Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Tokio Hotel » Pijn » Pijn - Hoofdstuk 9

Pijn

27 maart 2009 - 23:08

1172

0

220



Pijn - Hoofdstuk 9

“Mam?”¯ Mijn moeder keek op. “Wat is er, Mandy?”¯ Ik haalde diep adem, dit moest ik voorzichtig zeggen, anders mocht het nooit. “Mag ik vanavond met een paar vrienden naar de bioscoop. Gewoon voor de lol, er draait iets leuks.”¯ Mijn moeder zuchtte, “doordeweeks? Het is dinsdag.”¯ “Maar iedereen gaat, we willen gewoon lol hebben. Dat mag toch wel?”¯ “Oké, je mag,”¯ Ik werd al blij, mijn moeder was overstag. “Maar..”¯ Oh. Er was dus nog een maar. “Je moet om 9 uur thuis zijn.”¯ “9 UUR!”¯ Geschokt keek ik mijn moeder aan. Dit kon ze niet menen.

Nu verafschuwde ik mezelf dat ik er zo’n punt van had gemaakt. Ik zou er alles, maar dan ook alles voor over hebben om de tijd terug te kunnen draaien. Om te zorgen dat ik het gesprek met mijn moeder nooit was begonnen. ‘Het fatale gesprek’. Maar ik kon de tijd niet terugdraaien, dat lukte niet.

“Maar, dan zijn we nog maar net begonnen, ik wordt om half 8 opgehaald, dan heb ik maar 1,5 uur!”¯ “Ja, Mandy, het is dinsdag, dan kun je niet om 12 uur thuis komen. Je moet morgen gewoon naar school hoor”¯. Boos keek ik mijn moeder aan. “Maar.. maar, dat is hartstikke onredelijk. í¨edereen mag doordeweeks laat thuis zijn. Behalve IK!”¯ “Mandy, 9 uur thuis. Anders ga je maar niet.”¯ “Wat heb ik een kutmoeder! Wat moet ik dan tegen mijn vrienden zeggen? Dat ik om 9 uur thuis moet zijn, alsof ik nog twaalf ben! Ze zullen me uitlachen, ik ben geen baby meer.”¯ Ik zag dat mijn moeder nu ook boos werd. “Oké, dan ga je maar niet, ik ben boodschappen doen. Ik wil er geen woord meer over horen.”¯ Mijn moeder liep de kamer uit en sloeg de voordeur achter zich dicht. Even later sloeg de motor van haar Fiat aan.

