Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Twilight » Ablatione » Hoofdstuk 10

Ablatione

7 juni 2013 - 22:19

2868

0

281



Hoofdstuk 10

WAT IS NATE DAMN HOT IN MIJN HOOFD :O

Nate had mij opgetild en in de auto gezet aangezien omhoog stappen, klimmen of wat dan ook nog net wat te hoog gegrepen lag voor mij. Ik deed de gordel om, en wachtte rustig totdat Nate plaats had genomen. Ik keek hem aan.
'Vertel.' Ik keek hem haast ademloos aan toen hij een hand door zijn warrige haren heen haalde, en het weer voor zijn ogen viel.
'Oké oké mevrouw.' Hij lachte, en liet de motor brommen. Zo stonden we een poosje, totdat hij weer naar het stuur keek, weg van mij. Hij reed hem in de achteruit, en draaide het stuur. En zo belandden we in het bos, op heel wat wegen en bochten.
Nate keek na een poosje opzij, en deed de koplampen aan. Het werd schemerig, en er waren hier dan ook geen lantarenpalen. 'Het verhaal. Ik zal het je vertellen, maar ik wil liever niet onderbroken worden.' Hij keek weer naar voren, en slaakte een zucht bij het zien van een boomstam die de weg versperde. Hij stopte met rijden door op de rem te trappen, en bleef rustig op de leren stoel zitten.
'Ik ben een... Een... Vampier. Die man is ook een vampier, samen met die roodharige, irritante...' Hij vloekte wat binnenmonds, en keek weer opzij naar mij. 'Maar goed. Ik was die avond waarop wij elkaar ontmoetten opzoek naar jou. Ik moest me brutaal voordoen; lieflijk gedoe zou niet helpen.'
Ik keek strak voor me uit, probeerde niet na te denken, en zuchtte toen tevergeefs aangezien het niet wilde lukken.
'Een goede vampier vriendin van me — een zekere Alice Cullen — kan de toekomst zien, en zag dat jij zou worden aangevallen door die man en dat roodharige konijntje van hem.' Ik keek geschrokken opzij bij het woord "Cullen", en wilde wat gaan zeggen, maar hij slaakte weer een zucht om mijn beginnende zin af te breken.
Ik prevelde wat verwensingen.
'Alice ziet de toekomst — dat is háár gave. Laten we het niet over het mijne hebben, je zal ongetwijfeld geschrokken zijn.' Hij haalde zijn schouders op. 'Maar goed, ik was verliefd op jou geworden, zonder je te kennen. Het kwam alleen al door de tekening die Alice maakte van jou toen... Toen ze die visioen had.' Hij greep mijn hand vast, en hield het tegen zijn ijskoude borst. Ik voelde niets kloppen. Het was geen warm vlees. Het was geen gebruinde huid. Hij liet mijn hand weer los, en legde het op mijn schoot — natuurlijk nádat hij er een klein kusje op had gegeven, en een grimas niet kon onderdrukken.
'Je bent... Lief,' fluisterde ik tegen hem, maar zag dat hij naar me keek met een blik die boekdelen sprak: niet spreken, Carmen. Ik grijnsde losbandig, en hield daarna maar mijn mond speciaal voor hem, zoals hij het wilde.
Hij haalde een teug adem, en zei: 'Ik ben je gaan zoeken, en uiteindelijk vond ik je dus. Alice wist me namelijk nog wat bruikbare tips te geven.' Hij haalde lachend zijn schouders op.
'Nu verbreed ik het hele complot nog even: Lilith is namelijk óók een vampier.' Hij keek mij bezorgd aan, en zuchtte kort. 'Lilith heeft alleen geen gave, zoals die man, Alice, en ik.'
Toen schoot er een grapje bij mij naar binnen. 'Jawel,' zei ik, en merkte een nieuwsgierige blik van Nate op, 'namelijk grote bezorgdheid.' Ik grijnsde eventjes. Nate zuchtte alleen, en schudde toen lachend zijn hoofd.
'Maar goed. Lilith heeft dus niets als gave. Ik vond je die avond, o, wacht. Wil je werkelijk alle details?' Hij keek mij aan, en beet even kort op zijn onderlip, wachtend tot ik een keuze zou hebben gemaakt. Ik wilde ergens wel alle details: ze waren namelijk erg bruikbaar, en interessant. Maar aan de andere kant: ik kon wel in slaap vallen.
'Nee. Ik... Ik wil slapen,' zei ik zachtjes tegen hem, maar keek hem nog vrij opgewekt aan. Hij haalde de sleutels uit het contact.
