Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Overige » A Thousand Suns [Stand Alones] » De stem

A Thousand Suns [Stand Alones]

3 maart 2013 - 0:38

1545

6

954



De stem

De Londense wind woei dapper tussen de torenhoge gebouwen door. In die gebouwen zwoegden duizenden mensen in de hoop hun baan te mogen behouden. Ze letten niet op de wind. Ze merkten niet dat het ijskoud was buiten. Ze hoorden niet dat de regen zachtjes tegen de ramen tikte. Tik, tik, tik.
Plassen vormden op het trottoir. Ondiepe plassen en winkelende mensen ploeterden er dapper doorheen. Ze hadden hun sjaals stevig om zich heen geklemd in de hoop warm te kunnen blijven. Hun voetstappen tikten op de straattegels. Tik, tik, tik.
Ze wisten het niet. Ze merkten het niet. Ze zagen het niet. De gebouwen waren te hoog en de mensen te druk. En hij was weggekropen achter een muurtje, hopend dat niemand hem zou zien. Gewoon verdwijnen, zomaar uit het niets oplossen in de lucht en nooit meer terugkomen. Dat was het plan.
Maar dat kon niet.
Ten einde raad kroop de jongen dus uit zijn schuilplaats, stapte langzaam richting de rand van het dak. Het was hoog, ontiegelijk hoog. En het woei. Toen hij naar beneden keek, kwam bijna zijn maaginhoud naar boven en snel deed hij weer een stap naar achteren. Hij moest eerst de moed bij elkaar sprokkelen.
‘Zo, springen dus,’ sprak een onbekende stem. Kalm, alsof het de dagelijkse gang van zaken was.
‘Ik geniet van het uitzicht,’ snauwde de jongen, zijn blik nog steeds gericht op de straat enkele tientallen meters onder hem.
‘Bang dat de overdosis haar doel zou missen, waardoor je alleen maar in het ziekenhuis zou belanden?’
De jongen reageerde niet.
‘Bang dat verdrinken te lang zou duren? Bang dat je je halverwege zou bedenken, maar niet meer terug zou kunnen?’
De wind verspreidde een onuitstaanbare kou over het dak van het kantoorgebouw. De jongen rilde, maar reageerde niet.
‘Je polsen doorsnijden… Ja, maar hoe weet je zeker dat je een dodelijke wond hebt gecreëerd? Stel dat je het overleeft.’ De stem vroeg het niet meer, constateerde het simpelweg. ‘Jezelf te pletter rijden is teveel risico voor anderen en je hebt geen geweer om jezelf door je kop te schieten. Daarbij wil je je moeder het leed niet aandoen onherkenbaar te zijn na je dood.’
Stilte, op het waaien van de wind na.
‘Nou, heb ik gelijk?’
De jongen haalde zijn schouders op, staarde droevig naar de onherkenbare straattegels. Hij wilde één van de mensen zijn die door de plassen liep. Hij wilde onherkenbaar zijn. Gewoon over straat kunnen lopen, doen waar hij zin in had.
‘Het is beter om het gewoon te zeggen, weet je,’ ging de stem rustig verder.
‘Wat?’
‘Gewoon, hetgeen ze zullen achterhalen zodra je op de straattegels ligt.’
‘Ze gaan niets achterhalen.’
‘Houd een ander voor de gek, Louis. We weten beiden waarom je dit doet: je wilt de confrontatie niet aangaan. Weet je wat? Als ze je eenmaal van de straat geschraapt hebben, dan komt alles uit en de krantenkoppen zullen het nog veel mooier maken dan het allemaal is. En wie zal ze kunnen vertellen dat het klinkklare onzin is? Jij in ieder geval niet.’
‘Eleanor.’
‘Ik wist dat je de Eleanorkaart zou spelen. Je bent voorspelbaar.’
‘Wat doe je hier dan nog? Je weet toch al hoe het af gaat lopen.’
‘Ik wel, jij niet.’
Daarop had Louis geen weerwoord. Zijn sass was gesmoord door zijn verdriet en hij wilde beneden zijn. Beneden tussen de mensen, één van hen. Plat tegen de straattegels. Vaarwel.
‘Goed, Eleanor dus,’ ging de stem onverstoord verder. Louis draaide zich niet om. Hij bleef roerloos staan waar hij stond, zijn blik gefixeerd op het stadsleven tientallen meters onder hem. Tranen vormden achter zijn oogleden en hij wist zelf niet eens waarom. Dit was toch zeker wat hij wilde?
‘Ah, daar komen de tranen.’
Verwoed draaide Louis zich om, keek woedend achter zich. Hij had duizenden verwijten klaarliggen. Wie dacht de jongen wel niet dat hij was, waar haalde hij het lef vandaan Louis aan te spreken op de methode die hij koos en hoe wist hij in hemelsnaam dat Louis huilde? Achter hem was echter niemand te bekennen.
‘Ik heb dit al tig keer meegemaakt, Louis. Ik hoef het niet meer te zien om het te weten.’
‘Wie ben je?’ snauwde Louis.
‘Eleanor,’ grinnikte de stem, en toen Louis niet reageerde ging ze verder: ‘En als jij beneden ligt, ga ik genieten van de media-aandacht. Ze zullen in de rij staan om me te interviewen en je weet dat ik dat heerlijk vind.’
‘Je liegt.’