Zwetend werd ik wakker. Waarom had ik nou niet gewoon mijn mond gehouden over die bioscoop? Waarom moest ik zo nodig later thuis zijn? Het was allemaal mijn schuld.
Ik keek op de wekker, half zeven. Ik was klaarwakker en ik wist dat ik niet meer in slaap zou vallen. Ik wilde af van die dromen, ik wilde ook eens een keertje gewoon wakker kunnen worden. Ik kon net zo goed naar beneden gaan. Het had geen nut om nog in bed te blijven liggen als ik toch niet meer sliep. Ik zette mijn voeten op de - alweer - koude vloer en liep de trap af naar beneden. Het gekraak van de treden irriteerde me. Ik kon nooit goed tegen geluiden ’s ochtends. Ik zag dat ik de eerste was die wakker was. Zelfs Gustav was nog niet wakker. Ik zette de waterkoker aan voor wat thee. Daar had ik even behoefte aan. De nachtmerrie zat nog steeds in mijn hoofd. Ik zette thee en begon de kastjes door te zoeken naar een mok. Ik opende wat deurtjes en glimlachte toen ik een hele verzameling mokken zag staan met de jongens erop. Ik pakte er één waar Gustav op stond en schonk mijn thee erin. Het voelde goed om mijn thee te drinken uit iets waar Gustav op stond. Ik nam een slokje. Heet, ik voelde mijn tong verbranden. Daar had ik een hekel aan. Ik plofte op één of andere bank neer en bedacht wat ik kon doen voordat de jongens wakker waren. Ik had zin om muziek te maken, maar ik wilde niet pianospelen. Ik was bang dat ik dan weer zou gaan huilen, net als gister, en dat wilde ik nog even voorkomen. Mijn oog viel op een gitaar die in de hoek van de kamer stond. Zou ik? Mijn voorkeur was altijd uitgegaan naar pianospelen en drummen, maar ik kon ook wel aardig gitaar spelen. Ik twijfelde even, kon ik zomaar die gitaar pakken, of mocht dat niet. Mijn verlangen om mijn vingers over de snaren te laten gaan won het van mijn verstand. Ik liep naar de gitaar toe en pakte hem op. Hij was mooi. Het was zeker een mooie gitaar. Zachtjes streek ik over een paar snaren. Ze trilden zachtjes, wat een lief geluid voortbracht. Snel liep ik met de gitaar naar de bank en ging - nu met gitaar - weer zitten. Ik zette mijn vingers op de snaren zeer en begon een zomaar wat te spelen. Geen liedje, niet iets wat ik geschreven had, gewoon iets wat op dit moment in mijn hoofd op kwam. Het klonk best goed, ook al had ik al eeuwen geen gitaar meer aangeraakt. Mijn vingers bewogen sneller, ik vergat dat ik zachtjes moest doen om de jongens niet wakker te maken en ging helemaal op in mijn gitaarspel. Ik begon luider te spelen, en de melodie werd minder lieflijk. Dit deed me op een positieve manier terugdenken aan vroeger. Aan de avonden dat mijn moeder gitaar voor mij speelde. Vroeger had ik dat altijd zo mooi gevonden. Ik was altijd al een druk kind geweest. Maar als mijn moeder gitaar speelde werd ik stil. Mijn moeder kon dat altijd zo goed, ik wilde altijd zo goed als haar worden.
Nu bespeelde ik op dezelfde manier de snaren als haar. Ik had het gevoel dat ik eindelijk iets goeds deed tegenover mijn moeder. Dat een deel van mijn schuld werd ingelost. Het voelde fijn. Ik had het gevoel dat ik wel eeuwen door kon spelen. Dat de muziek nooit zo stoppen, de melodie zou nooit ophouden te bestaan.
“WAT DOE JIJ MET JE POTEN AAN MIJN GITAAR?”¯ Een woedende schreeuw liet mijn opschrikken. Ik schoot overeind en liet gauw de gitaar los toen Tom hem uit mijn handen rukte. Bang keek ik hem aan. Ik had toch beter van die gitaar af kunnen blijven. Liefdevol zette Tom de gitaar voorzichtig weer op zijn plek. Hij draaide zich woedend weer om naar mij. “Waarom deed je dat?”¯ snauwde hij. “I-ik w-weet niet,”¯stotterde ik. “Je weet het niet?”¯ “N-nou j-ja, e-en b-b-beetje. Ik wilde g-gitaar spelen en t-toen zag ik die staan.”¯ “En toen dacht je dat je daar wel mee mocht kloten?”¯
“Dat dacht ze blijkbaar ja, en Tom , er is toch niks gebeurt met je gitaar, doe niet zo moeilijk.”¯ Bill was blijkbaar ook wakker en stond in de deuropening. “Maar ze zat aan mijn gitaar!”¯ Tom keek Bill aan alsof hij gek was. “Ja en? Het klonk goed vond ik.”¯ “Maar daar gí¡at het niet om, het gaat om het princí­pe. Ik wil niet dat er iemand aan mijn gitaar zit.”¯ Bill en ik keken elkaar aan en tegelijk barstten we in lachen uit. Het gezicht van Tom terwijl hij probeerde zijn geliefde gitaar te verdedigen was lachwekend. Hilarisch.
Gustav kwam binnen en keek verbaasd naar mij en Bill. Tom stond er nog steeds naast, hoewel hij niet meer boos was. “Maar daar gí¡at het niet om, het gaat om het princí­pe,”¯ deed Bill Tom na, wat weer een nieuwe lachaanval veroorzaakte bij Bill en mij. Nog steeds lachend veegde ik de tranen van mijn wangen. Het was lang geleden dat ik zo’n lol had gehad.


Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.