'Ik wil je alleen nog laten zien wat ik allemaal kan.' Hij stapte de auto uit, en nog geen halve seconde nadat dat was gebeurd, stond mijn deur open. 'Snelheid,' prevelde hij, tilde mij uit de auto, en grijnsde even een poosje naar me toen ik in zijn armen zat en mijn hoofd tegen zijn borst aanlegde.
Toen liet hij me los. Zijn snelheid bracht hem naar de omgevallen boomstronk, en met die boomstronk wist hij zijn krachten te bewijzen; hij tilde de boomstronk op, en gooide hem een eind verderop, maar van het pad af.
'En het enige... Het enige wat ik van jou vraag is...' begon hij ongemakkelijk, hield zijn hand op mijn wang, een seconde nadat de boomstronk door de lucht heen suisde. 'Is dat je kan accepteren wat ik ben, en hoe ik ben. Wat ik eet, en wat ik doe.' Het klonk als een liefdesaankondiging, een officiële. Die in de auto was meer... Een gewone zin. Nu was het... Lief. Schattig. En die woorden kon ik mij in mijn slaperige fase nog permitteren, en dus gebruikte ik ze.
Zijn lippen — steenkoud, en ook haast van steen gemáákt — drukten tegen de mijne. Eerst was ik ongelovig en verbluft; ik zoende amper mee. Maar na een poosje kwam er bij míj wat meer beweging in, en was hij degene die ze nog vrij stil hield. Toen ik mijzelf terugtrok, zag ik een moeilijk en hongerig gezicht, maar het hongerige gedeelte zakte weg.
'Het is moeilijk voor me. Ik heb nooit relaties met mensen gehad in... In een vampier vorm,' zei hij, en glimlachte ongemakkelijk. Ik huiverde eventjes toen hij mij optilde, en mij liet rustten. Hij speelde niet met mijn haren, hij haalde geen adem meer, en hij leidde me niet af door zijn lippen voortdurend op mijn hoofd te drukken. Nee. Ik werd niet afgeleid, alleen door de snijdende kou die er de gehele tijd heerste, en die van hem maakte die kou nog eens sterker.
Ik wilde dat hij een grotere en dikkere sweater had meegenomen.
'Hoe kon je nu eigenlijk ineens moe worden?' vroeg Nate, en lachte toen zachtjes. 'Ben ik zo een slechte prater?' Ik glimlachte, en verborg mijn hoofd tegen zijn borst. Ik keek naar de deur die hij open deed: namelijk de deur van de achterbank.
Ik zuchtte kort, en keek hem aan. 'De vampier heeft alles mee, maar géén deken?' vroeg ik verbaasd, en trok mijn wenkbrauwen op. 'Ja. Inderdaad.' Hij trok ook zijn wenkbrauwen op, en glimlachte toen.
'Maar ik heb nóg een sweater, trek die er anders overheen,' stelde hij voor. Ik knikte eventjes, en kromp in elkaar voor de warmte die ik dan zou krijgen.
Nate kwam terug met een nieuwe sweater. 'Hoe kan het dat jij... Dat je niet angstig bent voor mij,' vroeg hij op een nieuwsgierige toon, en ging naast mijn in elkaar gekrompen lichaam zitten. Zijn ogen waren werkelijk waar nieuwsgierig, dus geen antwoord geven vond ik té zielig. 'Omdat... Weet ik veel. Ik ben gewoon moe. Misschien komen de schrok en angst laten?' Ik haalde mijn schouders op. Hij boog zichzelf voorover.
'Goed,' murmelde hij, en drukte zijn koude, stenen lippen weer tegen de mijne aan. Ik trok een grimas, en keek naar hem terwijl mijn ogen langzaam dichtvielen. Ergens bekroop de angst mij toch. Was hij niet gewoon een vampier die zich lief voordeed, maar uiteindelijk van je ging drinken? Ik huiverde, en hij merkte het.
'Wat is er?' Bezorgdheid speelde duidelijk bij hem op. Ik grijnsde eventjes geruststellend, al werkte het hoogstwaarschijnlijk niet. 'Niets,' beantwoordde ik hem daarom maar, en haalde mijn schouders op. 'Helemaal niets...' herhaalde ik toen. Hij lek wat kalmer, en draaide mij om. Zo kwam ik met mijn hoofd op zijn schoot te liggen. Ik zuchtte zachtjes, en hoorde zijn zachte, geprevelde woorden weer over mijn gezicht heen gaan, als water: 'Slaap lekker mijn lief.' Het voelde alsof ik van hém was. Ik glimlachte alleen maar.
'Sleepwell,' zei ik zachtjes.

