Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Tokio Hotel » Attention » Jumpy on high heels

Attention

10 dec 2011 - 17:48

2623

6

738



Jumpy on high heels

Wauw, alweer een maand geleden! 0.0 Maar nu heb ik weer internet, dus hopelijk een snellere post hierna..

Het restaurant was een complete drama. Alles rook naar ei en verse croissantjes en die dodelijke combinatie liet mijn maag omdraaien. Ik had voordat ik de toilet invluchtte een appel in mijn handtas gestopt voor de busreis die ging komen.
In geen tijden ben ik zo nerveus voor wat gaat komen -en dat zit niet alleen in de binnenkant, van buiten zie ik er uit als een autowrak. Mijn huid kan blijkbaar nog witter en mijn haar is futloos. Zo wil ik mijn eerste ‘echte’ werkdag niet beginnen. Hoe moet dit overkomen bij de andere crewleden? Ze kan het nu al niet meer aan, laat haar maar thuis.
De schokkende bus die opstart zorgt ervoor dat ik een stuk de lucht in schiet. Mijn geklauwde handen aan de bank weerhoudt mij ervan om niet gelijk door het plafond te schieten zodat ik kan ontsnappen van deze regelrechte nachtmerrie. En David houdt mij op mijn plaats, staat naast mij met een hand geruststellend op mijn schouder -dat is tenminste wat hij probeert over te brengen, zo gok ik- en drinkt zijn zoveelste mok met koffie om al zijn slaap uit zijn systeem te krijgen. Bij mij is het niet veel anders. Op het uitklapbare campingtafeltje middenin de smalle en oncomfortabele banken zit mijn espresso te dampen. Het aantal is nog niet te evenaren met dat van David, maar het begint me al aardig gerust te stellen en het is het enige wat ik nog binnen krijg.
“Is alles in orde?”¯ David wandelt van mijn zijde vandaan om tegen het tafeltje te leunen. Afwachtend nipt hij aan zijn koffie tot ik antwoord geef.
“Valt het zo erg op?”¯ verzucht ik, haal snel mijn koffie van de tafel voordat hij het omstoot en in zijn broek laat gieten.
“Een beetje -en ik heb na al die jaren een gecompliceerde radar ontwikkeld die nerveuze werknemers bespeurd. Alias; ik heb al zoveel mensen aangenomen en allemaal waren ze op hun eigen manier nerveus. Wees niet zo hard voor jezelf, want ik zal het in ieder geval niet voor je zijn. En voor als je het niet is opgevallen; ik ben niet zo serieus. Als ik dat was geweest, dan werd mijn naam voor het laatst gezegd wanneer ik onder de grond werd gelegd.”¯ Dankbaar glimlach ik naar hem. Hij geeft nog een laatste bemoedigende kneepje in mijn schouder en verkondigd dan dat hij voor een paar uurtjes in zijn kantoor zit. Hij raadt mij aan om nog even te slapen nu het nog kan, maar dit sla ik vriendelijk af. Slapen met een overstuurd lichaam gaat echt niet lukken. Ik besluit wel om naar mijn vertrek te gaan, om de enige reden dat ik ongestoord kan bellen.
“Hallo, Traveller! Hoe is het daar?”¯ neemt Celine enthousiast op na de derde overgangstoon. Haar stem stelt mijn maag al wat meer gerust.
“Mwah,”¯ antwoord ik omslachtig. Tussen het telefoneren door leg ik mijn hoofdkussen tegen de wand zodat ik comfortabel rechtop kan zitten. “De zenuwen gieren door mijn lijf. We zijn onderweg naar Brussel voor hun eerste concert en ik heb het gevoel dat ik straks het podium op moet. Wat als dit gevoel niet weggaat?”¯
“Doe niet zo. Ik weet dat je het perfect gaat doen. De kop moet er gewoon afgebeten worden en daarna ga je vlammen! Heb je al je eerste opdrachten gehad?”¯ Mijn antwoord laat ik nog even voor wat het is wanneer ik Espresso mijn slaapcabine binnen zie trippelen. Mijn aanwezigheid wordt meteen gelokaliseerd en springt op bed. Al helemaal in zijn hum begint hij rondjes te draaien op mijn schoot tot dat hij de beste positie heeft gevonden en gaat dan liggen.
