Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Tokio Hotel » Pijn » Pijn - Hoofdstuk 5

Pijn

27 maart 2009 - 23:06

915

1

225



Pijn - Hoofdstuk 5

“Mandy?”¯ Ik schrok wakker, ik had niet eens door gehad dat ik in slaap was gevallen. Ik opende mijn ogen en keek recht in de een paar bruine ogen die mij bezorgd aan keken. “Eh, Hoi?”¯ stamelde ik. Gustav glimlachte, en plotseling had ik heel erg het gevoel dat ik mensen had gevonden die me aardig vonden, hoewel dat natuurlijk volslagen onzin was. Ik kwam overeind en streek mijn roze T-shirt glad. Ik bedacht me dat ik helemaal geen andere kleren bij mij had dan deze. Even raakte ik in paniek; Hoelang zou ik hier eigenlijk mogen blijven? Zou mijn vader niet langs komen? Ik was bang dat ik naar huis moest, ik wilde niet terug, ik was bang. Maar ik trok mezelf terug naar de werkelijkheid, ik droomde steeds vaker weg de laatste tijd, merkte ik. Dat was iets wat ik niet bijzonder prettig vond. “Wat is er?”¯ vroeg ik. “We gaan eten. Kom je ook? Heb je honger?”¯ “Ja,”¯ ik aarzelde geen moment en kwam overeind. Ik had voor mijn gevoel al een hele tijd niks meer gegeten. Ik liep samen met Gustav naar de keuken, waar de rest al zat. Even schrok ik en werd ik bang, maar daarna bestrafte ik mezelf daarvoor. Zij waren niet eng, ze hadden me nog niks gedaan. Ik liet me op een stoel zakken tussen Bill en Georg in, tegenover Gustav, die ondertussen ook was gaan zitten. Ik was stiekem blij dat ik niet naast Tom zat. Ik vond Tom ietwat eng. Ik had hem gister nog maar heel even gezien en nog niet met hem gesproken. Ik vond zijn manier van praten vreemd, en ik snapte ook niks van de rare kleren die hij aan had. Nu knipoogde hij naar mij. Ik glimlachte onzeker terug. “Wil je pizza?”¯ Eerst reageerde ik niet, tot ik merkte dat hij mij aankeek. Ik voelde dat ik rood werd en beschaamt mompelde ik: “Ja”¯. Hij glimlachte en maakte een doos pizza open. Wat heeft iedereen vandaag met glimlachen?; dacht ik. Maar blijkbaar had ik dit hardop gezegd, want plotseling barstte iedereen in lachen uit. Zelfs ik lachte een beetje mee. Dit zorgde ervoor dat de onwennige sfeer die er had gehangen, verdween. Dit luchtte op. We hadden zelfs een normaal gesprek, waar ik een beetje aan meedeed. Ik voelde me ontspannen, totdat Gustav besloot een vraag aan mij te stellen.
“Eh, Mandy?”¯ vroeg hij voorzichtig. Hij had meteen mijn aandacht. “Wat is er eigenlijk gebeurt? Dat je daar in dat bos was bedoel ik. En dat je zo, eh, schrok, van mij.”¯ Ik verstijfde onmiddellijk, wat moest ik vertellen? Als ik ze vertelde wat er gebeurt was zouden ze naar de politie gaan, mijn vader zou weten dat ik het aan iemand verteld had. Hij had me zo vaak gewaarschuwd wat er zou gebeuren als ik het aan iemand vertelde...
Ik voelde dat al het bloed uit mijn gezicht wegtrok. Ik was volledig verstijfd en keek de anderen bang aan, die mij allemaal aanstaarden. Ik keek paniekerig om me heen, wat moest ik doen? Ik kon natuurlijk weggaan, maar wat als ze achter mij aankwamen? Misschien waren ze dan boos op me, misschien zouden ze me slaan? Maar als ik hier zou blijven, zouden ze dan boos worden omdat ik niet wilde vertellen wat er was gebeurt? Misschien gingen ze me wel pijn doen, om zo achter het antwoord te komen. De minuten streken voorbij terwijl deze gedachtes door mijn hoofd heen spookten. Niemand deed iets, en ik raakte steeds meer in paniek. Mijn ademhaling versnelde, mijn handen begonnen te trillen. Ik probeerde rustig te blijven, wat niet echt lukte. Ergens, in de grijze brij van mijn gedachten, wist ik dat ik niet zo hoefde te stressen. Ik wist dat ik meer bereikte met rustig blijven. Maar de wonden die mijn vader had aangebracht, zaten diep. En de paniekaanvallen had ik nog steeds niet onder controle. Ik begon nu langzaam te hyperventileren. Al mijn gedachten dwaalden weg. Ik kon me niet meer herinneren waarom ik nou eigenlijk zo in paniek raakte. Het enige wat ik nog zag was het gezicht van mijn vader. Het zweefde voor me, en een moment geloofde ik dat hij er ook echt was. Ik bereidde me al voor op een woedeaanval van hem, die hij zou uiten op mij. Maar plotseling voelde ik een zachte aanraking. Een hand die in de mijne werd gelegd. Het leek wel alsof die hand mij terugtrok naar de werkelijkheid, hoewel er natuurlijk niemand aan mijn hand trok. Langzaam verdween het gezicht van mijn vader en verscheen de keuken voor me. De gezichten van de jongens werden ook weer duidelijk. Ze keken me allemaal geschrokken aan. Alsof ze echt bang waren geweest dat er iets ergs met mij gebeurde. Ik keek naar mijn hand. Gustav hielt hem vast.
“Hé, Mandy, je hoeft niet bang te zijn, we doen je niks, echt helemaal niks,”¯ hij keek me bezorgd aan. “Maar, h-h-hij wel,”¯ stamelde ik, ik had niet door dat niemand begreep wie ik bedoelde. “Wie bedoel je?”¯ vroeg Gustav vriendelijk. Ik keek recht in zijn bruine ogen terwijl ik hem antwoord gaf. “M-mijn vader,”¯ ik merkte dat ik was gaan stotteren. Ik zag dat de anderen elkaar geschokt aankeken. “Sloeg hij jou?”¯ Plotseling bedacht ik me wat ik aan het vertellen was. Ik mocht dit helemaal niet vertellen! Paniekerig keek ik om mij heen. En ik wist maar één ding wat ik nu kon doen. Wegrennen. Dus dat deed ik.


Reacties:


sally1999
sally1999 zei op 24 nov 2009 - 17:50:
Lees een andere keer vrdr ok