Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen ้n schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Justin Bieber » Danger » Dus dit is allemaal een spel voor jou?

Danger

3 dec 2013 - 3:25

1570

1

350



Dus dit is allemaal een spel voor jou?

Ik bleek geen keus te hebben, want terwijl ik nadacht over wat ik zou doen, opende Justin de deur aan mijn kant, en wachtte buiten tot ik er uit zou komen. Ik stapte uit, deed de deur dicht, en liep naar Justin toe. Ik opende mijn mond om iets te zeggen, maar Justin was me voor.

‘’Volg mij.’’ Hij knikte met zijn hoofd richting het warenhuis.

Ik knikte zonder iets te zeggen, en volgde Justin op de voet. Hij opende de deur, liep naar binnen, en hield de deur voor me open. Toen ik binnen was deed ik het zachtjes weer dicht.

Toen hij verder liep, merkte ik dat hij zijn kaak ontspannen had, en zelf ook kalmer was.

Ik trok mijn wenkbrauwen op. Hoe kon iemand van oké, naar boos, en daarna naar relaxed gaan in minder dan een uur?

‘’Kom je nog of niet?’’ Ik schrok op uit mijn gedachten, draaide me om, en zag dat Justin al aan de andere kant van het gebouw was.

Terwijl ik liep, keek ik om me heen zonder een woord te zeggen. In de muren zaten grote scheuren, en het plafon was half ingestort. Ik vroeg me af wat hier in vredesnaam was gebeurd.

‘’Wat is hier gebeurd?’’

Justin draaide zich niet om. In plaats daarvan bleef hij door lopen.

Even dacht ik dat hij me aan het negeren was, en stond op het punt om hetzelfde weer te vragen, toen hij buiten het warenhuis stopte (hij was door de achterdeuren gelopen). Hij stak zijn handen in zijn broekzakken, en keek naar de lucht.

Ik keek van zijn ogen, naar waar hij naar keek, en opeens werden mijn ogen groot van verbazing.

We stonden boven op een heuvel, en de lucht had de kleuren, roze, oranje, geel en paars. De wolken zweefden langzaam rond, en de zon scheef op ons. Je kon de halve stad vanaf hier zien. Het zag er prachtig uit.

‘’Mooi hé?’’ vroeg hij zacht.

Ik kon mijn ogen niet van het uitzicht af houden. ‘’ja.’’ Zuchtte ik. ‘’Het is fantastisch.’’ Ik was verrast van dit mooie geschenk van moeder natuur. ‘’Ik heb nog nooit zoiets gezien.’’

Hij knikte begrijpelijk.

‘’Hoe heb je deze plek gevonden? Als ik het vragen mag.’’ Ik kon mijn ogen eindelijk van de lucht af halen om naar Justin te kijken. Hij stond daar, zijn houding perfect. ‘’Nadat dit warenhuis afgebrand was—‘’

Dat was het antwoord op mijn vraag die ik eerder al had gesteld.

‘’—Kwam ik kijken, wat er nog van over was. En toen ik hier kwam, zag ik dit—‘’ hij knikte naar de lucht. ‘’—en werd meteen verliefd.’’ Hij keek me aan.

Ik stak een pluk haar achter mijn oor. ‘’Het is prachtig. Ik wou dat ik zo’n plek had.’’ Gaf ik toe, toen ik nog een keer naar de lucht keek.

Het gaf je een veilig gevoel. Zo’n gevoel dat niets of niemand je aan kan raken. Waar je alleen kunt zijn, en nergens zorgen over hoeft te maken. Je voelde je zorgeloos. Je voelde je… levend.

Stilte vulde het gat tussen ons op, voordat Justin sprak. ‘’Je hebt nu zo’n plek.’’ Sprak hij luid en duidelijk.

Ik keek naar hem, en zag dat hij naar de andere helft van de stad keek.

‘’Dankje…’’ fluisterde ik. Ik voelde mijn hart in de knoop raken, en mijn maag vulde zich met vlinders.

Meende hij dat nou?

Ik wist het niet, maar ik hoopte zeker van wel.

Hij gaf me een knikje, om me te laten weten dat hij me hoorde.

