Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Tokio Hotel » Pijn » Pijn - Hoofdstuk 7

Pijn

27 maart 2009 - 23:07

804

0

205



Pijn - Hoofdstuk 7

Op de terugweg naar het huis van mijn ‘vrienden’ was ik vrolijk, blij, ontspannen… kortom: alle gevoelens die ik me bijna niet meer kon herinneren. Ik vertrouwde Gustav die naast me liep en lachte om mijn vrolijkheid. Maar toch bleef er ergens iets van de angst voor mijn vader hangen, bij alles wat ik deed. Ik wilde Gustav alles wel vertellen, maar ik was bang. Mijn angst overwon alles en iedereen, maar ik voelde me in ieder geval beter dan de afgelopen maanden. De duisternis leek minder zwart, mijn toekomst minder vaag en mijn vader minder eng. Het was alsof de zon in één keer had besloten mijn leven ook wat licht te geven.
Ik pakte zachtjes Gustav’s hand en begon te huppelen. Gustav rende wat vaag met me mee. Ik struikelde en viel bijna, maar werd overeind gehouden door Gustav. Voor het eerst sinds mijn moeder er niet meer was, had ik iemand die me opving als ik viel. Het voelde geweldig.
Ik rende verder en lachte om Gustav, die moeite deed om mij bij te houden. Heerlijke vlinders van blijdschap verspreidden zich door mijn hele lichaam toe hij me had ingehaald en mijn hand vastpakte om te voorkomen dat ik weer verder rende. Toen hij naast me stond sprong ik impulsief in zijn armen. Ik voelde hoe ook hij zijn armen om mij heen sloeg en me tegen zich aan drukte. Ik legde mijn hoofd tegen hem aan en verborg me in mí­jn bron van veiligheid, van vriendschap. Minutenlang bleven we zo staan, terwijl er een volledige stilte om ons heen ontstond. Na een tijdje liet Gustav me zachtjes los. Hij glimlachte en pakte mijn hand. Langzaam liepen we verder.
Hoe dichter we bij onze eindbestemming kwamen, hoe langzamer ik begon te lopen. Wat als de anderen nou wél boos waren? Gustav kon dan wel aardig zijn, maar zou dat ook voor de rest gelden? Twijfel maakte zich van mij meester en doofde het kleine vlammetje van blijdschap, dat zich in mijn buik had gevormd. Gustav begreep blijkbaar niet dat ik zo lang mogelijk over het lopen wilde doen. Hij ging in tegenstelling tot mij steeds sneller lopen.
“Komt, een beetje sneller, ik heb het koud”¯. Ik keek hem angstig aan.
“Maar ik ben bang..”¯
“Bang? Waarvoor”¯. Gustav stopte met lopen en keek me aan.
“V-voor de anderen. Wat nou als ze boos zijn?”¯ Zijn ogen keken vragend.
“Waarom zouden ze boos zijn?”¯ Ik zuchtte.
“Ik ben toch net weggerend?”¯ Gustav pakte mijn andere hand nu ook.
“Ze zullen echt niet boos zijn, echt niet, geloof me. En anders wordt ik boos op hun”¯. Al mijn angst en twijfels verdwenen terwijl hij zijn ogen zich in de mijne boorden. Waarom hij zo’n rustgevende invloed op mij had, was voor mij een raadsel.
We liepen weer verder, en nu liep ik ook gewoon mee. Ik had het ook verschrikkelijk koud.
Bij de voordeur stond ik stil terwijl Gustav de sleutel in het slot omdraaide. Snel liepen we naar binnen, de warmte stroomde ons tegemoet. Nadat we onze jassen hadden uitgedaan liep Gustav de woonkamer in, waar ik de stemmen van de rest hoorde. Ik haalde diep adem en stond even stil op de drempel, waarna ik ook naar binnen liep.
Meteen waren alle ogen op mij gericht. Ik voelde me ongemakkelijk onder al die blikken en liet me snel naast Gustav op de bank zakken. Ik voelde hoe hij geruststellend zijn hand op de mijne legde. Bill was de eerste die iets zei.
“Alles goed?”¯vroeg hij voorzichtig. Plotseling barste ik in lachen uit. Ik wist zelf eigenlijk niet echt waarom. Het voelde als een soort van ontlading van alle spanning die in de kamer hing. Bill keek me een beetje beduusd aan. “Zei ik iets raars of zo?”¯ “Nee, natuurlijk niet,”¯ riep ik en ik liep naar hem toe, waarna ik hem omhelsde. Ik voelde me opeens weer vrolijk, en ik had zin om de hele wereld te knuffelen, behalve mijn vader natuurlijk. Ik viel een ietwat beduusde Georg ook in de armen en Tom volgde. Ik was vrolijk en uitgelaten, en deed niet mijn best om dat verborgen te houden. “Heb je iets geslikt of zo?”¯ vroeg Bill bezorgd, terwijl ik op de bank op en neer sprong. “Nee natuurlijk niet,”¯ riep ik, “ik ben gewoon vrolijk,”¯
“Géwoon?”¯
“Je snapt best wat ik bedoel”¯.
“Niet”¯.
“Wel”¯.
“Niet”¯.
“Wel wel wel wel wel wel wel wel wel wel wel wel wel”¯.
Bill keek me een beetje raar aan, na deze uitbarsting. “Oké, jij wint”¯. “JAAAAAAAAAAAAAAA!”¯ schreeuwde ik. “Gustav, weet je zeker dat alles goed is met haar? Dit is echt niet gezond hoor,”¯ verklaarde Tom nu ook. Nu werd ik opeens weer serieus. “Natuurlijk gaat alles goed. En nu wil ik jullie muziek horen.”¯ De jongens keken elkaar aan.
“Oké , kom maar mee.”¯


Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.