‘Goed, dan ben ik Jay,’ herpakte de stem onverstoord. ‘En als jij eindelijk dood bent, ben ik van de paparazzi op mijn woonerf af. Dan kan de tweeling rustig naar school en als bonus ben ik ook nog van jouw arrogante gedrag af.’
‘Hou op,’ riep Louis smekend. De tranen rolden inmiddels over zijn wangen.
‘Dan ben ik Niall. Als jij eindelijk uit de band bent, neem ik al jouw solo’s over. Ik heb je toch nooit aardig gevonden.’
‘Je liegt!’
‘Nee,’ antwoordde de stem ijskoud. ‘Jij liegt.’
Louis draaide een rondje om zijn lengteas, wild met zijn armen in het rond zwaaiend. Hij zag niemand. De lucht was relatief blauw voor de tijd van het jaar en de regenwolkjes waren weggedreven. Louis zakte machteloos op zijn knieën, snikkend. ‘Alsjeblieft,’ fluisterde hij gebroken.
‘Goed, wie ben ik dan? Wie ben ik?’
Louis schudde wanhopig zijn hoofd.
‘Je hebt gelijk. Ik weet hoe dit afloopt. Jij niet. Wie ben ik?’
‘God?’ opperde Louis ten einde raad.
‘Mis,’ grinnikte de stem. ‘Wie ben ik?’
Louis bleef schokschouderend op de grond liggen, zonder te reageren. Hij was uitgeput.
‘Goed,’ gaf de stem toen toe. ‘Ik ben Jake.’
Een betraand gezicht richtte zich op, hoopte een Jake te zien, maar zag niets.
‘Je kunt me niet zien, dat klopt,’ beaamde de stem. ‘Maar je hoort me wel en daar gaat het om. En ik zie jou. Je bent de zoveelste, weet je. En ik weet hoe dit afloopt.’
Louis schudde verslagen zijn hoofd.
‘Er was één naam,’ vervolgde Jake op bijna zakelijke toon. ‘Eén naam die ik absoluut niet mocht noemen. Welke?’
Louis schudde opnieuw zijn hoofd.
‘Het is beter het zelf aan de wereld te vertellen, dan dat ze er na je dood achter moeten komen. Ik meen het. Ze komen er toch wel achter, vroeg of laat. En arme Eleanor, kun je je voorstellen –’
‘Hou op! Er is niets tussen Harry en mij!’
Jake lachte. ‘Bingo,’ grinnikte hij. ‘Niets concreets, nee. Omdat jij te laf bent het tegen hem te zeggen. Of hij de eerste stap niet kan zetten, vraag je? Je zou jezelf eens moeten horen over het onderwerp. Het arme schaap kijkt wel uit.’
Het bleef even stil. ‘Goed,’ ging Jake toen verder. ‘Je vroeg wie ik ben. Ik heet Jake, maar dat is irrelevant. Ooit, een jaar of twee geleden zat ik in dezelfde situatie als jij. Crush op mijn beste vriend, maar ik durfde het hem niet te vertellen omdat het vies is. Aldus de maatschappij. Ik sprong voor een trein, niet van een gebouw. Mijn eigen begrafenis bezocht ik en ik heb hem zien huilen bij mijn graf. Later heb ik de moed verzameld hem ’s nachts te bezoeken. Hij sliep. Hij was zo schattig in zijn slaap… Maar goed, zijn dagboek lag op zijn nachtkastje. Ik kon het niet laten.’
‘En?’ vroeg Louis, die in zoverre geboeid werd door het verhaal dat hij vergat te huilen.
‘Ik heb nog nooit zoveel spijt ergens van gehad. Zijn dagboek leek verdacht veel op dat van mij. Je kunt niet huilen zonder lichaam, mocht je je dat ooit afgevraagd hebben. Maar als ik nog en lichaam had gehad, zou ik de hele avond gehuild hebben. Neem dat maar van mij aan.’ De woorden sneden genadeloos door de ijskoude lucht heen. Jakes stem klonk warm, maar wat hij zei was even koud als de winterse wind die woei. ‘Toen heb ik me voorgenomen om te zorgen dat niemand mij achterna zou gaan. Twee jaar en acht dagen geleden nam ik dat besluit en sindsdien heb ik er al negenhonderd zevenenzestig voorbij zien komen. Dat is meer dan één per dag. Hoe vind je die? Hoewel jij natuurlijk een geval apart bent, want als ik vandaag niet slaag dan zal menige voorpagina me daar de komende maand mee confronteren.’
‘Hoe heette ‘ie?’ vroeg Louis wezenloos.
‘Carl,’ antwoordde Jake en Louis verdacht hem ervan dat hij geglimlacht zou hebben, als hij nog een lichaam had gehad.
‘Het spijt me.’
‘Nee, dat hoeft niet. Maar je moet één ding voor me doen.’ Jake laste een korte stilte in om de woorden te laten bezinken. ‘Je moet naar hem toe gaan. Vanavond nog.’
‘Wat als ‘ie me niet moet?’
‘Ik weet hoe dit afloopt.’
‘Ga je met me mee?’
‘Dat we meestal niet praten, wil niet zeggen dat we er niet zijn.’
‘Wie zijn “we”?’
‘Jongens zoals ik.’
‘Ik durf het niet alleen, Jake,’ bekende Louis met verstikte stem en het begon weer te regenen. Zachtjes, steeds harder en het woei nog altijd. Beneden raasden de auto’s voorbij. Het was op het dak te horen en Louis stelde zich voor hoe alle onwetende Londenaren erlangs liepen. Ze wisten het niet. Ze zagen het niet. Ze merkten het niet. Angst maakte zich van hem meester bij het idee dat hij zich weer onder hen zou moeten begeven. Dat hij hem zou moeten confronteren. En nog veel banger werd hij, toen hij ineens het idee kreeg dat hij alweer alleen was op het dak.
Jake grinnikte echter. ‘Je bent nooit alleen, Louis. Nooit.’