De auto hobbelde voortdurend. Nate zat achter het stuur. De koplampen stonden nog aan, dus het was of te donker, of het was nog nacht. Ik hoorde zachte, klassieke muziek en het geneurie van een jongen. Nate.
Ik duwde mezelf kreunend omhoog. Gelijk kwamen alle herinneringen weer in mij op. Ik rilde eventjes door de kou. Nate fronste, wat ik zag in het achteruitkijkspiegeltje.
'Heb je het nog steeds koud?'
Ik knikte.
'Nog steeds?'
Ik knikte weer.
'Oké.' Stilte. Ik gebruikte die stilte om mezelf te rekken, maar verbrak de stilte daarmee weer; mijn botten kraakten. Nate keek door het achteruitkijkspiegeltje naar mij, en zette de klassieke muziek af. Even pruilde ik, maar stopte daar al snel weer mee.
Nate glimlachte alleen, en drukte op de rem. 'Kom je naast me zitten?' Ik knikte snel, en klom tussen de twee voorste stoelen heen naar de bijrijdersstoel. Nate keek uitnodigend naar mij. Hij keek áltijd uitnodigend, leek het. Ik keek hem onzeker aan, glimlachte eventjes, en deed de gordel om terwijl hij weer verder begon te rijden. De omgeving nam ik goed in me op. Het was 05.43 op de digitale klok in de auto. Ik slaakte een diepe zucht.
'Je sliep zeven uur lang,' vertelde Nate, en glimlachte daarbij. Even kwam de schaamte in me op omdat een jóngen mij zag slapen. Maar uiteindelijk trok dat ook weer weg.
'O.' Ik probeerde zo ongeïnteresseerd mogelijk te klinken. 'Waar gaan we heen?' vroeg ik toen, en keek opzij. Nate keek ernstiger dan ooit tevoren.
'Ik was van plan om naar... Om naar een bos te gaan in Canada. Vanuit die plaats kan ik je beter beschermen. Via telefonisch contact met...' Zijn zin stopte. 'In elk geval, we gaan daarheen. Iemand anders probeert die jager van jou en mij weg te houden,' vertelde hij, en haalde toen zijn schouders op.
'Jager?!' stootte ik verbaasd uit, en zag dat Nate zijn voet hard op de rem trapte. 'Ja.' Ik keek hem verbaasd aan. Een jager zat achter mij aan. Nate was een vampier, en zou mij beschermen. Iemand anders zou mij ook beschermen, zonder dat ik het door had. Ik keek hem angstig aan.
'Waarom?' fluisterde ik zachtjes. 'Met wíé had je telefonisch contact?' Hij maakte mij bewust nieuwsgierig; zijn losbandige glimlach kon niets verbergen.
'Vertel het me,' smeekte ik, en ging voor zijn beeld hangen, waardoor hij weer een harde trap op de rem gaf, en mij geërgerd aankeek. Zijn lip begon te pruilen, dus ik stopte met smeken en keek mokkend voor me uit. Ergens vertrouwde ik hem niet: straks bracht hij me regelrecht naar die rare... Man... Ik wist het niet.
'Waar gaan we heen?' Nate keek naar mij, en glimlachte.
'Onderduikadres.'
'Waar?'
'Ergens waar... Waar hij niet komt...'
'Hij? O, die man.' Ik snoof verontwaardigd met mijn neus, en keek uit het raampje naast me.
'Ja. Hij,' was zijn korte antwoord.
'Waar gaan we precies heen?' Zijn gezicht begon geïrriteerd te staan door al mijn té nieuwsgierige vragen. Volgens mij zag ik hem zelfs knarsetanden.
'Oké, wil je het hele verhaal hebben?' vroeg hij op een geïrriteerde en zelfs kwade toon, en keek naar mij opzij terwijl mijn pick-up grommend over de zanderige weg heenreed en de hobbels en bobbels sierlijk ontweek wat zelfs míj nog niet gelukt was.
