Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Harry Potter » Dreuzelmagie » Mysterie en ministerie

Dreuzelmagie

12 okt 2013 - 22:12

1277

0

246



Mysterie en ministerie

Note: Ik ben met de Nederlandse Harry Potter-boeken opgegroeid en aangezien ik te lui ben om mijn research te doen zijn de namen van de personages dus hetzelfde als in de Nederlandse vertaling. Als je hier een hekel aan hebt is deze fanfic dus niet aan jou besteed. Oké dan dreuzeltijd is bijna over... let the magic begin .....ghehehe

Mevrouw Vaals kende ik als een door katten geobsedeerde vrouw die altijd met me wilde praten als het slecht uitkwam. Soms bleef ik wel eens staan, al was dat uit medelijden. Ze was wel de laatste persoon die ik zou verachten op een moment als dit. Hoe kon het dat zij meer wist van die... monsters die ik zojuist gezien had? Aan Harry's wezenloze uitdrukking te zien vroeg hij zich dat ook af. Dirk lag ondertussen compleet voor pampus op de grond. Ik had geen medelijden met hem. Terwijl ik naar Dirk keek krijste mevrouw Vaals dat het een aard had.

'Hij is ervandoor! Hij moest zo nodig iemand spreken over een lading ketels die zogenaamd van een bezem waren gevallen! Ik zei nog dat ik hem levend zou villen als hij ertussenuit kneep, en moet je nu eens zien! Dementors! Het is maar goed dat ik Mene-'

'Dementors?' vroeg ik. 'Wat zijn dat nou weer? Wat is er gebeurd? Hoe kwam dat paard uit die stok?' Harry en mevrouw Vaals keken me aan met een mengeling van verbazing en angst.

'O nee. O nee o nee o nee. Zeg niet dat dit meisje ook een dreuzel is! En dat allemaal door die ellendige Levenius Lorrebos! Ik vermóórd hem!'

Ik was een.. wat?

Harry knipperde een paar keer verdwaasd met zijn ogen. Hij keek vanuit zijn ooghoeken naar mij, alsof hij iets afwoog. Daarna schraapte hij zijn keel.

'Bent u- bent u een héks?'

Pardon?

'Ik ben een Snul, zoals Levenius maar al te goed weet. Hoe moest ik je in vredesnaam helpen om dementors te verdrijven? Hij heeft je onbeschermd achtergelaten, terwijl ik hem nog zó gewaarschuwd had-' Plotseling onderbrak Harry haar.

'Heeft Levenius mij gevolgd? Wacht eens even-dan was hij het! Hij verdwijnselde vlak voor mijn huis!' Ik werd het zo onderhand een beetje beu dat die twee mij negeerden en over dingen praatten waar ik niets van begreep.

'HALLO! Ik ben er ook nog, ja? Kan een van jullie twee mij alsjeblieft uitleggen wat er gebeurd is? Wat is dit voor geraaskal over dementors -wat dat dan ook zijn mogen- , heksen en snullen. Maken de kabouters straks soms ook nog hun entree? Weten jullie niet dat ik zonet onderhand dood ging vanbinnen door die monsterdingen? Of waren dat soms dementors?'

Alweer keken ze me aan alsof ze me voor het eerst zagen. Misschien was dat in het geval van mevrouw Vaals ook wel zo. Ik keek nijdig terug. Ik was het zat dat niemand antwoord gaf op mijn vragen.

'Sorry meisje,' zei mevrouw Vaals. 'Ik mag jou niets vertellen, want je geheugen zal snel gewist worden. Je mag niets weten. Het enige wat we voor je kunnen doen is je snel naar huis brengen. Ja nu! Onmidellijk!' Ze liep naar Dirk en begon aan zijn vlezige armen te drukken.

'Sta op, waardeloze vetklomp, sta op!' In andere omstandigheden had ik dat best grappig gevonden, maar nu verspreidde een paniekerig gevoel zich in mijn binnenste. Mijn geheugen zou worden gewist? Dat meende ze toch niet serieus? Ik had deze vrouw nooit voor bijster rationeel aangezien, maar dat ze zo geschift was, dat had ik nooit verwacht.

Harry en ik liepen met Dirk tussen ons in naar de Ligusterlaan, waar Harry woonde. Mevrouw Vaals snelwandelde voor ons uit. Onderweg wisselden Harry en zij een paar woorden over Pepermuntus of zoiets. De dementors kwamen ook ter sprake. Ik vroeg me af waarom ze zo openlijk praatten over zaken waar ik volgens haar niets over mocht weten. Misschien kwam dat door het feit dat ik er zonder achtergrondinformatie toch geen touw aan vast kon knopen.

