Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Overige » A Thousand Suns [Stand Alones] » Suiker op een stokje

A Thousand Suns [Stand Alones]

7 okt 2012 - 21:47

1379

2

730



Suiker op een stokje

Het is donker en iedereen denkt dat we slapen. De kermis is overdag voor de kinderen en ‘s avonds voor de adolescenten. ’s Nachts is er geen kermis, dan slaapt iedereen. Gelukkig eigenlijk, dat ze dat denken, dan storen ze ons niet. Ik heb geen behoefte aan publiek, vandaar dat ik pas ’s nachts de kermis kom verkennen.
De suikerspinmachine ronkt geruststellend terwijl een oude vriend van me een suikerspin voor me draait. Suiker op een stokje, noemt hij het altijd en de nieuwelingen lachen er altijd om. Persoonlijk vind ik het zo zwak dat het niet eens onder versiertrucjes zou mogen vallen, maar vooral de minderjarigen lijken daar anders over te denken. Zielig eigenlijk, maar niet mijn probleem. De kermis is niet voor zorgen, maar voor plezier. Ook na sluitingstijd.
Hij reikt me mijn suikerspin aan, die ik dankbaar in ontvangst neem. De suiker maakt me altijd wakker, een soort van adrenalinekick op een nuchtere avond. Deze nacht geen verdovende middelen voor mij. Moet ook kunnen.
Met de suiker op een stokje in mijn hand, loop ik het terrein over. Het gedeelte met de snoepkraampjes is overdekt, wegens een reden die mij tot op heden onbekend is. Doet er verder ook niet toe. De attracties zijn toch dicht, die maken teveel lawaai. Wij hebben onze eigen attracties, ’s nachts. Suikerspinnen in overvloed, en genoeg alcohol om een geheel weeshuis dronken te voeren. Sommigen van ons zijn ook wezen, stiekem. De meesten niet. Niet degenen met wie ik omga. Ik heb het niet zo op het jonge gespuis. Doe mij maar studenten of recent afgestudeerden. Niet dat iedereen hier een opleiding volgt. Bij lange na niet.
Ik zie hem staan zodra ik naar buiten loop. Hij staat daar gewoon, nonchalant tegen een hek aangeleund. Alsof hij precies weet waar hij mee bezig is, maar die kans acht ik klein aangezien ik hem hier nog nooit gezien heb. Hoogstwaarschijnlijk betekent dat, dat hij hier nog nooit geweest is - of op zijn minst niet vaak. Ik ken alle vaste klanten en alle vaste klanten kennen mij. Hij niet. Dat is nog een voordeel van het donker: ze herkennen me niet. Hier ben ik geen beroemde zanger, slechts een jongeman die zich een avondje wil vermaken met zijn soortgenoten. Niet dat ik ermee zit dat ik herkend word, maar soms is het wel prettig om even anoniem te zijn. Hier, in het donker, met een zwarte suikerspin die eigenlijk roze is. Het is bewolkt en de maan schijnt slechts zwakjes door het wolkendek heen. De sterren zijn onzichtbaar en de attracties hebben ’s nachts geen verlichting aanstaan. We zijn alleen. Hij, ik, mijn suikerspin en het donker.
Ik besluit niet meteen naar hem toe te gaan, neem plaats op een bankje en observeer hem. Heel even komt het in me op dat hij niet één van ons is, dan realiseer ik me dat hij dan al een poging gewaagd zou hebben. Smerissen snappen het maar half. Negen van de tien keer grijpen ze achter het net en degenen die het wel lukt, horen vaak bij ons. Ironisch eigenlijk. We zijn niet eens meer illegaal, maar door ’s nachts het kermisterrein in beslag te nemen, maken we onszelf weer ouderwets strafbaar. We moeten toch iets.
Het prettige van het donker is dat ik niet weet waar hij kijkt. Ik houd van dat mysterieuze tintje. Ik kan mezelf alles wijsmaken wat ik maar wil, en niets zal op het tegendeel duiden. Het vervelende aan het donker is dat ik niet weet waar hij kijkt. Misschien kijkt hij naar mij, misschien heeft hij mijn aanwezigheid überhaupt niet opgemerkt. Stilletjes neem ik een hap van mijn suikerspin.
Er komt een man naar buiten gelopen, gehuld in een lange zwarte jas. Ik herken hem als één van degenen die ik niet uit kan staan. Een schijnheilige vent die bovendien arrogant is. Als hij zou weten wie ik ben, zou hij er sowieso misbruik van proberen te maken. Daarom houd ik van het eeuwige anonieme donker op de kermis. Onze kermis.
Hij stapt zelfverzekerd op de mysterieuze nieuweling af en ik krijg de neiging om te gaan zingen. Het enige probleem is dat ik niet kan bedenken welk nummer het best bij de situatie past. Noodgedwongen blijf ik dus stilletjes zitten, suikerspin etend. Ik kijk toe hoe ze op gedempte toon met elkaar spreken. Uiteindelijk schudt de jongen zijn hoofd en het heilige boontje loopt schouderophalend het terrein af.
