Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Adam Lambert » Trespassing » [10] Chokehold

Trespassing

15 feb 2013 - 21:31

2125

2

359



[10] Chokehold

Van een pooier afkomen bleek niet zo eenvoudig als het op het eerste gezicht leek, maar gelukkig kende Jean genoeg jongens om een schijnvertoning op te houden.
Ondertussen ging het normale leven door: door de week zag ze elkaar amper, want al na een week had Robbie Jean laten beloven dat hij zich op zijn schoolwerk zou storten, en bovendien zou het veiliger zijn als de niet te veel samen werden gezien. De weekenden waren vrijwel onveranderd, ze hadden besloten om nog steeds op vrijdag naar de club te gaan en daarna hadden ze nog twee dagen en nachten voor elkaar.
Toch merkte Jean dat het zwaarder begon te worden. Slechts de weekenden was nooit genoeg geweest: elke keer weer miste hij zijn vriend zodra hij op zondag naar huis vertrok en functioneerde pas weer echt als ze elkaar op vrijdag weer zagen. Elke keer dat hij per ongeluk het shirt aantrok dat hij dat weekend ook had gedragen voelde hij zich de hele dag ziek van verlangen door de geur van Robbie om zich heen en elke avond huilde hij in de lakens die zijn langzaam vervagende parfum droegen.
Op een maandag, nadat hij weer die ene fatale fout begaan was riep professor Douglas hem bij zich, maakte een afspraak voor later die week en stuurde hem toen naar huis, waar de jongen zich vervolgens probeerde op te vrolijken met films als Cabin in the Woods en Orphan.