Ik haalde mijn schouders op. 'Is goed,' antwoordde ik. Het werd al wat roder — de lucht dan. Het eerste ochtendgloren kwam te voorschijn, en Nate begon even verwoed met zijn ogen te knipperen, evenals ik deed. Hij glimlachte eventjes kort, en stopte de auto met een harde ruk.
Hij zette de auto stil aan de kant, en stapte uit. 'Stap uit,' gebaarde hij naar mij, en keek eventjes gespannen naar de zon die verscheen. Ik perste mijn lippen op elkaar, en klikte de gordel los. Hij werd ongeduldig; zijn ogen flitsten van de zon naar mij, en weer terug. Ik kreeg uiteindelijk de gordel los.
'Hè hè,' zei hij, en zuchtte opgelucht. Ik glimlachte ongemakkelijk, en stapte de auto uit. Ik klapte de deur dicht, en keek hem met een nieuwsgierig gezicht aan. De nieuwsgierigheid brandde gewoon op mijn gezicht, en ik kon de vraag niet langer meer houden: wat was hij allemaal van plan om mij te laten zien?
'Wat is er?' vroeg ik, doodnormaal met een neutraal gezicht. Hij glimlachte alleen eventjes, en trok zijn shirt uit. Gegeneerd keek ik opzij, en beet op mijn onderlip. Niets aan de hand, niets aan de hand. Ik huiverde eventjes.
'Je mag kijken hoor,' fluisterde hij. Mijn dichtgeknepen ogen openden zich, en flitsten in een halve seconde naar het gespierde, blootgestelde lichaam van Nate die daar haast trots op de grond stond te kijken naar mij — met iets extra's wat hij normaal niet had, ook iets wat geen enkele jongen zou hebben.
Een prachtig, gespierd en glinsterend lichaam dat een klein beetje borsthaar bevatte. Ik beet op mijn onderlip, en keek nog altijd gegeneerd naar hem.
'Niet zo... Verlegen,' verwoordde hij mij, en stapte naar me toe. 'Het is gewoon de Nate die je... Zo ongeveer kent, laten we zeggen. Maar dan in een vampier vorm, en met een glinsterend, gespierd lichaam.' Hij klonk zelfverzekerd, als een populaire jongen die alle meisjes van de school in drie seconden om zijn maar al te bleke vingers kon winden. Ik stond paf door hem.
Hoe zeer ik het mij ook kwalijk nam, later dan, ik zei op een fragiele toon: 'Trek dat shirt weer aan.' Het begon me nu pas door te dringen dat hij een bloeddorstig monster was. Mijn reactie was... Neutraal. Gladjes. Zo had hij het niet verwacht, hoogstwaarschijnlijk. Zijn gezicht stond betreurd, en fragiel, evenals mijn stem.
'Stop met het kijken naar míj!' snauwde ik, en stapte de auto weer in. Boos keek ik het raampje uit, en zag zijn gezicht voor het raampje verschijnen. Zijn perfect gespierde armen duwden de kraag van het shirt over zijn hoofd heen, over zijn borstkas heen en zo weer terug op zijn plaats. Ik slikte eventjes, en wendde mijn gezicht de andere kant op. Hij scheen er een spelletje van te maken: hij rende in supersnelle manieren telkens weer naar de plaats waar ik heen keek.
Ik scheen het op het gegeven moment leuk te vinden: ik stapte de auto uit, en rende naar de plaats toe waar hij stond. Ik stopte hijgend. 'Stop oké? Jij wint. Je bent prachtig, bloeddorstig, e...' Ik stopte met praten. Hij keek mij aan, en tilde mijn kin ietwat omhoog.
