Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » One Direction » Schrijfwedstrijd. » het goede vs het kwade ( 3/5 omg :x )

Schrijfwedstrijd.

20 mei 2013 - 0:12

1559

2

280



het goede vs het kwade ( 3/5 omg :x )

Het was de avond van 2096. De volle maan schijnt volop en lijkt als een spotlight mijn tuintje te verlichten. We zitten buiten. Ik in een oude schommelstoel voor een virtuele kampvuur, met de rest van mijn "familie" erom heen. Ik weet wel waarom de maan mijn tuin verlicht. Ik weet waarom we hier zijn, maar ik doe alsof ik van niets weet. Alsof ik een onbekende ben voor dit alles. De virtuele kampvuur die onze gezichten min of meer verwarmd, veranderd in donkerblauw. De diepe blauw van de nacht. De blauw die de meeste sterren opslokt, en niet meer laat zien. Ik hou van donkerblauw. Een zachte glimlachje verschijnt op mijn gezicht als ik eraan terug denk. Ik weet dat ik helemaal niet moet glimlachen. Het is helemaal niet leuk dat ik veranderd ben. Ik ben nu iets wat ik helemaal niet wil zijn. Ik maak een deel uit van het Kwaad.
"Je moet beginnen Saartje," zegt stiefvader zachtjes. Hij heeft het verhaal al duizenden malen gehoord. Ik weet niet waarom ik het hem wel vertelde, en de rest niet. "Ik weet het," zeg ik met een stalen gezicht. Met mijn knalrode kijkers naar de grond gericht begin ik.
"Het begon allemaal toen ik Peter ontmoet had in de jaar van 1997," mompel ik. "Hij was echt geweldig, al gaf ik dat in het begin natuurlijk niet toe," zeg ik met een glimlachje. Ik ben altijd al koppig geweest. Sinds mijn geboorte - die zich in 1980 afspeelde - tot nu toe. Ik ben nu 116 jaar oud, maar mijn lichaam heeft zich al die tijd niet veranderd. Enkel mijn geest.

Peter was een belangrijk persoon in die tijd. Dat wist ik in de eerste instantie niet, hij was namelijk heel normaal gekleed. Zoals ieder ander in de grote stad. Maar ik kwam er al snel genoeg achter toen ik hem de volgende dag weer zag. Dit keer gekleed in een duur pak.

Mijn blik is in het vuur gericht. In het nachtblauwen virtuele vuur speelt zich af wat zich toen afgespeeld had. Peter met zijn vuilblonde haar en chocolade bruine ogen, en mezelf. Wat zag ik er jong en verliefd uit. Meteen zonder dat we een enkel woordje uitgesproken hadden, was ik stapel verliefd. Ze zullen het verhaal in het vuur zien, ik hoef er enkel aan te denken.

Hij kwam naar me toe en maakte een praatje met me. Zijn stem zo diep en hees. Het bezorgde me zulke fijne rillingen.

Ik voel hoe het bloed zich uit mijn irissen trekt en mijn oogkleur weer de gebruikelijke lichtblauwe kleur geeft. Alleen al bij het denken aan hem, veranderd mijn stemming zich.

Een maand lang hebben we elkaar gezien, een enkele gesprek gehad, en daarna was hij spoorloos verdwenen. Benieuwd als ik was, ging ik naar meneer Van Den Laan, dat was zijn vader. Hij vertelde me dat hij niet hier in Den Haag was, maar ergens in een dorpje waarvan ik de naam vergeten ben. Hij was op zoek naar iets waarvan hij niet wist of het bestond. Hij zag het jarenlang in zijn droom, en is sinds toen ernaar opzoek geweest. Ik vroeg me af hoe dat kon. Hoe kon het dat hij op zoek was naar iets, waarvan hij betwijfelde dat het nog bestond, of überhaupt bestaan heeft? Nog steeds kan ik niet geloven dat hij dat gedaan heeft. Niet verder zeikend, ging ik hem achterna. Niet omdat ik hem zo leuk vond, nee, het was puur nieuwsgierigheid. Ik wilde weten wat het was, en zo snel mogelijk.

Iedereen keek me benieuwd aan. Ze wilden - net als stiefvader die dit verhaal ooit aan heeft moeten horen, of eigenlijk moeten zien - weten waar dit verhaal naar toe zou leiden. Mijn handen verstrengelde ik in elkaar en haalde eens diep adem om verder te gaan met mijn verhaal.

Toen ik na lang reizen - ik was te voet want ik had geen vervoer - een dorpje vond, "leende" ik een paard. Het was een mooie zwarte hengst. Toen ik wilde gaan met de reis, stopte een oud vrouwtje me. Ze had een flesje in haar handen met een paarse stroperige vloeistof erin. 'Gebruik het alleen wanneer het echt nodig meissie." Zei ze met haar krakerige stem, en poef, weg was ze voordat ik kon vragen wat het nou eigenlijk was. Ik stopte de fles met het vloeistof in de tas die ik meegenomen had voor eten, en ging toen verder.
Binnen een paar dagen kwam ik aan in het dorpje. Eenmaal daar aangekomen, ging ik op zoek naar Peter. Het bleek dat hij helemaal niet in het dorp was. Hij was ergens dichtbij het dorp.