“Je zal wel gelijk hebben. Nog niet. Hij is in zijn kantoor bezig, ik neem aan dat ik daarna aan de slag ga. Misschien ben ik daarom zo misselijk. Al heb ik met hem van alles gesproken, ik ben nog niet aan mijn praktijk begonnen. Het voelt een beetje alsof ik van een afstand zie hoe een kat een pasgevangen vogel oppeuzelt en ik alleen maar hulpeloos kan toekijken. Ik voel me nutteloos op het moment,”¯ verklaar ik met een diepe zucht.
“Nee, dat is de natuur en daar heb jij je niet mee te bemoeien. Als je je zo nutteloos voelt, waarom wacht je dan op een opdracht? Ga naar die leuke baas van je en vraag om werk.”¯ Hoe makkelijk ze het ook zegt, het was mij niet opgekomen om dat te doen. De mist lijkt uit het niets op te klaren en ik voel me nu al stukken beter.
“Je hebt gelijk! Ik ga het hem meteen vragen. Doe de groeten aan Alex. Ik moet je hangen!”¯
“Oké, Mercedes, kick some butt!”¯ Lachend hang ik op en duw de kat van mij af zodat ik kan opstaan. Onderweg naar zijn kantoor -drie treden naar boven- strijk ik mijn kleding weer op orde en haal de klip uit mijn haar zodat mijn haarbos langs mijn gezicht valt. Zelfzeker klop ik aan.
“Binnen.”¯
“David?”¯ De genoemde kijkt op uit zijn papieren met een vragende blik. Wanneer hij mij ziet wenkt hij me naar binnen. Beheerst sluit ik de deur achter mij en ga met een rechte rug voor zijn bureau staan.
“Zeg het eens.”¯
“Ik zou mij stukken beter voelen als je mij al wat werk laat verrichten. Niets doen gaat er niet in bij mij.”¯ Op de gezicht van de man ontstaat een speelse grijns. Onbedoeld verschijnt er een kleur op mijn gezicht, maar wegkijken betekent zwakte tonen.
“Geweldig! Kom er dan maar bij. Ik heb wat mensen voor je die je even na moet bellen. Ik zal de desbetreffende info erbij stoppen, dan weet je waarvoor je belt.”¯ Hij zendt mij een knipoog en zoekt dan tussen de stapels papieren. “Hier. Je mag het meenemen voor als je het fijner vindt om ergens anders te bellen. De grote baas die over je schouders meekijkt zal vast niet helpen.”¯
“Dankjewel. Ik zal je niet teleurstellen!”¯ Tevreden neem ik de papieren over en loop zijn kleine kantoor uit. Ik ga naar beneden naar het einde van de bus waar een compacte lounge zit en waar het ook stukken rustiger is. Daar vis ik mijn mobiel tevoorschijn en tik het eerste nummer in.
“Goedendag, u spreek met Nathalie van Vorst Nationaal, waarmee kan u ik van dienst zijn?”¯ neemt de receptioniste van de concerthal op.
“Hallo, u spreekt met Ade von Nordgau, de assistent van David Jost. Ik bel namens de band Tokio Hotel die vanavond bij jullie gaat optreden. Ik wilde weten of we zonder problemen kunnen parkeren en uitladen, zeg rond vier?”¯
“Dat zal geen probleem zijn. Het terrein waar jullie zullen parkeren is afgeschermd en onze beveiligingsdienst houdt een oogje in het zeil. Houd er rekening mee dat de fans al aan de voorkant zijn gebivakkeerd. Ik raad aan via een omweg binnen te rijden, dat voorkomt een hoop stress.”¯ Alles wat wordt gezegd noteer ik in kort op, maar stop verrast bij haar laatste woorden.
“U klinkt ervaren? Is het zo erg?”¯
“Erg zal ik het niet noemen. Ze zijn gewoon erg toegewijd naar hun idolen. Een paar nachten in de kou slapen doen ze dan ook zonder te aarzelen.”¯
“Serieus? Dat is inderdaad erg..toegewijd? Goed. Bedankt voor uw hulp. Ik bel nog een keer voor de exacte aankomst. Tot ziens.”¯
“Prima. Een fijne dag.”¯

Helemaal in mijn nopjes klop ik terug aan bij David die zijn kantoor nog niet heeft verlaten. Na zijn akkoord loop ik naar binnen en zie nog net hoe hij de luxaflex van zijn raampje naar beneden doet.
“Is alles goed gegaan? Of heb je nog wat vragen?”¯ Hij heeft zich weer over zijn werk gebogen, maar kijkt verrast op wanneer ik mijn stapeltje voor zijn neus op het bureau laat vallen. “Al klaar zie ik? Laat mij eens zien dan.”¯ Papiertje voor papiertje gaat hij alles af en checkt alle notities. “Netjes. Ik ben er erg tevreden over.”¯
“Dankjewel, David.”¯
“Nou, ik houd je niet tegen om mijn werk nog meer te verlichten, maar eerst gaan we een stop maken. Even de benen strekken. Er is ook een restaurantje als je wat wilt halen.”¯ In geen tijden heb ik zoveel geluk uitgestraald. Ik voel mij terug vijftien in zonnig Spanje, samen met Felipe. Hand in hand door Madrid. Zoveel mensen en toch alleen maar oog voor elkaar. We waren hét koppel van de stad, zo vonden wij dan. Wat was ik toentertijd ontzettend koppig..
“-Ade?”¯
“Hm?”¯ Mijn verleden wordt weer weggeveegd. Verward kijk ik in de ogen van mijn manager die geamuseerd een wenkbrauw heeft opgetrokken. “Sorry, wat zei je?”¯
“Dat je een heerlijke dromer bent. Nee, ik vroeg of je voor mij de jongens kan bellen en zeggen dat we over tien minuutjes stoppen. Waarschijnlijk slapen ze nog allemaal. Of probeer Gustav, hij is het makkelijkste te bereiken.”¯ Ik doe mijn best zo professioneel mogelijk te kijken, want mijn lach kriebelt gevaarlijk in mijn keel en ik wil niet dat hij dat ziet. Waarom ik zo’n last heb van mijn giebelbui weet ik niet. Wat ik wel weet is dat er een stofje door mijn aderen stroomt die mijn een onoverwinnelijk gevoel geeft. Niets weerhoudt mij, zo voelt het.
“Geen probleem, ik zal hen op de hoogte brengen. Tot zo.”¯ Wanneer ik de deur achter mij sluit en naar mijn weten van gehoorafstand ben, kan ik het niet laten om een gilletje los te laten en op mijn hakken te trippelen. “-Hij is tevreden over mijn werk,”¯ piep ik opgewonden en loop door naar de lounge achterin de bus. Gustav’s nummer haal ik erbij en druk op het groene telefoontje.
“Hallo?”¯ wordt er voorzichtig gevraagd, hij klinkt bang omdat iemand achter zijn nummer is gekomen waar hij niet van wilt dat die hem heeft.
“Hai Gustav, met Ade. Ik bel om door te geven dat er over ongeveer tien minuten een stop is zodat we de benen kunnen strekken. Wil jij dit voor mij aan de rest melden?”¯ Afwezig trek ik aan het koortje van het gordijn.
“Ik hoorde het.”¯
“Van wie?”¯ stomverbaasd kijk ik naar mijn mobiel, maar besef mij dat hij dit helemaal niet kan zien.
“Van de buschauffeur. Alle dertien bussen hebben een gedeelde frequentie om met elkaar te communiceren voor als er iets mis gaat. Ik stond toevallig bij de chauffeur wanneer zijn collega het doorgaf.”¯ Handig.
“Mooi. Weet de rest het dan ook?”¯
“Nee, die slapen. Als ik ze wek ben ik de dupe. En Tom en Bill hebben hun eigen bus, ik zit alleen met Georg”¯ Mijn wenkbrauwen reizen de lucht in, hebben ze twee bussen? Ik gooi het gordijn op en zie de tourbus achter ons rijden. Een gedaante naast de chauffeur zie ik zwaaien. “-Je mag best terug zwaaien hoor.”¯
“Oh, dat ben jij! Wat stom.”¯ Onwennig zwaai ik terug, maar schuif gelijk het gordijn weer dicht. Ik hoor hem door de telefoon lachen om mijn actie.
“Lekker vriendelijk ben je. Maar goed. Ik wek Georg dan wel, maar je moet de tweeling echt zelf doen. Ik zie je buiten!”¯ Hij hangt op. Oké, de tweeling bellen, dat moet niet zo moeilijk zijn. Maar dan alleen Bill, want Tom blijft me op mijn zenuwen werken.
“Hallo, wie is dit?”¯ Jezus, wat een angsthazen zijn het! Het liefst haal ik nu een grap bij hem uit en doe mij voor als een hitsige groupie die hij ooit in het verleden gezien had, maar dat zou niet juist zijn, niet te vergeten totaal niet professioneel.
“Hey, met Ade spreek je! Van David moet ik jullie wekken. Over zeven minuten, denk ik, maken we een stop zodat we er even uit kunnen. Er is ook een restaurantje, dus als jullie honger hebben.. En wil jij Tom voor mij optrommelen?”¯ Aan de andere kant van de lijn wordt flink gerommeld en ik hoor een schrapende keel.
“Ade! Wat leuk dat je mij belt.”¯ Het rommelende geluid begint op gestoei te lijken. Vage stemmen klinken op de achtergrond. Ik besef me dat hij een vinger op zijn mobiel heeft geplaatst zodat ik niets hoor. “-En ik help je graag!.. Rot op..”¯ scheldt hij sissend van zijn mobiel vandaan. Mijn ogen rollen in hun kassen bij het horen van Tom; ‘waarom heeft ze jou aan de telefoon?!’
“Mooi, je broer is ook wakker. Ik zie jullie zo.”¯ Haastig hang ik op voordat ik getuigen ben van een familietragedie. Het zal vast erfelijk zijn, want ze weten beiden precies hoe je iemand moet stangen.

Het is niet bepaald frisse lucht die ik diep inadem wanneer ik de eerste stap op vaste grond zet, maar het voelt fijn om in een bredere omgeving te zijn. Ik ben benieuwd hoe lang ik het volhoud in de bus zonder gek te worden, al heb ik het geluk het alleen met David en twee chauffeurs te delen; zij moeten elkaar scherp houden en afwisselen. Maar alsnog hoef ik maar mijn armen te strekken en ik sla in iemands gezicht.
De laatste bus staat nu ook geparkeerd. Een grote groep mensen staan bij elkaar met een sigaret in de hand onder een dak van rook. Er wordt goed gekletst en hevig gelachen en doet mij voor even denken aan mijn grote familie. Dit beeld vervliegt meteen bij het zien van de tweeling die uit de rookmuur stapt en hun sigaret uitdrukken met hun zool. Nog mysterieuzer is de videoploeg bestaande uit drie mensen die te voorschijn komen en de jongens volgen naar het restaurantje. Ik ben glad vergeten dat er gefilmd ging worden deze tour. Dat verklaard de kleinere bus die tijdens de rit continu heeft ingehaald en afgeremd. Shots maken van een rij rijdende bussen is blijkbaar interessant.
Hoe negeren ze die camera’s? De vier jongens komen het restaurant weer uit en ik heb mij geen centimeter verroerd sinds ik buiten ben. Ik leun nog steeds tegen mijn vervoer en observeer alles en iedereen, wat nu de band is geworden. Gustav en Georg ravotten met elkaar op de achtergrond, terwijl Bill met zijn handtas voorop loopt en Tom hem volgt. Beide een mega zonnebril op terwijl de zon nergens te bekennen is. Allures hebben ze zeker.
Is dat wat mensen van nu leuk vinden? Ik begin mij plots oud te voelen. In ‘mijn tijd’ was je helemaal weg van boybands die onschuld uitstraalden. Geen poespas, alleen een spijkerbroek met een shirt en hun talent. Nu lijkt het om alles te gaan wat niet met talent te maken heeft.
Toch wel geïnteresseerd blijf ik ze bekijken. Bill heeft besloten om achteruit te lopen om de camera in te kijken en houdt daar een woordje tegen. Hij maakt veel handgebaren en probeert ondertussen de pokende vingers van zijn broer te ontwijken. De ploeg is er weg van, te zien aan de man met de handcamera en een klembord. Hij probeert zijn lach onhoorbaar te houden voor de microfoon die zijn collega achter hem en zijn andere collega met de grote camera op zijn schouder vast houdt.
Ze weten precies hoe ze hun doelgroep moeten inpakken; hun vrouwelijke tieners. Wanneer Tom de kans krijgt grijnst hij de lens in. Bill is bewust van zijn schattige lach en Georg heeft ook zijn steelse blikken. Gustav is zo te zien niet de grootste camerageilerd, maar weet wel hoe hij zijn charmante blik moet gebruiken. Als ik hun was dan was ik vastgevroren aan de grond als een prooidier die ongezien zijn roofdier probeerde te ontkomen.
Pas wanneer de jongens in de bus van de tweeling verdwijnen met de filmploeg op hun hielen weet ik mij weer te bewegen. Nu merk ik ook op hoe gevaarlijk mijn maag knort en dirigeert mij naar het restaurantje. De geur van vers gebakken broodjes valt dit keer wel goed en besluit om een pakketje te maken voor de mannen in mijn bus. Het is een vrouw haar taak om goed te zorgen voor haar jongens.


