Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Within Temptation » Aquarius » 8. Please, take me down

Aquarius

4 juni 2012 - 21:53

1179

0

392



8. Please, take me down

"Maar de waarheid is niet datgene wat je wil horen." Zegt Pelagius.
Hij wil het niet vertellen. Hij wil alles vergeten.
Maar zij wil het wel weten. Daarvoor is ze hierheen gekomen. Dat is de reden dat ze elkaar hebben ontmoet.
"Zeg het me." Smeekt ze.
"Oké, oké. Maar niet boos worden, beloofd?" Zegt hij. Niet boos worden? Natuurlijk gaat ze boos worden. En dat is heel goed te begrijpen.
"Nee, doe ik niet. Zeg gewoon wat er is. Wat je weet. Maakt niet uit." Zegt ze.
"Oké. Ga zitten. Wil je wat drinken?" Vraagt hij.
"Nee, hoef ik niet. Rek nou niet nog meer tijd, ik word gek hier." Zegt ze.
Hij zucht. "Het zit zo. Ik weet waar je ouders zijn. Althans, wat er met ze is gebeurd." Anastasia krijgt grote ogen maar onderbreekt hem niet. Hij had op zijn minst een 'waarom heb je dat niet eerder gezegd' verwacht.
"Ze waren inderdaad mee geweest met hetzelfde boottochtje als wij vanmiddag. En... Toen kwamen we langs ze. Je hebt er al over gelezen, dus ik hoef je niet al te veel gruwelen te vertellen." Zegt hij.
"Langs wie? Die nimfen waar ik over heb gelezen?" Vraagt ze.
Hij knikt.
"Ze lokken de bemanning met hun gezang. Als een soort hypnose om de mensen naar zich toe te krijgen. Dit gebeurde die dag ook. Ik was er vlak bij. Nog erger, het was mijn familie die het deed." Hij durft haar niet meer aan te kijken.
"En toen?" Vraagt ze.
"Zoals altijd kwam de boot onze kant op. Ze waren niet bedacht op de rotsen op de bodem van de zee. Daardoor zat de boot vast. Maar iedereen wilde naar de nimfen toe." Zegt hij.
"Dus de mensen zijn uit de boot gesprongen?" Vraagt ze.
Hij knikt. "Sommige mensen zijn toen al ongelukkig op de rotsen terecht gekomen en daaraan overleden. Anderen anderen werden naar de nimfen toe gelokt. Weet je ook waar we van leven?" Vraagt hij.
"Nee." Zegt ze.
"Alle levenskracht word uit de mensen gezogen. Hoe jonger de persoon is, hoe beter. Zij overlijden daaraan, wij gaan ons er beter van voelen." Zegt hij.
"Oh..."
"Ik zei toch dat je het niet wilde horen." Zegt hij.
Van het gezicht van Anastasia valt niets af te lezen. Het is helemaal blank.
"En dat is ook met mijn ouders gebeurd?" Vraagt ze.
"Ja."
Ze zeggen even niets meer.