'Eng?' maakte hij mijn zin af in één gok. Toen verdween hij in een soort gesneden, zwart gat links van hem. Een poosje verderop verscheen hij weer. Zijn glimlach stond haast gewelddadig.
Toen was het tijd voor een beaming van míjn kant: 'Ja.' Zijn borstkas leek op en neer te gaan, maar ik wist dat het maar een verbeelding was. Hij glimlachte eventjes. Toen verdween hij weer in een zwart, gesneden gat, en verscheen achter me. Zijn zoete adem streek kil over mijn nek heen. Ik leek hem niet meer te herkennen. Het was alsof hij... Alsof hij een gespleten persoonlijkheid had. Alsof hij inééns in een andere Nate was veranderd.
Hij begon wat woorden te vormen, maar ik keek strak voor me uit, niet wetend van wat hij allemaal zei tegen me.
Ik pikte maar één zin op: 'Ik. Ben. Bloeddorstig.' Slome woorden. Slome letter. Slome zin.
Ik huiverde eventjes. 'Stop,' prevelde ik zacht. Hij draaide me om. Zijn gezicht stond ernstig, en hij leek haast boekdelen te spreken: wáárom was ik niet bang voor hem?
Hij citeerde mijn vraag haast. 'Waarom ben je niet bang voor me?' Ik slikte eventjes. Toen probeerde ik weg te kijken.
Ik wilde dolgraag wegrennen.
Ik wilde dolgraag huilen.
Ik wilde dolgraag op de schoot van mijn moeder kruipen.
Ik wilde dolgraag weten hoe het ging met mijn moeder.
Ik wilde dolgraag... Ik wilde dolgraag een leven waarbij Nate zich nooit had bemoeit met mij. Mij nooit voor zichzelf had geclaimd. Mij nooit had ontmoet.
'Laat me.'
Nate schudde zijn hoofd.
'Laat me alsjeblieft alleen.'
Nog een weigering.
'Laat me...' Zijn lippen drukten een eerst zachte, maar toen een wat ruigere kus op mijn lippen. Híj nam de leiding. Híj wist wat hij deed. Híj had ervaring. Híj was hier degene die eeuwige oefening had. En híj was degene die mijn hart voor het eerst minstens drie sprongen liet missen.
En hij scheen het állemaal te weten.
'Kalm... Aan,' prevelde hij tussen twéé bewegingen van zijn lippen door. Ik probeerde te glimlachen. Vergeefs.
Zijn hand rustte op mijn hart. Hij voelde hoe snel die klopte terwijl hij zijn lippen alsmaar bewoog. Ik glimlachte dit keer, maar duwde zijn hoofd van me af. Onze tweede kus, bedacht ik me. Ik kon niet helder nadenken. Ik wilde niet meer helder nadenken. En hij ook niet, hoopte ik.
'Ik wil terug. Ik wil het hele verhaal weten.' Hij knikte eventjes. 'Mág ik dat weten?' Hij knikte weer kort. Zijn handen gleden via mijn armen naar beneden. Zijn kille kou ging dwars door mijn twee sweaters heen. Ik grimaste.
Hij liet zijn vingers door de mijne heen gaan, en grijnsde kort. 'Dat wat ik daarnet deed was het verdwijnen in een andere dimensie. Ik ken nog maar één iemand die dat kan, behalve ik dan...' Zijn gezicht begon steeds ernstiger te staan. 'En daarom moet ik nu ook bij jou blijven.'
Ik raadde het al. 'Die man?' Hij knikte.
Mijn hoofd begroef ik tegen zijn borstkas aan. Ik sloot mijn ogen. 'Lilith is ook een vampier. Sinds kort.'


Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.