Reacties:

1 2

JustSomeGirl
JustSomeGirl zei op 11 jan 2012 - 20:30:
Ik loop een beetje achter.
Maar ik ben bezig met inhalen.
Want dat moet wel met zo'n prachtige verhalen !
Zeer leuk.
Gustav en Georg ravotten met elkaar op de achtergrond, terwijl Bill met zijn handtas voorop loopt en Tom hem volgt. Beide een mega zonnebril op terwijl de zon nergens te bekennen is. Allures hebben ze zeker.

Dat is zeker !

<3


raveness76
raveness76 zei op 2 jan 2012 - 0:08:
ik hoop dat je snel verder gaan met dit verhaal.
Vind het een leuk verhaal!!..



xNadezhda zei op 16 dec 2011 - 14:10:
-ik lees dit veel te laat, sorry-
Ja. Eigenlijk net wat Natascha zegt, het maakt dit zo origineel dat Ade net even een andere categorie is dan het doorsnee TH-fan-tienermeisje. Ze is al volwassen en van een heel ander slag dan de hoofdpersonen in de meeste fics. & dat is awesome.
[Om het gesprek met Gustav moest ik trouwens echt lachen. :']
<3


AppleSauce
AppleSauce zei op 15 dec 2011 - 18:39:
Ik hou van David en Ade ze zijn zo schattig samen! maar dat ben ik dan weer.


Vespertine
Vespertine zei op 11 dec 2011 - 23:30:
“-Je mag best terug zwaaien hoor.”¯
“Oh, dat ben jij! Wat stom.”¯

___o___ DIT IS ZO AWESOME. Ade is zo leuk! Hihi. <3

Een grote groep mensen staan bij elkaar met een sigaret in de hand onder een dak van rook. -> Wat zeg je dat leuk, "onder een dak van rook"!

En dat stuk waarin ze de tweeling wekt is hi-la-risch. Heerlijk. I luv it!

Is dat wat mensen van nu leuk vinden? Ik begin mij plots oud te voelen. In ‘mijn tijd’ was je helemaal weg van boybands die onschuld uitstraalden. Geen poespas, alleen een spijkerbroek met een shirt en hun talent. Nu lijkt het om alles te gaan wat niet met talent te maken heeft.

Dat vind ik leuk, dat je ook het contrast geeft met "haar tijd". Dat je echt duidelijk maakt dat Ade niet zo maar even van dezelfde categorie is.

De geur van vers gebakken broodjes valt dit keer wel goed en besluit om een pakketje te maken voor de mannen in mijn bus. Het is een vrouw haar taak om goed te zorgen voor haar jongens.

Wat lief! <3 Oke, nu stop ik met aanpassen. ^^"