Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Overige » De zoektocht naar jezelf » Hoofdstuk 2: De beproeving der Vriendschap

De zoektocht naar jezelf

16 maart 2009 - 21:58

911

0

158



Hoofdstuk 2: De beproeving der Vriendschap

Ik hou van reacties! *hint! hint!*

Angstig zet ik mijn voeten voor elkaar. Baan ik me een weg door het woud. Het woud waar ik Tom doodgeschoten heb. Door die gedachte alleen al lopen de rillingen over mijn rug. En dan - alsof twee losse stukken aarde ineens aan elkaar vast zitten - loop ik een moeras in. Gelijk stop ik. Moeras? Zo’n gebied met allemaal water waarin je vast blijft zitten? Geschrokken kijk ik naar het moeras. Nieuwsgierig, maar toch bang, kijk ik het moeras rond. Het is allemaal modder, met een paar vaste delen. Uit het water komen rare luchtbellen, waar ik gezang vandaan hoor komen. En wanneer de bellen losspatten hoor je een angstige gil. Het water beweegt, terwijl er geen zuchtje wind staat. De zon staat hoog aan de hemel. Tussen al die modder door staan er bomen waar allemaal mos op zit. Voor de rest is er geen stukje plant te zien. Voorzichtig zet ik een stap verder, en gelijk sta ik al in de modder. Ik weet niet waar ik heen moet, dus zoek ik maar een beetje droge stukken op. Dan zie ik plotseling een gouden luchtbel zweven, en hoor er een hemels lied uit. Het heeft een grote aantrekkingskracht. En alsof de luchtbel mijn lichaam bestuurt, volg ik de luchtbel. Maar mijn gedachten gaan nog altijd de vrije loop. Waar komt dat gezang uit die luchtbellen vandaan? En waarom hoorde ik net de hele tijd Chroetsjovs stem? Hoe komt het dat deze stukken aarde zo verschillend zijn? Hoe kan deze hele zoektocht eigenlijk bezig zijn terwijl ik in coma zou liggen? Allemaal onbeantwoordde vragen, waar ik misschien zelfs nooit antwoord op zal krijgen. Het enige wat nu telt is het feit dat ik met deze toch bezig ben. Dat ik deze tocht levend moet voltooien, en de juiste keuzes moet maken.
“G. G. Gggg.”¯ Geschrokken kijk ik waar het geluid vandaan komt. Maar ik zie niemand. Al komt de stem me behoorlijk bekend voor. En als het daadwerkelijk die persoon is, dan hoop ik die persoon niet te zien. En dat het geroep. Of eigenlijk het ge-g, snel stopt.
“Ghar…. Ghar… Ghard…”¯ De stem, die eigenlijk overkomt als hulpgeroep, is nu wel heel dichtbij te horen. Ik kijk nog eens goed rond, en zie dan een paar plukken haar.
“Bill.”¯ De fluistering van mijn stem hoort normaal zacht te zijn, maar het geeft een vreselijk hard geschreeuw af. Ik durf geeneens normaal te praten. Als gefluister al zo hard klinkt, hoe hard moet normaal praten dan wel niet klinken? Zonder dat ik het zelf in de gaten had - doordat ik zo in gedachten was - loop ik naar Bill toe. Tenminste, ik denk dat het Bill is.
“G-Ghardeer.”¯ De stem klinkt zwak, en komt net boven het geluid van het moeras uit. Ik verzal al mijn moed bij elkaar om dan toch iets te zeggen.
“Bill?”¯ Voorzichtig kijk ik om de grote steen heen waar hij achter zit. Geschrokken kijk ik ernaar. Tom zal kapot zijn gegaan als hij Bill zo zou zien. Tom… Ach, Tom is dood. Verleden tijd. Goh, dat ik een jongen al zo snel kan vergeten. Nieuw record? Dan richt ik toch weer mijn aandacht op Bill. Hij zit aan een kleine steen vast met touw, en doet alle moeite om eruit te komen. Aan zijn mond zit iets van ijzer, waar hij met veel moeite mee kan praten. Denk ik. En op dat ijzer bij zijn mond zit een klokje die aftelt. Een klokje? Aftellen… Met een schok dringt het tot me door. Dat ding ontploft! Geschrokken begin ik aan het ijzeren ding te trekken, maar Bill begint hevig te protesteren. Kun je je voorstellen dat ik Bill altijd haatte? Hem nooit heb willen zien?
“Het spijt me, Bill! Het spijt me voor alle hatelijke dingen die ik tegen jouw deed!”¯ Tranen druppen over mijn wangen, terwijl ik een poging doe om de knoop los te maken. Angstig waag ik een poging om op het klokje te kijken. Nog vijf minuten! Ik begin nog meer aan het touw te prutsen, maar het wilt niet los.
“Bill! Houdt vol! Het lukt me wel!”¯ Snel veeg ik de tranen weg die mijn zich belemmeren.
“Vriendschap overleeft toch alles?”¯ Bill knikt hevig. Maar kun je dit wel vriendschap noemen? Altijd heb ik zo hatelijk tegen hem gedaan. Kun je je nu misschien niet voorstellen. Maar toch deed ik het altijd. Alle tranen die blijven komen veeg ik weg. En dan geeft het touw een beetje mee. Oh, godzijdank! Als het touw eindelijk los ik, zie ik dat er een sleutel aan hangt. De sleutel die er de hele tijd net niet in paste. Snel, maar voorzichtig, steek ik de sleutel in het sleutelgat van het rare, ijzeren ding. Met een ruk haal ik het van Bills hoofd af, wat gelukkig voor Bill soepel ga, en gooi het weg het water in. Het had geen seconde later moeten zijn. Het rare ding ontploft in het water. Water spat alle kanten op, waardoor Bill en ik nog viezer worden dan we al waren. Als dat tenminste nog kon.
“Bill! Godzijdank, je leet nog!”¯ Ik geef Bill een stevige knuffel, en blijf hem vasthouden.
“Rustig Ghardeer, rustig!”¯ Bill maakt sussende geluiden, maar de tranen blijven komen.
“Onze vriendschap heeft het overleeft. Vriendschap overwint alles!”¯ Ik laat Bill los, en glimlach.
“Je bent de beste!”¯ Ik geef hem nog een snelle knuffel, en begin verder door het moeras te lopen. Waarheen weet ik niet. Waarschijnlijk een volgend probleem…

… Die me zou moeten helpen mezelf te vinden.


Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.