"Ik snap het best als je me nooit meer wil zien." Zegt hij na een tijdje.
"Nee. Ik wil bij je blijven. Je was eerlijk." Zegt ze.
"Maar je kan niet bij me blijven. Ik moet zo nu en dan weer terug. Ik kan niet eeuwig op het land blijven. Dan sterf ik." Zegt hij.
"Dan ga je terug wanneer je terug moet, en kom je terug als je terug wil." Zegt ze.
"Ik denk dat het beter is als je even rust in plaats van dat je te ver vooruit denkt." Zegt Pelagius.
"Waarom?"
"Omdat een toekomst samen gevaarlijk kan zijn. Ik ben al te ver met je gegaan." Zegt hij.
"Maar zonder jou heeft mijn leven geen zin meer." Zegt ze.
"Jawel. Je bent nog jong, je kunt nog zo veel bereiken. Je krijgt een mooie baan. Een goeie man die voor je zorgt. Een gezinnetje. Het ligt allemaal nog binnen handbereik. Met mij heb je dat allemaal niet." Zegt hij.
"Jawel." Zegt ze.
"Nee. Dit komt allemaal door die band die we hebben dat je dat denkt. Maar als we elkaar even niet meer zien komt dat vanzelf goed. Je moet voor jezelf zorgen." Zegt hij.
"Dat wil ik niet. Ik wil bij jou blijven. Voor altijd." Zegt ze.
"Voor altijd is een lange tijd hoor." Zegt hij.
"Dat geeft niet."
"Ga nou maar slapen." Zegt hij.
"Blijf je dan bij me?" Vraagt ze.
"Ik zal bij je blijven."
Ze gaat nog even goed liggen. Al snel zinkt ze weg in een diepe slaap. Een rustige slaap, zonder nachtmerrie-elementen erin. Een droom waarin ze samen is met Pelagius.
Midden in de nacht word ze weer wakker. Ze is alleen. Nog wel in het strandhuisje waar ze al was.
"Pelagius?" Haar stem klinkt schor.
Ze kijkt om zich heen. Geen beweging te zien.
"Pelagius, waar ben je?" Vraagt ze.
Ze voelt een leegte in zich. Ze heeft hem nodig. Ze wil bij hem zijn.
Anastasia loopt naar buiten. En roept hem nog een paar keer. Geen antwoord.
Alleen maar de golven die rustig komen en gaan.
Ze roept nog eens over de zee. Loopt als een soort gehypnotiseerd de zee in.
Alleen is ze zich heel erg bewust van wat ze doet.
Steeds verder, steeds dieper gaat ze de zee in. Het is bijna te hoog om haar hoofd boven water te houden.
Vanaf nu moet ze zwemmen, ze kan niet meer bij de grond.
Een hoge golf gaat over haar hoofd heen. Even is ze kopje onder.
Ze gaat nog verder en verder.
Alles wat door haar heen gaat is zijn naam. Ze is wanhopig door aan het zwemmen. Ze zal doorzwemmen tot ze hem vind.
Is hij dat verderop. Ze roept. Geen reactie.
Snel zwemt ze dichter bij. Het was niets. Gewoon verbeeld.
Haar armen en benen worden moe. Haar lichaam word koud. Weer een golf over haar heen.
Ze heeft steeds meer moeite om boven water te blijven.
"Moet hem vinden." Denkt ze.
Proestend komt ze weer boven water.
Nog voordat ze heeft kunnen inademen is er een nieuwe golf.
Haar armen en benen zijn zo moe... Eventjes uitrusten kan toch wel?
Ze voelt zich naar beneden zakken.
'Nee, ik mag niet naar beneden zakken.' denkt ze.
'Hoewel... Hij is waarschijnlijk daar beneden. Hier boven zal ik hem nooit kunnen vinden.'
De stroming neemt haar een eindje mee. Ze ziet nog maar vaag een paar lampjes van het vaste land. Of is dat wat anders? Ze weet het niet.
Nog een golf. Een golf die haar naar beneden duwt en weer meezuigt de zee in.
Ze kan niet meer.
Ze zal verdrinken.
Het zal niet lang meer duren.
Zou het lang duren voordat je buiten bewustzijn bent? Moet ze er gewoon aan toegeven?
Diep in gedachten zakt ze naar beneden.
Haar lichaam te koud om nog wat beweging in te krijgen.
Pijnlijk van de kou, maar gevoelloos om iets vast te pakken.
Dan voelt ze armen om zich heen.
Ze is onder water, maar hij heeft zijn armen om haar heen.
Ze voelt zich veilig. Misschien iets te veilig.
Ze laat alles los. Alles laat ze gaan.
Hij is hier gekomen voor haar, ze zijn weer samen.
Ze hoort hem niet meer wanneer ze boven water zijn.
Hij was te laat.
Zij is opgehouden met adem halen.
En het was zijn fout. Hij was te laat, en hij zal het zichzelf nooit vergeven.
Hij sleept haar het land op.
De zon begint al op te komen. Kleurt haar een beetje rood.
Een warme gloed gaat over hun beiden heen.
Ze was uitgeput, hij had haar nooit alleen moeten laten.
En nu is er niets meer wat hij kan doen. Hij wil voor altijd bij haar zijn.
Hij is ook uitgeput. Van het vele proberen om haar weer tot leven te krijgen. Maar het lukt niet.
Daar liggen ze samen.
De een verdronken, de ander wachtend tot hij uitdroogd. Lang zal het niet duren, en dan zullen ze weer samen zijn.
Voor altijd, zoals ze wilde.
Hij zal voor altijd over haar waken, zoals hij had beloofd. Beloofd aan zichzelf, en aan haar.

I need you Aquarius
Enchanted I will have to stay.
I feel you Aquarius
'cause you the sea set me free


Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.