Ik kreeg steeds meer het idee dat ik in een of andere bizarre dagdroom was beland. Wat was er met Harry gebeurd? Blijkbaar niet veel goeds. De tak, de monsters, alles was zo merkwaardig geworden. Met een verdrietig gevoel besefte ik dat wat er ook gaande was, het feitelijk niets met mij te maken had. Harry en ik hadden gescheiden wegen gekozen.

Plotseling klonk er en harde knal. Een geur van sterke drank en oude tabak verspreidde zich en voor ons stond een ongeschoren man met kromme beentjes en bloeddoorlopen ogen. Hij hield een vreemd zilveren bundeltje in zijn handen. Het deed me denken aan het hert wat ik vandaag gezien had. Ik gilde het uit. Hoe kon die man uit het niets tevoorschijn komen?

'Tisser, Vaalsje? Ik dacht dat we ons gedeisd moeten houden?' Toen begon het hele gejengel van mevrouw Vaals van voor af aan. Vooral de woorden dementors, beschermen, Pepermuntus en vermoorden kwamen erin voor. Mevrouw Vaals zwaaide ondertussen met haar boodschappentas -die rammelde van het kattenvoer- om haar woorden kracht bij te zetten. Ik deed geen moeite meer om enige informatie uit deze mensen te krijgen. Uiteindelijk kwam het erop neer dat Pepermuntus -of was het nou Pepermentos?- Harry had laten schaduwen, hoe hij of zij dat ook gedaan had.

Bij de Ligusterlaan nummer vier namen Harry en mevrouw Vaals afscheid. Ik wist niet zo goed wat ik moest doen. Ik wilde aan de ene kant dolgraag naar huis om alles zo snel mogelijk te vergeten, maar aan de andere kant wilde ik ook met Harry praten, in de hoop dat hij van dit alles enigsins chocola zou kunnen maken. Toen ik de stemmen van Harry's familieleden hoorde nam ik echter snel een besluit en liep ik achter mevrouw Vaals aan, Harry achterlatend met Dirk.

'Wacht!' hoorde ik Harry roepen, maar dat was tegen mevrouw Vaals gericht.

Mevrouw Vaals sprong op toen ze zag dat ik naast haar kwam lopen.
'O arm kind. Het spijt me dat je dat allemaal hebt moeten meemaken. Het is vast verschrikkelijk verwarrend voor je geweest. Het spijt me dat ik je niks kan vertellen, maar ik wil geen ruzie met het Ministerie en- o nu heb ik je toch iets verteld!'

'Het Ministerie? Heeft dit iets met de regering te maken?' Mevrouw Vaals schudde aanstellerig met haar hoofd en weigerde nog iets te zeggen. Ik zuchtte.

'Ik wou dat iemand me vertelde wat die dingen in mantels waren.' Mevrouw Vaals haar ogen puilden bijna uit haar hoofd.
'Die hoor je helemaal niet te zien!' Wacht dacht ze wel? Dat ik naast onwetend ook blind was?
'Kom nou, die dingen waren niet te missen!' Mevrouw Vaals haalde een gerimpelde hand over haar gezicht. 'Wat een catastrofe. Het is allemaal Levenius zijn schuld. Wat zal Perkamentus wel niet zeggen.' We kwamen aan bij de Magnolialaan. Bij nummer acht bleef ik staan.
'Wordt mijn geheugen echt gewist?' Mevrouw Vaals schudde met haar hoofd.
'Ik zou het niet weten. De enige bruikbare raad die ik kan geven is dat je binnen moet blijven. Er komen gevaarlijke tijden aan!'
Ik vroeg me af of ik me dat dan wel zou kunnen herinneren, als mijn geheugen gewist werd, maar voordat ik haar dat kon vragen was ze al weg, samen met haar schotse pantoffels en rammelende boodschappentas.

Mijn ouders waren drukke, maar zorgzame types die het onmiddellijk zagen als er iets aan de hand was. Ik vertelde hen meestal ook wat er scheelde, maar vandaag was ik daar gewoon te uitgeput voor. Ze zouden bovendien denken dat ik aan de drugs was geweest als ik ze precies zou vertellen wat ik had gezien. Mijn zusjes lagen al op bed, dus ik moest extra zacht de trap op lopen voordat ik op mijn bed kon neerploffen. Ik viel meteen in slaap, maar mijn dromen waren allesbehalve prettig. Ik zag lichtstralen in mijn dromen. Weer viel er iemand neer. Het was een vrouw, zag ik nu. Een vrouw met zwart haar. Wie was ze en waarom had ik het gevoel dat ik haar kende?








Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.