Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Tokio Hotel » Pijn » Pijn - Hoofdstuk 4

Pijn

27 maart 2009 - 23:05

964

0

287



Pijn - Hoofdstuk 4

Ik liet mezelf op de zwarte bank vallen. Voor me hing een foto van de vier jongens die hier vijf minuten geleden nog waren geweest. Ze hadden een band, hadden ze verteld, en waren heel beroemd in Europa. Ik vroeg me af waarom ik ze dan niet kende. Ik vestigde mijn aandacht weer op de foto. De jongens zagen er daar blij uit. Een glimlach sierde hun gezicht. Waarneer was die foto genomen? Ik kon het niet uit de foto opmaken.
Ik zuchtte. Ze waren aardig voor mij geweest. Bij hun had ik het gevoel dat ik iets betekende. Natuurlijk was ik lang niet zo veel waard als hun, maar ze praatten tegen mij, en deden me geen pijn. Het leek eeuwen geleden dat ik zulke mensen had ontmoet. Op school had ik ook nooit erg veel lol gehad...

“Mandy! Let eens op! Jij gaat bij team 1. Dat is daar,”¯ nadrukkelijk wees mijn gymleraar naar een groepje klasgenoten die een stukje verderop stonden. Ik hoorde de meisjes naast mij giechelen. De één fluisterde iets tegen de ander, alvorens ze in een lachbui uitbarstten. Ik voelde dat ik rood werd. Snel liep ik naar mijn team toe. Ik zag een jongen walgend naar mijn kijken. “Moeten we met hí¡ar, dan verliezen we!”¯ hoorde ik hem tegen zijn vriend zeggen. Hij fluisterde, maar wel hard genoeg zodat ik het kon horen. De tranen sprongen in mijn ogen, maar ik probeerde ze wanhopig tegen te houden. Waarom was ik altijd zo onzeker als ik op het sportveld stond? Ik wist het antwoord al. Ik was gewoon hopeloos in sport. Ik snapte het niet. Iedereen die goed was in sport was populair op school. En als je goede cijfers haalde voor andere vakken werd je raar gevonden. Je betekende alleen iets als je goed presteerde op het sportveld. Ik betekende dus niets.
“Mandy!”¯ Weer was ik weggedroomd. Ik zag dat de jongen van daarnet boos naar me keek. “Pak een hockeystick!”¯ Ik keek om mij heen en zag dat iedereen om de leraar heen stond die hockeysticks uitdeelde. Snel liep ik er ook naartoe.
Even later stonden we op het veld. Het geluid van de bal die heen en weer getikt werd, was duidelijk te horen. Plotseling zag ik dat de bal recht op mij afkwam. Ik schrok op en probeerde hem verder te tikken. Nee! Ik was te laat. De bal rolde verder en één van de tegenstanders pakte hem. Ik keek om mij heen en zag mijn teamgenoten afkeurend kijken. De rest van het uur kreeg ik geen enkele bal meer en ik kreeg een 5 voor inzet.


Ik zuchtte, de gymlessen waren altijd al een hel voor mij geweest. Ik keek er altijd de hele week tegenop. Soms zo erg dat ik hele nachten niet sliep als we de volgende dag gym hadden. Of ik was ’s ochtends misselijk van de zenuwen. Maar dat waren niet de enige momenten dat ik me alleen voelde...

Ik zat in het tekenlokaal. De tekenleraar was in de voorraadkast. Papier halen voor één of andere leerling. Ik zat aan het ene eind van de rij tafels die in het lokaal stond. Aan het andere eind zaten andere kinderen. Ik zag ze met elkaar fluisteren en af en toe schoot hun blik in de richting van mij. Ik voelde me alleen, verloren. Ik was aan het begin van de les naast de anderen gaan zitten. Maar één van de meisjes ,die nu in een lachbui uitbarstte terwijl de jongen tegenover haar mij uitbeeldde terwijl ik hockey speelde, had mij raar aangekeken en gezegd: “Wat doe jij hier? Hoor jij niet dí¡ar te zitten?”¯ Daarbij wees ze naar de tafel waar ik nu zat. Ik was rood geworden en was snel ergens anders gaan zitten.

De leraren hadden nooit iets doorgehad. Nooit was er iemand bij mij komen kijken als ik weer in de wc zat te huilen.

“Mandy! Mandy!”¯ Ik werd geroepen. Ik wist dat ik niet om moest kijken. Ik wist dat toch dezelfde jongens er weer zouden staan, maar toch draaide ik mij om. De jongens lagen helemaal dubbel. Eentje stapte naar voren. Thomas dit keer. Alle meisjes vielen voor hem. Ik snapte het niet. Ik wist niet wat er leuk aan hem was. Hieruit kon ik opmaken dat ik een buitenbeentje was, anders dan de anderen.
“Wat doe jij hier op school? Waarom ga je niet gewoon weg? Je hoort hier niet. Wegwezen. Ik wil niet tegen jou rothoofd aankijken.”¯ De woorden van de jongen raakten mij diep. Ik voelde dat de tranen mij in de ogen sprongen. Ik draaide me om en rende weg. Mijn voetstappen galmden door de gang.


Steeds sneller volgden de nare gedachten elkaar op in mijn hoofd. Ik had er geen controle meer over, alles vervaagde.

“Mandy? Wil je mij misschien voordoen hoe je hardloopt? Je kunt dat zóooo goed”¯ De meisjes barstten in lachen uit terwijl ze mij spottend aan keken.

De tranen sprongen ik mijn ogen toen ik hier aan terugdacht.

Ik zat in een hoekje van één van de gangen. Ik voelde hoe warme tranen sporen over mijn wangen trokken. Ze werden langzaam koud. De gang bleef leeg. Niemand kwam naar me toe.

Alleen had ik me toen gevoelt. Dat gevoel was ik daarna nooit meer kwijtgeraakt.

“Au!”¯ Een stekende pijn verspreidde zich door mijn arm heen. Ik keek achterom. Een jongen lag helemaal dubbel en had mij zo te zien laten struikelen.

De volgende dag had mijn arm in het gips gezeten.

Ik raapte alle moed die ik had bij elkaar en vroeg de verlossende vraag aan mijn vader. “Pap? Ik zou graag van school willen wisselen. Ik wordt gepest…”¯

Dat was nog wel het ergste van alles geweest. Mijn vader had me uitgelachen, had gezegd dat ik me aanstelde. En had me vervolgens weer naar school gestuurd. De plek die ik haatte.


Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.