Nog heel even blijft de jongen staan, dan komt hij op me af en neemt hij plaats op het bankje. Ik weet nu zeker dat hij geen slechte bedoelingen heeft, anders zou hij zijn kans wel gegrepen hebben. Tenzij hij mij wil vermoorden, maar de gedachte alleen al is hilarisch. Hij is broodmager. De enige reden dat ik überhaupt weet dat hij van het mannelijke geslacht is, is dat onze bewaker geen vrouwen het terrein laat betreden. ‘Ik ben nieuw,’ deelt hij mede, met een ontiegelijk zwaar accent. Het is dat er om ons heen een doodse stilte heerst, anders zou ik hem niet verstaan hebben. ‘Ik wist niet hoe het werkte hier, maar hij heeft me op weg geholpen.’ Ik grinnik. ‘Hij is nogal een idioot,’ verzeker ik hem. ‘Als het even kan, kun je hem het best uit de weg gaan.’
‘Hij is al weg,’ constateert de jongen en ik knik. Ik ken zijn stem ergens van. Eigenlijk wil ik vragen waar hij vandaan komt en wie hij is, maar ik doe het niet. Ik wil niet op zijn eerste nacht de anonieme duisternis verpesten. ‘Wil je ook een suikerspin?’ vraag ik hem dan maar, terwijl ik zelf de laatste hap naar binnen werk. ‘Ja hoor,’ stemt hij in, waarop ik opsta. ‘Kom,’ gebied ik. Hij staat gehoorzaam op en volgt me naar binnen. Samen halen we een nieuwe suikerspin. ‘Suiker op een stokje voor meneer,’ zegt mijn oude vriend traditiegetrouw, maar de jongen reageert niet. ‘Zullen we weer teruggaan?’ vraagt hij, maar ik ben te druk bezig met me afvragen waar ik zijn stem van ken om te reageren. ‘Adam?’ vraagt hij en ik verstar, want ik hem heb helemaal nog niet verteld hoe ik heet. Overdonderd draai ik hem mijn rug toe en ik snel het overdekte gedeelte van de kermis uit. Buiten zuig ik een flinke hap lucht mijn longen in, alvorens richting het hek te gaan, waar ik onze bewaker weet te vinden. ‘Code rood,’ zeg ik tegen hem en hij glimlacht, wetend dat code rood bij ons geen officiële waarschuwingscode is. ‘Wat is er?’ vraagt hij geïnteresseerd.
‘Iemand met voorkennis.’
‘Wat?’
‘Iemand die weet wie ik ben.’ De bewaker opent zijn mond om iets te zeggen, maar krijgt er niet echt de kans voor, omdat de jongen komt aangerend, compleet met suikerspin in zijn hand. ‘Adam!’ roept hij, en als hij dichterbij is, vervolgt hij: ‘Waarom liep je nou weg?’
‘Iedereen is hier anoniem,’ leg ik verwijtend uit, zonder hem aan te kijken. ‘Ik ben hier niet Adam Lambert, ik ben hier een schim in het donker die toevallig van gesuikerde stokjes houdt. Ik ben zoals iedereen. Als jij hiernaartoe komt en je weet al wie ik ben, breek je de spelregels.’
‘Je hebt het me anders praktisch onmogelijk gemaakt om je niet op te merken.’
‘Ik zing en ik ben een zanger. Overal behalve hier. Hier wil ik niets met mijn fans te maken hebben, hoe arrogant dat ook klinkt. Af en toe moeten ze me gewoon met rust laten.’
‘Zo dacht ik eerst ook over jou.’
‘Wat?’ vraag ik ontzet, en ik werp een blik op zijn gezicht. Hij kijkt me aan, een haast smekende glans in zijn ogen, maar ook een twinkeling. Waarschijnlijk weet hij dat hij me over de streep heeft, dat ik weet wie hij is en dat ik hem vergeef. ‘Sorry,’ zeg ik zachtjes, waarop hij zijn hoofd schudt. ‘Schon gut,’ zegt hij en hij steekt me zijn hand toe. Ik neem haar aan en samen verlaten we het terrein. Terug de lichten in, terug naar wie we daadwerkelijk zijn, maar ik vind het niet erg. Hij is me komen zoeken. Hij heeft nota bene de moeite genomen om me op te komen zoeken. Hij, zoals hij is. Hij is het licht waard, en ik ben blij dat hij mij het licht uiteindelijk ook waard vindt.

Ook voor Daantje.


Reacties:


xDevilBitch
xDevilBitch zei op 7 okt 2012 - 22:22:
Awesome. Awesome, awesome, awesome.
Ik wil wel een vervolg in de vorm van fluff. Of gewoon Bill/Adam fluff.
Het begin deed me eerlijk gezegd een beetje aan Trespassing denken, maar dat kwam waarschijnlijk doordat Bill er (in mijn hoofd) ongeveer net zo bij stond als Robbie.
Ook suiker op een stokje is echt leuk, heel kneuterig en cute, of zo. Mwhii.


xjeszell
xjeszell zei op 7 okt 2012 - 21:56:
gbjfnbfj. This is amazing.
En - de laatste zin. Just.
En. En. BIEEEEEEEL. Just. Just.
Mhihihi. Amazing. <3 iktypteamazayn.
ennuhebikzinineensuikerspinmaardekermissisweg