Het was donderdag toen Jean de oprijlaan naar de statige villa van professor Douglas bewandelde. Het was een ontzagwekkend pand, precies zoals het bedoeld was, hoewel Jean het vooral ontzagwekkend vond hoever de professor was gekomen, en niet alleen qua woning, geld en status.
Met een hartelijke glimlach op zijn gezicht deed de professor op. “Kom binnen, jongen, kom binnen.”¯ Samen liepen ze verder, naar de keuken, waar de professor een fluitketel op het vuur zette. “Jij ook thee, jongen?”¯ vroeg hij, terwijl hij in de kastjes rommelde.
“Ja, graag professor.”¯
“Ik zou je mee naar de tuin genomen hebben, die is echt prachtig. Zo jammer dat het van dat druilerige weer is. Nou ja, misschien later dan maar.”¯
“Ik wist niet dat u van tuinieren houdt.”¯
“O, nee, dat heeft Roger gedaan. Maar goed, heb je nog een voorkeur qua smaak?”¯
“Nee, kiest u maar, ik vind alles wel best.”¯
Even later zaten ze aan de veel te grote salontafel met thee en koekjes. Eerst ging het gesprek wat over de koetjes en kalfjes, maar al gauw kwam de professor ter zake.
“Jean, ik zie dat het niet goed met je gaat, en ik denk dat ik weet waarom.”¯
Een zucht was het enige antwoord dat hij kreeg.
“Is het die jongen die mee was naar het feest?”¯
“Ja.”¯ Een glimlachje rimpelde over zijn gezicht. “Dat is hem. Robbie, heet hij.”¯
“Net zoals onze beste Robert Ross.”¯
“Inderdaad. Het voelde bijna ironisch, waarom koos u dat stuk in godsnaam uit?”¯
Ze lachten. “Ik zal er rekening mee houden, de volgende keer.”¯ Een korte stilte. “Als die komt.”¯
“Wat bedoelt u?”¯ vroeg de jongen voorzichtig.
“Jean,”¯ begon de man, waarna hij zuchtte en even over zijn woorden nadacht, “ik weet waar je doorheen gaat, hoe moeilijk het is en hoe pijnlijk. Het is een wonder, ik zou het bijna een godsgeschenk noemen, dat Roger hier bij me kan wonen. Maar ik weet dat dat voor bijna niemand het geval is. Ik weet echter hoe pijnlijk dat moet zijn, ooit stond ik ook in jouw schoenen.”¯
“Maar wat heeft dat met mijn opleiding te maken?”¯
“Jean, ik wil dat je over deze vraag nadenkt en me dan een antwoord geeft dat recht uit je hart komt. Wat wil je het allerliefst?”¯
“Samenzijn met Robbie, zonder bang te moeten zijn en zonder hem te moeten missen omwille van andere mensen,”¯ zei de jongen meteen.
“Daarvoor heb je geen diploma nodig, jongen. Je kunt je studie afmaken, hier blijven, het leven op zijn beloop laten, dat kan allemaal. Maar het kan ook anders, je kunt proberen te bereiken wat je het liefste wilt. En hoe pijnlijk en oneerlijk het ook is, de enige manier om überhaupt een kans te maken dat te bereiken is door te vertrekken.”¯
“U wilt dat ik vlucht?”¯
“Ja. Begrijp me niet verkeerd, het is je eigen keuze, en natuurlijk ook die van Robbie, maar je wordt zo niet gelukkig. Ik zou het niet uithouden zonder Roger zo dicht bij me te hebben, ik heb hem nodig, en ik weet dat datzelfde voor jou en Robbie geldt.”¯
“Ik wil niet vluchten. Het is oneerlijk, waarom moeten wij vluchten? We doen niks verkeerd! We moeten vechten.”¯
“Ik ben het met je eens, maar vechten kan niet, niet nu. Je kunt niets uitrichten, er zullen altijd meer hetero’s zijn dan homo’s, we zijn nou eenmaal een minderheid, en sinds de apocalyps wil niemand meer geloven dat we niks kwaads aanrichten: nee, wij zijn de bron van alle straffen die de mensheid krijgt. De enige manier waarop je samen kunt zijn met Robbie is door weg te gaan, hoe moeilijk en hard het ook is.”¯
“Maar…”¯ Tranen van woede en onmacht stroomden inmiddels over de wangen van de jongen. “Het is u gelukt. U woont hier met Roger.”¯
“We hebben geluk gehad. We hebben ongelooflijk veel geluk gehad. Soms voel ik me bijna schuldig, omdat er zoveel anderen zijn die dit ook verdienen, maar uiteindelijk krijgt de schuld niet de overhand, ik ben te gelukkig dat ik zo dicht bij hem kan zijn. En ik voel me bijna schuldig omdat ik zo blij ben met de dood van iemand, een mens. Maar uiteindelijk…”¯
“Ik begrijp het. Maar professor, het is niet aan mij om te beslissen om te gaan, Robbie is er ook nog.”¯
“Maar als jij niet zeker bent gaan jullie niet, daar ben ik van overtuigd. Dus overtuig ik jou eerst.”¯ Beide partijen dronken hun thee op, en nadat de professor een nieuw glas in had geschonken ging hij verder. “Dus, vertel eens over Robbie.”¯
“Robbie is lief. Echt, hij is de liefste persoon die ik ken, zo zorgzaam. En ook al heb ik hele stomme dingen gezegd en gedaan, hij kan me vergeven.”¯ Jean twinkelende ogen vonden die van de professor. “Soms heb ik het gevoel dat hij beter verdiend, iemand die ook voor hem kan zorgen, en net zo lief kan zijn als hij, en die geen stomme opmerkingen maakt. Dat is wat hij verdiend. Soms wil ik zelfs dat hij hetero is, zodat hij dicht bij iemand kan zijn, en zodat zijn leven makkelijker is, want dat verdiend hij echt. Dat zou hij niet zo in de ellende zitten.”¯
De professors nieuwsgierigheid was gewekt, maar hij wachtte rustig af tot Jean verder zou gaan.
“Ik wou dat ik hem kon helpen, echt kon helpen. Maar dat kan ik niet, ik zou echt niet weten hoe. Ik heb het geprobeerd, maar het lukt niet. Hij zit vast.”¯
“In wat voor problemen zit hij?”¯
Jean realiseerde zich dat de man dat ongelooflijk kon weten en zocht naar woorden om het uit te leggen, zonder het plat te laten klinken, omdat dat voelde alsof hij schande over Robbie sprak. “Hij is een hoer,”¯ zei hij uiteindelijk, gedwongen door een gebrek aan een betere uitleg. “Gedwongen.”¯ Voegde hij er snel aan toe. “Hij liep weg van huis, kwam bij de verkeerde mensen terecht, en nu zit hij vast in het net.”¯
“En hij kan niet stoppen, want dan doen ze hem iets aan. Zolang hij hier is zit hij vast.”¯
De jongen keek naar de professor en zweeg, wetend dat hij gelijk had. “En dus is vluchten onze enige kans,”¯ verzuchtte hij.
“Ja, dat klopt.”¯
“Hoe wist u dat er problemen waren?”¯
“Ik had geen idee, slechts een vaag vermoeden. Je leek vanaf de ene op de andere week ineens veel ongelukkiger en vermoeider dan daarvoor, maar dat was het enige waarop ik het kon baseren.”¯
“Ik weet wel dat vertrekken onze best kans is op een beter bestaan, maar toch, ik kan het niet. Het voelt te egoïstisch. Het is verdomme verschrikkelijk egoïstisch. Heeft u enig idee hoe het moet voelen om als ouder je kind kwijt te raken, zonder dat je weet wat er in godsnaam gebeurd is? En waarschijnlijk komen we niet eens ver.”¯
“Dat moet vreselijk zijn, dat begrijp ik wel. Maar over hoe ver je komt: dat zou nog mee kunnen vallen. Zorg dat ze vermoedden dat je er gewoon tussenuit gaat en dat jullie niet veel samen gezien worden. In ieder geval niet meteen.”¯
“Ze zullen ons toch kunnen achterhalen. We hebben toch op z’n minst eten nodig. Vluchten is onmogelijk.”¯
“Nee, dat is het niet. Ik ken jongens die het is gelukt.”¯
“Hoe weet u dat zo zeker? Misschien zijn ze wel opgepakt zonder dat iemand er ooit nog iets van gehoord heeft.”¯
“Ik denk het niet, daarvoor is de politie te trots op hun werk. Alle homo’s achter slot en grendel.”¯
“Maar dan zijn we weg, en houden het wonderwel langer dan, laat ik zeggen: twee maanden uit. Wat dan? We kunnen niet voor eeuwig blijven vluchten.”¯
“Je zult wel moeten. Misschien niet constant, misschien vind je een afgelegen plek waar jullie kunnen leven, als er maar water voorhanden is en je aan eten kunt komen zou het moeten kunnen, maar je zult altijd op je hoede moeten blijven. Het is niet ideaal, maar wat wil je dan? Als jullie hier blijven zal men het door gaan krijgen, vroeg of laat. Er is te veel controle in de grote steden, je kunt hier niet gelukkig worden, niet echt.”¯
“Maar u is het gelukt!”¯ Tranen vloeiden nog altijd. “Het spijt me. Het is gewoon zo oneerlijk, en ik voel me zo machteloos, maar ik kan niet weg, het gaat gewoon niet.”¯
“Waarom niet, Jean?”¯
“Mijn beste vriendin is depressief en suïcidaal, ik kan haar niet achter laten, dan zou ik haar dood op mijn geweten hebben.”¯
De professor zweeg en fronste diep. “Dat bemoeilijkt de zaak inderdaad. Als je vertrekt zou je haar niet meer kunnen zien, ze zouden haar in de gaten houden, in de hoop dat ze hen naar jou toe leidt.”¯
“Dat is het probleem, ik wil wel weg, maar ik kan haar gewoon niet achterlaten. Dat zou Robbie ook niet willen. Ze is mijn oudste vriendin, en ze heeft me nodig.”¯

