen brengen, Jake?”¯ vraag ik, hij knikt en we lopen naar buiten. Ik klim achterop zijn motor en houd me stevig vast. Zo rijden we naar de grens en hij zet me af. Ik bedank hem, zwaai naar hem en hij rijd weg. Zodra Jake uit het zicht is, komt Edward aan rijden. Ik ga in de bijrijders stoel zitten en Edward keert om en rijd weer weg. Ik vertel het hele verhaal en beantwoord zijn vragen. Af en toe liggen we allebei helemaal slap van het lachen. Thuis eet ik nog een bord warm eten en dan ga ik naar bed. Ik val al heel snel in slaap, maar ja, wat wil je dan na zo een lange dag..


Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.