In mijn hoofd was het beter, sorry.


Reacties:

1 2

NaNaa
NaNaa zei op 11 maart 2013 - 19:56:
Deze is zoooo cool gedaan! Dat begin zo met al die verschillende zelfmoorden is zo.. nouja. wáár. (Ookal zou ik ook niet voor springen gaan want nouja, je zou je maar halverwege van gedachte veranderen. - netzoalsdatverdrinken. en nouja dan mag iemand zijn huis uitlopen oh oeps er liggen een paar ingewanden voor mijn deur. fijn.) En dat met wie ben ik oeiawejfieff. JAAA. vooral dat van Niall stiekem moest ik lachen. En eigenlijk heb ik een beetje medelijden met El. En deze is zoooo cool bedacht & gedaan. Toch vind ik dat Lou zich aanstelt.

Ja en vraag ook eigenlijk maar niet waarom ik dit lees en zelfs reageer. oh. ja.

JE DENKT IS FISSA OFZO. ZOMAAR. NOUJA. LOUIS BIJNA VAN HET DAK GOOIEN.


Azula
Azula zei op 3 maart 2013 - 18:46:
Ja oh ja. Wauw. Verdorie, dit is zo ongelooflijk goed! Het loopt, het klopt. Zoals een stem op een toonhoogte, zoals verf op een schilderij. Het klopt, het hoort. Het mooiste is nog, dat Lou het (nog?) niet heeft gedaan. Want dat zou voorspelbaar zijn en voorspelbaar is stom. Dus. Good job!
Harry wil hem wel. Want Larry. Dus. Jammer dat dit geen verhaal is, jammer dat er geen vervolg op komt. Jammer, jammer. Heeeel jammer.
Maar - prachtig. Dit is je beste SA, vind ik. (:


candyXbar
candyXbar zei op 3 maart 2013 - 18:43:
Dit is inderdaad prachtig, ik heb mijn favoriete schrijfster op fanfic gevonden geloof ik, hmm. In het begon kreeg dacht ik dat het Eleanor was, dus wilde ik zeggen dat Eleanor nooit zo zou reageren, maar deze fic is werkelijk fantastish, halp ik moet nu gaan :c doei


1Diloveniall
1Diloveniall zei op 3 maart 2013 - 15:46:
Such a beautiful story!

Iemand zijn doel voor ogen weghalen -dit doel was nog groot ook. En dat terwijl hij eigenlijk niemand is.

Gewoonweg geweldig.


xDevilBitch
xDevilBitch zei op 3 maart 2013 - 12:48:
Dit is zo goed geschreven. Vooral het begin, echt geweldig!
En
Maar goed, zijn dagboek lag op zijn nachtkastje. Ik kon het niet laten.’

Ja, dat kun je toch beter doen als je dood bent, Adrian.

Maar serieus, dit is écht HEEL erg goed. Ik durf zelfs te zeggen dat dit je beste SA tot nu toe is (hoewel ik er nog één of twee moeten inhalen, maar ssh).