Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » One Direction » Scherven » Save you tonight

Scherven

16 juli 2012 - 16:07

1184

4

334



Save you tonight

Oh, now you’re at home and he doesn’t call.
You should open your eyes, but they stay closed.
Up, up and away. I’ll take you with me.


Ze zat op de bank, in haar huis. Haar moeder was op het werk, zoals het hoorde overdag. Oma was dood, dus die was er ook niet. Niemand om hen te storen. Niet dat ze echt iets deden. Ze snapte überhaupt niet waarom ze samen binnen waren. Ze had niemand ooit verteld waar ze woonde, zelfs Paul niet.
Joan was anders. Op de één of andere manier had Joan haar zover gekregen dat ze haar mee naar huis had genomen. Daar was het warmer dan op straat. Daar was alcohol, ook al was het vieze, slappe witte wijn. Het effect was hetzelfde. Ongeveer. Na een glaasje of wat. Joan dronk niet. Niet zoveel als Joy. Die vond dat niet erg, zo bleef er meer over voor haar.
Buiten was het donker. Donderwolken hingen boven de stad, dreigden alle straten te doen overstromen met regen, alle huizen te doen trillen op hun grondvesten met donderslagen. Joy vond onweer prettig. Daardoor voelde ze zich vrij, levend. Voor zover ze daartoe in staat was. Ze hield van het harde geluid. Het felle licht. De weet dat de bliksem haar binnen enkele seconden naar een andere wereld kon helpen. De duivel had waarschijnlijk al een plekje voor haar gereserveerd in de hel. Ze kon niet wachten om hem aan te nemen. De bliksem zou haar een handje helpen, zodra het nodig was. Of niet, als ze hulp uit een andere hoek zou krijgen. Het maakte haar werkelijk niets uit.
Joan maakte het wel uit. Daarom stonden alle lichten aan, en de televisie. Er werd een praatprogramma uitgezonden, iets over financiën. Joy snapte er niet bijzonder veel van, luisterde eigenlijk ook niet. Zij zou haar geld toch wel blijven verdienen, en zo niet zou ze wel een andere manier vinden. Op straat leven leek haar ook geen straf.
Joan wel. Joan was bang voor alles en voor iedereen. Bang voor de dood, maar evenzeer voor het leven. Joys onverschilligheid joeg haar angst aan en stelde haar tegelijkertijd gerust. Zo erg kon het niet zijn.
‘Denk je dat ‘ie erachter komt?’ vroeg Joan aan Joy, zonder haar ogen van het televisiescherm af te halen. De werkelijkheid op het scherm beviel haar. De andere werkelijkheid. De werkelijkheid waarin geld de zorg van de dag was, in plaats van een pooier door wie je uitgebuit werd. Het was prettig om te doen alsof zij zich ook zorgen maakte over de aandelen van de banken, alsof het effect op haar had. Ze probeerde zich op zijn minst wijs te maken dat ze rijke klanten had, maar ook dat was niet waar. Het zou haar simpelweg niet beïnvloeden wat de banken deden.
De werkelijkheid op televisie was haar werkelijkheid niet. Het was Joys werkelijkheid evenmin, maar het was prettig om te doen alsof haar problemen er niet toe deden.
‘Niet als je over een uurtje weer de straat op gaat,’ antwoordde Joy. Ze wist dat hij er nauwelijks een probleem van maakte. Ze kende hem niet, maar hij wist dat Joan het niet in haar hoofd zou halen te stoppen. Hij wist dat ze het niet durfde. Dus maakte het niet uit, zolang ze elke avond geld binnenhaalde. En dat deed ze.
‘Heb je nog van Paul gehoord?’ vroeg Joan, nog steeds zonder haar ogen van de televisie af te halen. Praten over vrienden, dat was normaal. Paul was een vriend. Eigenlijk was Paul een klant, maar ze konden natuurlijk altijd doen alsof. Joan hield van doen alsof.
Joy niet. Joy vond de werkelijkheid wel genoeg. Daar hoefde niet nog meer dimensies bij te komen, geen dromen en geen wensen en geen behoeften. Niets anders dan drank. Nergens voor nodig.
‘Nee,’ antwoordde ze, terwijl ze een sigaret opstak. Hij had haar al weken niet gebeld, niet meer sinds de oktoberochtend waarop ze zijn voordeur dicht had geknald. Ze wist dat hij haar binnen zou laten als ze voor zijn deur stond, maar hij belde haar niet. Ze was hem niet meer tegengekomen. Als Joan er niet om gevraagd had, zou ze niet aan hem gedacht hebben. Paul had niet gebeld.
Sterker nog, Paul wist niet eens van het bestaan van Joan af. Ze had hem niet meer gesproken sinds ze haar ontmoet had bij de man die van kaarslicht hield. Toch vroeg het meisje naar hem, omdat Joy haar over hem had verteld. Ze vroeg wel vaker naar hem. Niet dat hij nog iets van zich liet horen. Haar boodschap was duidelijk geweest, ook al wist ze zelf niet helemaal zeker wat haar boodschap was. Ze wist niet zoveel.
De donder knetterde oorverdovend hard, waardoor Joan een stukje van de bank omhoog schoot. Ze was oprecht bang. De bliksem verlichtte de hemel een seconde lang, zo fel dat Joan haar ogen toekneep. Meteen daarop volgde een nieuwe donderslag, nog harder en langer dan de vorige.
‘Wat als het ergens inslaat?’ vroeg Joan, met stemverheffing om over de herrie heen te komen. Joy haalde haar schouders op. ‘Dan ontstaat er brand,’ voorspelde ze. Joans lippen bewogen om iets te zeggen, maar ze deed het niet. ‘Nee, ik vind het niet eng,’ antwoordde Joy, zonder de vraag gehoord te hebben. Ze zakte onderuit op de bank en sloot haar ogen, luisterend naar het gedonder boven haar hoofd. De televisie kwam er niet overheen. Om de zoveel seconden werd er een hels licht door haar oogleden heen naar haar netvlies gezonden. Ze overwoog een seconde lang om zich gewoon voor te bereiden op een inslag, besloot toen dat daar geen voorbereidingen voor getroffen hoefden te worden. En ze wilde zichzelf de eventuele teleurstelling besparen. Voorbereiden op het einde vond ze niet erg, maar dan moest het einde ook wel komen.
Iets zei haar dat het niet kwam. Nog niet. De duivel moest nog even op haar wachten. Heel eventjes nog. In elk geval een paar uurtjes. Ze voelde Joans ogen op haar gezicht branden, ze voelde hoe de angst van het meisje de kamer door straalde. Het was bijna tastbaar. Ze nam de emotie bijna in zich op, ging het bijna zelf voelen. Bijna.
De kalmte bleef. De onverschilligheid overheerste. Ze wilde zich oprichten en Joan aankijken en haar vertellen dat het allemaal goed zou komen, maar ze weigerde te liegen. Ze weigerde Joan valse hoop te geven. Ze wist niet waarom, maar ze wilde er simpelweg niets van weten. Ze beloofde zich dat, mocht er iets gebeuren, ze Joan zou proberen te helpen. Geruststellen, meenemen naar de hel. Erger dan het leven kon het niet zijn, dacht ze bij zichzelf. Zeker niet voor iemand zoals Joan, die voor alles en iedereen bang was omdat ze teveel had meegemaakt.
De belofte was voor Joy genoeg. Ze hoefde niet op te staan, niets te zeggen, niets te doen. Ze had het beloofd, aan zichzelf, en ze wist dat ze het zou doen. Als de bliksem in sloeg, die dag. Dan zou ze Joan helpen.
De bliksem sloeg niet in.

Okay, dit is het slechtste hoofdstuk so far.

Denk ik.

Sorry daarvoor.


Reacties:


xcarrotx
xcarrotx zei op 12 jan 2014 - 15:01:
mooi hoofdstuk! toen Joy over die belofte begon kreeg ik echt zo'n gevoel van: laat die bliksem nu maar inslaal. we are all ready

er kwam ook nog iets terug uit een vorig hoofdstuk. laat me even zoeken hoor. ik weet niet meer wat het was. gevonden!

De duivel had waarschijnlijk al een plekje voor haar gereserveerd in de hel. Ze kon niet wachten om hem aan te nemen.

die ken ik! het is nog steeds een van mijn favoriete zinnen. heerlijk die onvershilligheid. maarr ik kan ook niet wachten tot Joan en Jody elkaar ontmoetten.


Chayenne
Chayenne zei op 19 juli 2012 - 3:27:
Sorry dat ik het nupas lees, maar wouw ji kan echt goed schrijven! Ga snel verder!


neversay
neversay zei op 16 juli 2012 - 20:44:
Yap, ik voel dat Joan en Joy elkaar gaan helpen. I feeeel it. Okay, ik weet het niet zeker maar. NOU EN
In ieder geval, ik mag Joan wel. ^^
Ik vind het zo grappig dat ze zo erg verschillend zijn, maar dat ze daardoor wel vrienden zijn. Want. Ik denk dat ze vrienden zijn, anders neemt Joy haar niet mee naar huis. Uhu.
Oh, ik vind het hoofdstuk niet eens zo slecht? Dus. Shh.


xjeszell
xjeszell zei op 16 juli 2012 - 16:27:
Ew ew onweer. Bah :'
I really like Joan. Idek why but I do. [:
And well - I still like it. Misschien is het niet het beste hoofdstuk maar I still like it.
Also.
Ze wilde zich oprichten en Joan aankijken en haar vertellen dat het allemaal goed zou komen, maar ze weigerde te liegen. Ze weigerde Joan valse hoop te geven. Ze wist niet waarom, maar ze wilde er simpelweg niets van weten. Ze beloofde zich dat, mocht er iets gebeuren, ze Joan zou proberen te helpen. Geruststellen, meenemen naar de hel. Erger dan het leven kon het niet zijn, dacht ze bij zichzelf. Zeker niet voor iemand zoals Joan, die voor alles en iedereen bang was omdat ze teveel had meegemaakt.
De belofte was voor Joy genoeg. Ze hoefde niet op te staan, niets te zeggen, niets te doen. Ze had het beloofd, aan zichzelf, en ze wist dat ze het zou doen. Als de bliksem in sloeg, die dag. Dan zou ze Joan helpen.

I really really like that part. ^^