Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Harry Potter » Absolutie |DM| » 4.2

Absolutie |DM|

22 sep 2013 - 9:44

816

0

193



4.2

Olivia had het al gauw te druk met staren naar Blaise, die op zijn beurt weer een hekel had aan lucht want zijn lippen raakten de komende vijf minuten niets anders aan dan Olivia’s gezicht. Ik werd er een beetje misselijk van. Eerst was ik blij geweest dat ze wat waren, gewoon blij omdat Olivia weer iemand had, maar nu had ik spijt van die opgewekte gevoelens. Ik voelde alleen maar ergernis. Ze deden alsof ze elkaar nooit meer zouden zien. ‘Djezus, heb je een ongeneselijke ziekte Olivia?’ Malfoy zei het met een walging in zijn stem. Even glimlachte ik om zijn opmerking. Het was precies wat ik dacht. Blaise keek op. ‘Je zou net hetzelfde doen als jij een vriendin had, ik moet ook altijd jouw klef gedoe aan zien.’
‘Ik ben niet klef.’
‘Nee, je bent afstandelijk en daarom ga je met ieder meisje naar buiten.’
Pansy keek de twee aan alsof ze naar een stierengevecht zat te kijken. Wie gaat winnen? Kan ik weer een roddel verspreiden? Ik wist wel wat er in haar hoofd omging. Niet dat er zoveel interessants in haar omging.

‘Och, je bent gewoon jaloers dat jij niet zo’n lang lijstje als mij hebt.’
‘Ik doe het niet om de lijst.’
Malfoy lachte en daardoor keek Olivia naar hem. ‘Waar gaat dit om?’
‘Niets Oliv, kom we gaan ergens anders heen.’
‘Heb je het haar nog niet verteld? Hoeveel meisjes heb je al genaaid Blaise?’ Hij had een grijns op zijn gezicht en ik wilde hem slaan. Ik stond op, keek hem zo vuil aan en balde mijn vuisten. ‘Wat heb jij nou opeens?’
‘Vind je jezelf zo stoer met je lijst van wie je genaaid hebt? Ik heb ook een lijst weet je, een lijst met meest hatelijke leerlingen op Hogwarts en jij staat op nummer één.’ Ik was zo kwaad, trilde van top tot teen en rende terug naar de kerkers. Ik haatte dat groepje. Eenmaal terug in de kerkers plofte ik in de leren zetels voor het haardvuur en ademde rustig in en uit. Ik moest me niet laten opjagen, wie weet wat er dan kon gebeuren. Het hielp niet, ik moest hier weg. Niemand was veilig als ik kwaad was. Er was zoveel energie in me, zoveel kracht dat ik het gewoon niet in me kon houden.
Ik liep zo snel ik kon naar de ziekenboeg. Madame Pleister keek me verbaasd aan, zag toen dat ik trilde van top tot teen, stelde geen vragen en liet me naar een kamertje gaan waar ik op adem kon komen. Ze wist wat er ging gebeuren als ik niet afkoelde, ze wist het, stelde geen vragen en hielp me gewoon, daar was ik haar dankbaar voor. Ik zat daar in dat aardedonker kamertje rondjes te slenteren, na te denken en uiteindelijk verminderde de woede in me. Ik kon weer normaal ademhalen. Ik kon weer normaal denken en ik stond niet meer op het punt om te exploderen. Ik kreeg wel vreselijke flashbacks. Gillende mensen. Spreuken die ik afvuurde zonder dat ik er een Wand voor nodig had, ik had een paar mensen geraakt. Ze lagen te kronkelen op de grond. ‘Je bent gestoord! Een Freak!’ Het was Pansy’s stem die me had gemaakt tot wat ik nu was, een Freak, een vriendenloze Slytherin die liever in Gryffindor zat.
Weer begon ik te trillen, weer begon ik rondjes te slenteren, en weer zat ik een halfuurtje in dat kamertje, tot ik zeker wist dat ik weer daglicht kon verdragen zonder extreem kwaad te worden. Ik deed de deur open en liep naar het kantoortje van madam Pleister. Ze glimlachte toen ze me zag. ‘Gaat het weer?’ Ik knikte. ‘Bedankt.’
‘Je weet me te vinden.’ Ik knikte en ging terug naar de kerkers.

‘Waar was je?’ vroeg Olivia toen ze me zag, ze had Blaise van zich af kunnen schudden en zat in het vuur te staren. ‘Ziekenboeg.’
Ze keek een beetje angstig. Zij wist het ook, elke Slytherin wist het, of elke Slytherin die in hetzelfde jaar zat als mij. ‘Gaat het weer?’ Ik knikte en ging langs haar zitten. ‘Waar is Blaise?’
‘Nog buiten.’ Ik had zo het gevoel dat ze ergens mee zat. ‘Heb je ruzie gehad?’ Ze knikte.
‘Ja, de eikel wilde me maar niet uitleggen waar Malfoy het over had. Hij zei dat hij het verzon, dat het niet waar was, maar ik ben niet dom. Er is wel degelijk een lijst. Een lijst met wie ze gehad hebben en een lijst met wie ze nog willen. Ik ben niet dom, ik heb thuis drie broers, ik weet hoe jongens zijn.’ Ze zuchtte en wreef door haar haren. Hoe verdrietiger ze was, hoe mooier ze eruit zag. Die trieste blik in haar ogen maakte haar mystiek. Ik kende haar al zo lang, maar toch waren er sommige dingen waar ik niet zeker van was.


Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.