"Ja en verder?" vraagt mijn stiefmoeder me. Ik vind haar heel aardig. Ze is heel anders dan wij zijn. Haar huidskleur is een voorbeeld daarvan. Stiefmoeder is Surinaams. Ik heb haar meteen gemogen. Ik vind het fijn om mensen om me heen te hebben die niet blank zijn. Ik houd er gewoon van.

Dus ik sprong op mijn paard, en ging zoeken in de omgeving van het dorpje. Ik vond hem morsdood op de grond, liggend in plas donkerrood bloed. Tranen sprongen in mijn ogen. Ik snapte het niet. Wie of wat had dit gedaan?

Na een minuut of wat, schreeuwt Daisy het uit. "Ga verder dan! Wie was het?!"
Een glimlach kan ik niet onderdrukken. "Geduld Dais, geduld," grinnik ik. Ik zucht eens, en denk na. Hoe kan ik dit het best zeggen? Na lang denken geef ik het op. Ik moet het er gewoon uitgooien, en hopen dat ze me begrijpen.

Het bleek dat het kwaad het gedaan had," zeg ik zachtjes. Ook ik ben het kwaad.

Ik zakte bij hem neer, wanhopig probeerde ik hem te helpen, maar niets hielp. Al die tijd murmelde hij wat, maar ik negeerde het. Toen ik niets anders kon doen dan machteloos toekijken hoe hij stierf, besloot ik naar hem te luisteren. 'Achter je,' murmelde hij. Verward keek ik achter me, er stond iemand die leek op een engel, het Goede. Hij had prachtige goudblonde haren. Wonderschoon was het, tot ik me realiseerde dat het er twee waren. Eentje was in volledig zwart gekleed.

Het Kwaad," mompelt stiefvader. "Inderdaad."

Het Kwaad had een soort wapen in zijn hand. Een soort wapen waarvan ik betwijfel of het op aarde bestaat. Het wapen leek wel ondergedompeld te zijn in bloed. Maar natuurlijk was het niet zo. Het kwaad had Peter aangevallen, en nu wilde het mij ook aanvallen. Niet in staat om iets te zeggen, pakte ik het flesje. Ik dacht dat het me wel van pas zou komen. Het paarse vloeistof veranderde in goud, en werd toen transparant. Ik keek het Goede aan, en die knikte me toe. Ik moest het opdrinken om hier ooit nog leven uit te komen. Met trillende handen trok ik de kurk eraf, en sloot mijn lippen om de opening.

De branding in mijn ogen doet me zwijgen. Ik weet dat ze weer in het knalrode veranderden. Na een minuut of twee drie is de pijn weggetrokken, dus ga ik verder.

Nog voordat ik een slok kon nemen, scheurde de grond tussen mij en Peter zich open. Niet weten wat er gebeurde krijste ik om Peter. De hitte van de lava beangstigde me nog meer, en liet me bijna huilen. ‘Weet je zeker dat je de vloeistof wilt opdrinken, en je vriend wilt laten sterven?’hoorde ik een basstem me vragen. Ik keek naar Peter die zijn gezicht met moeite naar mij toe gedraaid had. Het zweet stond op zijn witte voorhoofd. Zijn lippen leken wel blauw, zijn ogen leken wel uit zijn oogkassen te rollen. Medelijden boog ik me voorover. Het flesje naar hem reikend.

“Maar nog voordat ik mijn arm op kon tillen om het flesje aan te nemen, glipte het uit haar handen," zei iemand zachtjes in mijn oor. Een windvlaag volgde hierna. Ik wist dat Peter nu achter me stond. “Tranen van verdriet stroomden over haar wangen. Ik opende mijn lippen en fluisterde de woorden die ik nooit had moeten zeggen. ‘Ik wil niet gaan. Ik wil niet sterven. Ik wil nog leven.’ De woorden kwamen er zacht uit, maar op de een of andere manier hoorde Saartje het," zegt Peter. Zijn ene arm sluit hij om mijn middel heen, de andere neemt mijn hand die op mijn borstkas lag.

“Ja en of ik het hoorde,” fluister ik zachtjes. “Meteen toen hij het zei fluisterde ik ‘en als het kon voor altijd.’ Ik voelde een brandend gevoel door mijn lichaam kruipen. Het leek wel alsof ik letterlijk verbrand werd. Mijn rug holde zich van de pijn, mijn handen klauwde ik het gras in, en ik gilde het uit. Maar Peter was het tegenovergestelde van mij. Peter was heel stil, en leek wel te genieten. Zijn glimlach werd steeds groter en groter, en zijn wonden heelden op een enorm snelle manier. Hij veranderde in het goede, terwijl ik in het kwade veranderde," zeg ik zachtjes.
“En nu leven jullie voor altijd?” vraagt Daisy me. Ik knik. “Maar ik heb nog een vraag,” zegt stiefmoeder. “En dat is?” vraag ik grinnikend.
“Hoe kan het dat het goede, het kwade leuk vind, en andersom?” vraagt ze me. Ik kijk eens op om diep in Peters ogen te staren, en glimlach dan kort. "Ach ja, tegenpolen trekken elkaar aan." Zeg ik en druk dan een koud kusje op zijn enorm warme lippen.


Reacties:


RivLovee
RivLovee zei op 22 okt 2013 - 12:30:


Bodine
Bodine zei op 15 mei 2013 - 1:12:
Oeh, dus dit speelt allemaal in Den Haag? Spannend, daar woon ik! Soort van. (: