Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Harry Potter » Another Granger » 10) Feestmaal

Another Granger

23 juli 2013 - 11:03

1446

1

395



10) Feestmaal

“GRIFFOENDOR!”¯ hoorde David door de zaal galmen. Hij liep naar de tafel van Griffoendor. “Griffel, Hermelien!”¯ zei professor Anderling. Hermelien rende bijna naar het krukje en drukte de hoed gretig op haar hoofd. David hoopte dat zijn zus ook in Griffoendor zou komen. Hij duimde onder tafel. “GRIFFOENDOR!”¯ riep de hoed. David klapte luid voor Hermelien. Ze kwam tegenover hem zitten. David zag Ron kreunen. Marcel werd ook ingedeeld in Griffoendor en Malfidus in Zwadderich. Eindelijk kwam professor Anderling bij: “Potter, Harry!”¯ Er klonk overal gefluister. Harry zag er zenuwachtig uit toen hij naar voor liep. De hoed had tijd nodig om te beslissen waar hij werd ingedeeld en riep uiteindelijk: “GRIFFOENDOR!”¯ Harry werd het luidst toegejuicht. Een roodharig jongen stond op om Harry een hand te geven, aan zijn haar te zien was het een broer van Ron. De roodharige tweeling riep: “Wij hebben Potter! Wij hebben Potter!”¯ Dat waren waarschijnlijk Fred en George. Harry kwam naast David zitten tegenover het spook. Er moesten nog drie mensen ingedeeld worden. ‘Stevens, Emilie’ werd een Ravenklauw en toen was Ron aan de beurt. Hij zag lichtgroen. David zag Harry duimen en duimde mee. Een tel later riep de hoed: “GRIFFOENDOR!”¯ David klapte maar Harry klapte het luidste. Ron plofte opgelucht naast Harry neer. De roodharige jongen die Harry eerder een hand had gegeven boog voor David en Harry langs. “Goed zo, Ron, uitstekend,”¯ zei hij pompeus. De laatste leerling werd ingedeeld en professor Anderling rolde haar perkament op en nam de sorteerhoed mee. Albus Perkamentus stond op. Hij glimlachte en spreidde zijn armen, alsof hij nog nooit zoiets moois had gezien als de aanblik van al die leerlingen. “Welkom!”¯ zei hij. “Welkom op Zweinstein, aan het begin van een nieuw schooljaar. Voor het feestmaal begint, zou ik graag een paar woorden willen zeggen. En dit zijn ze: Domkop! Blubber! Kleinood! Kriel! Dank u.”¯ Hij ging weer zitten. Iedereen klapte en juichte. David keek naar de tafel. De schalen waren plotseling afgeladen met eten. Er was rosbief, gebakken kip, varkens- en lamkarbonaadjes, worstjes, spek, biefstuk, gekookte aardappelen, gebakken aardappelen, frietjes, pasteitjes, erwtjes, worteltjes, jus, ketchup en, om de een of andere onnaspeurbare reden, pepermuntballetjes. David at van alles, zelfs de pepermuntballetjes. Het was heerlijk. Harry voerde een gesprek met het spook tegenover hem. Hermelien vroeg Percy uit over Zweinstein. David voelde niet de drang om aan een gesprek deel te nemen. Toen iedereen zich te barsten had gegeten, verdwenen de etensrestjes vanzelf en waren de borden plotseling brandschoon. Een tel later verschenen de toetjes. IJs in alle smaken die je maar kon bedenken, appeltaart, stroopwafels, moorkoppen, jamdonuts, vla, aardbeien, drilpudding, rijstpudding… David pakte een beetje van alles. Het gesprek ging over families. David luisterde half en half. Hij keek naar de oppertafel terwijl Marcel over zijn familie vertelde. Hagrid schonk zijn beker vol. Professor Anderling praatte met professor Perkamentus. “Auw!”¯ hoorde hij Harry zeggen. Harry drukte zijn hand tegen zijn hoofd. “Wat is er?”¯ vroeg David bezorgd. “N…niets,”¯ zei Harry snel. David wist dat Harry loog maar hij ging er niet op in. “Wie is die leraar die met professor Krinkel praat?”¯ vroeg Harry even later aan Percy. “Oh, ken je Krinkel al? Geen wonder dat hij zo nerveus is. Dat is professor Sneep. Hij geeft les in Toverdranken, maar eigenlijk tegen zijn zin. Iedereen weet dat hij op Krinkels baantje uit is. Sneep weet ontzettend veel van Zwarte Kunsten.”¯ David zocht de oppertafel af op zoek naar de mensen waar ze het over hadden. De professor met een idiote tulband, die David kippenvel bezorgde, zag er inderdaad nerveus uit. Hij was dus Krinkel. Hij praatte met een leraar met vettig zwart haar, een kromme neus en een tanige huid. Dat was waarschijnlijk Sneep. Hij straalde een soort verdriet uit vond David. Hij kon het voelen. David wendde zijn blik af. Hij dacht na over wat hij gevoeld had. Had hij het zich verbeeld?
Uiteindelijk verdwenen de toetjes ook en stond professor Perkamentus weer op. Het werd stil in de zaal. “Ahum… nog even een paar mededelingen aan het begin van het schooljaar, nu we gedrenkt en gevoederd zijn. Vooral de eerstejaars moeten weten dat het bos op het schoolterrein verboden gebied is. Die waarschuwing moeten sommige oudere leerlingen zich trouwens ook nog maar eens goed inprenten.”¯ David zag zijn twinkelende ogen even naar de broertjes Wemel kijken. “Meneer Vilder, de conciërge, heeft me verzocht om jullie eraan te herinneren dat er tussen de lessen niet getoverd mag worden op de gangen. In de tweede week van het schooljaar worden er proefwedstrijden gehouden voor de Zwerkbalteams. Leerlingen die voor hun afdeling willen spelen, moeten contact opnemen met madame Hooch. En ten slotte wil ik jullie op het hart drukken dat de rechtergang op de derde verdieping dit jaar verboden terrein is voor iedereen die geen uiterst pijnlijke dood wil sterven.”¯ Harry lachte, maar hij was een van de weinig. Hij dacht waarschijnlijk dat het een grap was. David wist dat Perkamentus serieus was. Perkamentus vond de veiligheid van zijn leerlingen zeer belangrijk. “En laten we nu, voor we naar bed gaan, uit volle borst het schoollied zingen!”¯ riep Perkamentus. David zag de glimlachjes van de andere leraren verstrakken. Perkamentus zwaaide met zijn toverstok en er vloog een lang gouden lint uit, dat boven de tafels bleef zweven en kronkelend woorden vormde. “Iedereen mag zijn of haar lievelingsmelodie zingen,”¯ zei Perkamentus. “En van je ene, tweeë!”¯ De hele zaal brulde:

Zweinstein, Zweinstein, Zwijnig Zweinstein,
Leer ons toch volop.
Of we nu oud en kaal zijn,
Of jong met een puistenkop.
Prop onze hoofden vol met weetjes,
Hopelijk voelen ze zich daar thuis,
Want nu zijn ze leeg en tochtig,
Vol vliegjes, stof en gruis.
Leer ons wat het weten waard is,
Maak ons ietsje minder dom,
Doe je best, dan doen wij de rest,
En studeren onze hersens krom!

Niemand was op hetzelfde moment klaar. Uiteindelijk zongen alleen de tweelingbroertjes Wemel nog, op een heel trage, treurmarsachtige manier. Perkamentus dirigeerde hun laatste regels met zijn toverstok en toen ze waren uitgezongen, klapte hij het luidste van iedereen. “Ah, muziek!”¯ zei hij en hij veegde zijn ogen af. “Een grotere betovering dan al onze armzalige pogingen hier! En nu naar bed. Vooruit met de geit!”¯ De eerstejaars van Griffoendor volgden Percy door de druk kletsende massa’s leerlingen. Ze verlieten de Grote Zaal en liepen de marmeren trap op. David lette goed op de omgeving zodat hij de weg terug zou vinden. Ze kwamen voorbij bewegende en pratende portretten, ze gingen door deuren die waren verborgen achter wandkleden en schuivende panelen in de lambrisering. Ze bleven plotseling staan. Vlak voor hen zweefde een bos wandelstokken in de lucht en toen Percy nog een stap deed, vlogen die op hem af. “Foppe,”¯ fluisterde Percy tegen de eerstejaars. “Een klopgeest.”¯ “Foppe,”¯ zei hij met stemverheffing, “laat je zien.”¯ Er klonk een luid, onbeleefd geluid, alsof de lucht uit een ballon ontsnapte. “Moet ik het tegen de Bloederige Baron zeggen?”¯ Ze hoorden een knalletje en er verscheen een klein mannetje met een brede mond en boosaardige, donkere ogen, dat in kleermakerszit door de lucht zweefde, met de wandelstokken in zijn hand. “Ooooo!”¯ zei hij venijnig grinnikend. “Kleine eerstejaartjes! Dat wordt lachen!”¯ Hij schoot op hen af en ze doken haastig weg. “Maak dat je wegkomt of ik zeg het tegen de Baron, Foppe. Ik meen het!”¯ blafte Percy. Foppe stak zijn tong uit, liet de wandelstokken op Marcels hoofd vallen en verdween. Ze hoorden hem door de gang scheren en tegen harnassen kletteren. “Met Foppe moet je oppassen,”¯ zei Percy terwijl ze doorliepen. “De Bloederige Baron is de enige die hem een beetje in de hand heeft. Zelfs van de klassenoudsten trekt hij zich aan. We zijn er.”¯ Helemaal aan het einde van de gang hing een portret van een dikke dame in een roze zijden jurk. “Wachtwoord?”¯ zei ze. “Caput Draconis,”¯ zei Percy. Het portret zwaaide opzij en onthulde een rond gat in de muur. Ze klauterden erdoor. David moest Marcel een kontje geven. Ze kwamen in de leerlingenkamer van Griffoendor, een gezellig, rond vertrek vol gemakkelijke, vormloze stoelen. Percy wees de meisjes op een deur die naar hun slaapzaal leidde en de jongens op de andere. Ze bevonden zich duidelijk in een van de torens. Ze liepen de wenteltrap op en boven troffen ze eindelijk hun bedden aan: zes hemelbedden met donkerrode fluwelen gordijnen. Hun koffers waren al naar boven gebracht. David had een bed vak naast het raam. Ze waren te moe om nog veel te praten en trokken direct hun pyjama’s aan en ploften in bed. “Het eten is eersteklas, hè?”¯ mompelde Ron door de gordijnen heen. “Ga weg, Schurfie! Hij zit aan mijn lakens te knagen.”¯ David viel vrijwel direct in slaap.


Reacties:


Rebella
Rebella zei op 16 aug 2012 - 16:39:
hehe
Leuk!
Ik kijk uit naar de rest!
En gaaf!
Dat je David Sneep's verdriet laat voelen!
En een stukje was wat verwarrend, David keek eerst naar Sneep, maar toen Harry pijn kreeg, moest hij weer gaan zoeken...
Maar verder top gedaan!!!
Leest lekker weg
Reb.