Niet meer. Nooit meer.
Na die nacht dat Marco, Robbie en Jean bij haar gewaakt hadden, al bijna een jaar geleden, had Amity's leven weer in de lift gezeten. Ze had haar beste vriend terug, en snel daarna ook een vriendin, Miryanna. Hoewel ze het nog steeds af en toe zwaar had, werd ze altijd goed opgevangen door de jongens en Miryanna, en eindelijk leken de wolken plaats te maken voor een heldere hemel.
Totdat de politie voor MIryanna’s deur had gestaan. Het was op een vrijdag gebeurt, een paar uur voordat Amity naar haar toe zou komen. Eenmaal aangekomen bij het appartement werd er niet opengedaan, en nadat ze schreeuwend op de deur had geklopt was één van de buren naar buiten gekomen en had haar het nieuws verteld.
Wat een schande, zo’n vuile, respectloze lesbienne, die nota bene naast haar had gewoond! Had ze zo’n hekel gehad aan de mensheid, dat ze die naar de verdoemenis wilde helpen? Amity had slechts instemmend genikt.
Buiten stortte ze niet in, wat haar verbaasde. Ze vond de weg terug naar huis als een zombie. Hoe ze het gedaan had wist ze niet, het was alsof ze in een vacuüm zweefde: niets raakte haar, en haar gedachten stonden bevroren op hoe respectloos en verdorven lesbiennes wel niet waren. Ze hielpen de mensheid naar de verdoemenis. Misschien moest ze helpen daar een einde aan te maken.
Amity wilde beschermen, daarom had ze het ding in de eerste plaats gekocht. Waarom waren ze niet naar haar gekomen? Ze zou ze verrot geknald hebben, en met Miryanna gevlucht zijn, voor de rest van het korps opgeroepen was.
Nooit heeft ze eraan gedacht haar broer of beste vriend te bellen. Zelfs een briefje schrijven is niet bij haar opgekomen. De reden bande ze uit, anders zou het misschien mis gaan. Ze hadden hetgeen waarmee ze vasthield aan het leven weggerukt, en zonder dat was ze gedoemd te vallen, tot ze de grond zou raken. Daarom.
Ze vonden haar pas maandag, ze waren er vanuit gegaan dat ze bij haar vriendin was. Het schot was wel gehoord, ja, maar niemand had er aandacht aan besteed, dat gebeurde wel vaker. Hoe verschrikkelijk de lucht ook was, het aangezicht was nog vreselijker. De inhoud van haar hoofd lag op het tapijt, ingekapseld in een aangekoekte laag gestold bloed. Daarnaast lag haar lichaam, dat inmiddels blauw verkleurd was, en een banket voor allen die maar wilden komen.

Spullen werden gepakt en ingeladen in een auto die al minstens vier keer gestolen was. Jean merkte pas dat hij niet meer in zijn bed lag toen ze New York al een dikke honderd kilometer uit waren. Het was niet hij die de knoop definitief had doorgehakt. Het was Robbie.


Reacties:


WTlover
WTlover zei op 28 feb 2013 - 20:33:
GE-WEL-DIG. Why no message?!?


Bodine
Bodine zei op 15 feb 2013 - 21:40:
ROBBIE I LOVE YOU
ROBBIE I LOVE YOU
ROBBIE
I
LOVE
YOU
ROBBIEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEE <3