Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Overige » Aidan & Dewi the lost future » Hoofdstuk 5

Aidan & Dewi the lost future

4 feb 2013 - 19:10

1030

0

347



Hoofdstuk 5

Dit hoofdstuk is geschreven vanuit Aidan

Ik zwaai Dewi uit, en als haar blik de mijne kruist voel ik me even warm worden. Maar ik word afgeleid omdat Sanne me roept. ‘Aidan!’ zegt ze vrolijk, als ik haar kamer binnen loop. ‘Wat is er?’ vraag ik, en Sanne zet haar gebruikelijke grote ogen op.
‘Wanneer gaan we ten, ik heb honger’ Ik glimlach. ‘We gaan eten zodra mam terug is, en heeft gekookt’ zeg ik simpelweg. Sanne kijkt me even teleurgesteld aan, maar ik weet hoe ik dat moet aanpakken.
‘Hoe was het bij paardrijden?’ Met die simpele zin heb ik haar al zo vaak bezig gehouden, dat je zou zeggen dat ze dat wel door zou hebben, maar ze lijkt te enthouisast om dat te zien.
‘Ik mocht vandaag op dat mooie grote paard rijden’ begint ze, en ik knik. Ik kijk haar geboeit aan, maar ondertussen denk ik na over wat er allemaal is gebeurt bij het survivelen. ‘En het ging heel goed. Ik had hem eerst helemaal geborsteld, samen met mama. Het was een heel werk, want hij was heel groot. Maar het was heel erg leuk, en mama vond het ook leuk. Daarna mocht ik op hem rijden, maar hij was heel groot, dus ik kwam er bijna niet op…’
En zo gaat ze de hele tijd door.
Ondertussen vraag ik me af waarom het survivelen misschien moest stoppen. Waarom zou de regering het survivelen ons willen afnemen? Het is ontzettend leuk, en zoals de leider al zei, het is toegankelijk voor iedereen. Er moet iets anders aan de hand zijn, maar wat?
Ik blijf erover nadenken, todat ik de deur beneden open hoor gaan, en er van beneden klinkt: ‘ik ben thuis’
Vrolijk springt Sanne op, en ze rent naar beneden. Ik kom grijnzend achter elkaar aan, en nadat Sanne onze moeder heeft omhelst vraagt ze: ‘hebben jullie je vermaakt?’ Sanne en ik knikken, en Sanne begint te vertellen dat ze alles had verteld van het paardrijden. Ik loop de kamer in, en kijk een beetje moeilijk naar alle spullen die ik daar neer had gekwakt. Ik zucht, en begin mijn tas te pakken, en breng die snel naar mijn kamer. Daarna pak ik mijn trainingspak uit mijn kast en loop naar de douche. Ik douche me snel, en daarna ga ik naar beneden, waar het heerlijk ruikt naar lasagne.
Ik ga aan tafel zitten, en mijn vader legt zijn krant neer. Hij is duidelijk net thuis, want zijn gebruikelijk ritueel is werken, en dan krant lezen.
‘Hoe was het op survivel?’ vraagt hij, ‘het was leuk, zoals altijd’ zeg ik, en mijn vader knikt. ‘Leg je je krant weg? We gaan eten’ zegt mijn moeder, terwijl ze met ovenwanten een schaal vast houd, waarin een dampende lasagne zit.
Ik ga eten, en mijn vader verteld over één van de vele problemen op zijn werk. Ik luister er niet naar, erg interessant vind ik het niet.

Die avond kan ik de slaap maar niet vatten. Ik denk telkens aan het heerlijke gevoel wat ik heb tijdens het survivelen. De heerlijke geur van het bos komt weer binnen drijven, gevolgt door de geur van het kampvuur, en de geur van gebakken vlees en stokbrood.
Ik zucht, en met een brok in mijn keel staar ik naar mijn muur. Ik pak het papier erbij, die Dewi en ik vanmiddag hebben geschreven:

Wat weten we van het geheim van de survivel-club?

- Het is een rede voor de regering om de survivel-club te sluiten
- Het is heel belangrijk, en geheim
- Het zal misschien ook iets zijn waarvoor de leiding zich schaamt.
-
Ik zucht. We hebben nog niet zoveel en we weten ook nog niet zoveel. Maar we zijn vastbesloten om het te weten te komen.

‘Goeiemorgen’ zeg ik, als Dewi met een slaperighoofd aan komt gefiets. ‘Goeiemorgen’ zegt ze, terwijl ze een geeuw onderdrukt.
‘Niet goed geslapen?’ zeg ik schijnheilig, en Dewi kijkt me vals aan. ‘Nee, en jij wel zeker?’ zegt ze scherp, en ik schud van nee. ‘Helaas…’
We fietsen samen richting school. Ik zucht als we bij het zoveelste stoplicht moeten stoppen.
‘Ik heb nagedacht over dat van het survivelen’ zegt Dewi, en ik kijk haar aan. Ik voel me warm worden terwijl ik haar aankijk, en snel kijk ik weg, want ik voel me rood worden.
‘Ik ook.. Maar ik kom er geen wijs uit. We weten nogal weinig’ zeg ik, en Dewi knikt. ‘Ik dacht, misschien kunnen we gewoon… Even kijken in het clubhuis, in de kamer van de leiding. Misschien vinden we daar antwoorden…’ zeg ik dan, en Dewi kijkt me met grote ogen aan. Op dat moment klinkt er een fietsbel, en ik zie dat het groen is. ‘Het is groen, we kunnen’ zeg ik, terwijl ik nonchelant achterom kijk. Er fiets een jongen, van ongeveer mijn leeftijd met oordopjes in, hij kijkt ons kwaad aan, en ik denk opgelucht dat hij niks heeft gehoort.
Snel fietsen we door, een poosje in stilte, terwijl ik bedenk dat ik dat beter niet had kunnen zeggen. Het was meer een soort impulsief idee, dan een echt goed uitedacht plan.
‘Misschien is dat het beste’ zegt Dewi uiteindelijk tot mijn verbazing. ‘Echt?’ vraag ik verbaasd, en Dewi knikt. ‘We moeten het gewoon weten’ zegt ze doordringend, en ik knik.
‘We moeten er gewoon voor zorgen dat onze survivelclub open blijft’ zegt Dewi. ‘Ik bedenk wel wat. Misschien kan iemand de leiding afleiden ofzo, en dan sluipen wij het kantoor in. Maar we moeten er wel voor zorgen dat we niks anders leggen, en dat niemand ons snapt, want anders hebben we ons echt heel erg in de nesten gewerkt…’ zegt Dewi, ‘goed, doen we het meteen dit weekend?’ stel ik voor, en Dewi knikt. ‘Is goed, dan hebben we nog een paar dagen om het plan goed uit te denken’
‘Inderdaad’ zeg ik. ‘Maar goed dat jij erbij bent, ik was waarschijnlijk gewoon die kamer ingestormt…’ zeg ik dan, en Dewi schiet in de lach. ‘Jij bent gewoon te impuslief’ zegt ze, en ook ik schiet in de lach.
Na vijf minuten fietsen komen we bij school aan, ik zet mijn fiets in de stalling, en ik kan er niks aan doen, maar mijn hoofd blijft hangen bij het survivelen, maar vooral bij Dewi…
 


Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.