Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Tokio Hotel » Pijn » Pijn - Hoofdstuk 3

Pijn

27 maart 2009 - 23:04

1093

1

257



Pijn - Hoofdstuk 3

Dit keer lukte het wel om overeind te komen, ondanks dat ik pijnscheuten voelde door mijn hele lichaam. Ik zag dat ik mijn kleren van de avond ervoor nog aan had. Gelukkig had niemand aan mijn kleren gezeten. Nee. Ik verbeterde mezelf. Iedereen mocht alles met me doen. Ik had het verdient.
Ik keek om me heen. Ik was in een kamer met zwarte muren. Ik rilde. Het gaf een raar gevoel, al dat zwart. Links naast me stond een nachtkastje waarop een wekker stond. Ik zag dat ik inderdaad in een bed zat. Ik vroeg me voor de zoveelste keer af waar ik was. Ik besloot dat ik in een slaapkamer was . Aan de spullen die er rondslingerden maakte ik op dat het de kamer van een jongen was. Maar er lag wel een mascara op het nachtkastje. Van wie zou die zijn? Misschien van de jongen in het bos, hoewel die geen mascara op had gehad. Ik keek naar de tijdschriften op de grond. Ze waren Duits. Oké, ik was dus waarschijnlijk nog wel in Duitsland. Ik vroeg me af wie me hierheen had gebracht, en waarom. Waarom hadden ze me niet gewoon in het bos laten liggen? Als ik daar dood was gegaan zou niet eens iemand me missen.
Ik keek naar mijn arm. Ik zag dat er een diepe snee in zat. Mijn arm was rood van het opgedroogde bloed. Mooi zo. Mijn eerste echte verwonding had ik tenminste al. Daar hoefde ik niet meer voor te zorgen.
Ik zette mijn voeten op de vloer neer. Ah! Ik trok ze weer terug. Dat was koud! Ik zocht naar mijn sokken. Waar waren die gebleven? Ik keek om me heen. Ik zag ze nergens, en ook mijn schoenen waren verdwenen. Paniekerig keek ik de kamer rond. Moest ik nou de rest van mijn leven op blote voeten rond lopen? Niemand die mij nieuwe schoenen zou geven. Niemand die het iets kon schelen of ik pijnlijke voeten had. Pijn! Een glimlach brak door op mijn gezicht. Als ik zonder schoenen rondliep zou ik pijn hebben. En pijn was goed, want ik moest pijn lijden. Ik stapte weer uit mijn bed. Dit keer lette ik niet op de koude vloer.
Ik zette een stap door de kamer, naar de witte deur. Ik vroeg me af waar ik een mes kon vinden, tenminste dat dacht ik. Ik maakte de deur open. De deur maakte een piepend geluid wat pijn deed aan mijn oren. Ik kwam op een soort van gang terecht. Aan het eind zag ik een trap. Een keuken was toch meestal beneden? Ik liep dus naar de trap toe. Langzaam, want ik was aardig duizelig, daalde ik de trap af. Toen ik beneden stond zag ik voor me een deur open staan. Ik besloot om daar maar heen te gaan. Nauwelijks hoorbaar liep ik de deur door, de kamer daarachter in.
Ik zag drie paar ogen naar mij kijken. Ik gilde en sprong achteruit. Wie waren dat? Wat deden ze hier? Wat gingen ze doen? Weer raakte ik in paniek. Mijn ademhaling versnelde en mijn hele lichaam begon te trillen. Ik liep naar achteren tot ik de muur raakte. Toen bleef ik stilstaan. Ik merkte niet dat de vier jongens geschokt naar mij keken. Het enige waar aan dacht was dat ik moest uitkijken. Dat ze niet dichterbij mochten komen. Dat ze me gingen slaan. Dat ze zouden lijken op mijn vader.
Plotseling stond de jongen - die ik herkende als de jongen van gisteravond - op. Ik schrok verschrikkelijk en probeerde nog verder achteruit te lopen, maar ik stond al tegen de muur. Ik kneep mijn ogen dicht en hoorde hem dichterbij komen. Ik hoorde hoe de voetstappen vlak voor mij stopten. Ik wachtte tot ik pijn zou voelen. Tot ik eindelijk zou weten waarom ik hier was. Ik begon te tellen. 1, 2, 3... waarom wachtte hij zo lang? 4, 5, 6... waarom gebeurde er niks? 7, 8, 9... Zo telde ik een paar minuten door. Uiteindelijk stopte ik met tellen, aangezien er toch niks gebeurde. Ik vroeg me af of hij weg zou zijn. Langzaam deed ik mijn ogen een stukje open. Ik schrok. Daar stond hij! Met grote, angstige ogen keek ik hem aan. Waarom lieten ze me niet gewoon met rust? De jongen begon te praten, dat zag ik, maar de woorden drongen niet tot mij door. Ik probeerde normaal adem te halen, wat volledig mislukte. Wat zei hij? Ik probeerde nu wel te horen wat hij zei.
“… bang te zijn, ik doe je niks. En de andere jongens ook niet”¯ Ik? Niet bang zijn? Ik vroeg me af wanneer ik voor het laats niet bang was geweest. Ik keek hem aan, hij had bruine ogen.
“Ik heet Gustav. Hoe heet jij?”¯
Trillend probeerde ik antwoord te geven. Misschien zou hij me niet slaan als ik antwoord gaf op zijn vragen.
“Ik b- ben Mandy”¯. :Hij leek verast te zijn dat ik antwoord gaf. Hij stak zijn hand uit en ik dook weg. Hij keek me geschrokken aan. “Ik wilde alleen maar je hand pakken, kijk maar,”¯ hij stak zijn hand weer uit en pakte mijn hand. Zijn hand voelde warm aan op mijn koude huid. Ik vroeg me af wat hij aan het doen was. “Ga je mee wat eten?”¯ Eten? Twijfelend keek ik naar de tafel, waarop volop eten stond. Ik had eigenlijk best wel honger. Maar wat zouden de anderen doen als ik daar ging zitten? Gustav had wel gezegd dat ik niet bang hoefde te zijn, maar ik wist niet of ik hem moest geloven. Maar mijn maag de tweestrijd, ik knikte. Zachtjes bracht Gustav mij naar de tafel. “Ga daar maar zitten”¯. Ik ging langzaam op de stoel zitten en probeerde niet te trillen.
“Ik ben Bill,”¯ een jongen met zwart haar keek me aan. Hij had zwart opgemaakte ogen. Oké, dus die mascara was van hem geweest. Dan zal ik waarschijnlijk ook wel in zijn kamer geslapen hebben.
“En ik ben Georg,”¯ ik keek naar de jongen die naast Bill zat. Hij had bruin, steil haar en keek mij nieuwsgierig aan. Ik voelde drie paar ogen naar mij kijken. Ik lachte onzeker. Wat wilden ze van mij?
“Waar ben ik?”¯ vroeg ik nauwelijks hoorbaar. Ik wilde nu eindelijk wel antwoord hebben op de vraag die de hele ochtend al door mijn hoofd ging.
Bill gaf antwoord: “Je bent in het huis van mij en mijn broer Tom, we zijn in Berlijn”¯. Geschokt keek ik hem aan. Was ik helemaal in Berlijn?


Reacties:


sally1999
sally1999 zei op 24 nov 2009 - 17:45:
WHIII