We stonden daar de rest van de tijd in pure stilte, met alleen het geluid van zingende vogels, en een paar eekhoorntjes die de boom in klommen.

‘’Waarom was dit warenhuis platgebrand?’’ sprak ik opeens-uit het niets moet ik toegeven- maar de gedachte maakte me nieuwsgierig.

Hij likte zijn lippen. ‘’Zaken.’’ Dat was het enige wat hij zei.

Ik beet op mijn onderlip. ‘’Wat voor soort zaken?’’ Ik wou niet dat hij boos werd, maar hoe weer ik kwam te weten, hoe beter.

Ik moest weten waar ik in beland was, voor ik er niet meer uit kwam.

Hij zuchtte. ‘’Je laat dit niet gaan, hé?’’ Hij keek me aan.

Ik schudde mijn hoofd.

Hij kuchte en likte zijn lippen nog een keer. ‘’De zaken die ik elke dag doe. Een groepje tegenstanders probeerden met ons te fucken. Wij keerden ons tegen hen, en zij deden hetzelfde tegen ons. En om ons terug te pakken, hebben ze een van onze warenhuizen in brand gezet.’’

Mijn ogen werden groot. ‘’Was er iemand binnen toen het gebeurde?’’

Hij kuchte. ‘’Weet ik niet. En het kan me ook niks schelen.’’ Mompelde hij. ‘’Ik had andere dingen aan mijn hoofd.’’

Ik slikte. Wat kon hij aan zijn hoofd hebben gehad, dat de levens van onschuldige mensen er niet toe deden?

‘’Dus het kan je niets schelen dat er misschien onschuldige mensen omgekomen zijn?’’ pushte ik, compleet overrompeld door zijn woorden.

Ik bedoel, ik wist dat hij harteloos kon zijn, maar ik wist niet dat het zo erg was.

Hij perste zijn lippen op elkaar. ‘’Mensen die zich in zulke zaken wringen, weten wat hen te wachten staat. Zij hebben voor deze levensstijl gekozen. Ze zouden moeten weten dat hun leven gevaar zou lopen vanaf het moment dat ze hun ziel verkopen.

‘’Hoe bedoel je?’’

‘’Als je er eenmaal in zit, is er geen weg meer terug. Je bent voor altijd een doelwit, en je zal altijd als een vijand worden gezien door bepaalde groepen mensen.’’ Zijn adamsappel bewoog op en neer toen hij slikte. ‘’Dat is wat ik bedoel.’’

‘’En jij weet dat, omdat…’’

Domme vraag, ik weet het, maar ik vroeg het voordat ik erover nadacht.

Hij kuchte. ‘’Ziet ik eruit alsof ik een alledaagse jongen ben?’’ Hij keek me met opgetrokken wenkbrauwen aan.

Ik slikte. ‘’Nee, maar je kunt je er wel naar gedragen.’’

Hij grijnsde. ‘’Het heet: weten hoe je dit spel speelt, schat.’’

‘’oh? Dus dit is allemaal een spel voor jou?’’ ik keek hem aan.

Hij slikte. ‘’Misschien wel, misschien niet.’’ Ik zag aan zijn lippen dat hij de drang had om te grijnzen.

Ik rolde met mijn ogen.

Hij zei niks meer, en keek weg.

Ik zuchtte. Hij was nog frustrerender dan Jane Eyre(het boek), en geloof me, toen ik dat las, had ik het gevoel dat ik Gibberish aan het lezen was ofzo.

En dan te bedenken dat we eindelijk wat vooruitgang aan het maken waren.

Ik haalde mijn telefoon uit de zak van mijn trui, en keek naar de tijd. Het was 12 uur ’s middags.

Shit.

‘’We moeten gaan.’’

Hij draaide zijn hoofd naar me om. ‘’Waarom?’’

‘’Omdat het al laat is, en mijn ouders gek worden als ze erachter komen dat ik er niet meer ben. Daarom.’’ Zei ik alsof het de gewoonste zaak van de wereld was.

Zijn gezicht veranderde in begrip. ‘’oh, oké.’’ Hij draaide zich om, en liep het warenhuis weer binnen.

Ik volgde hem door het gebouw heen tot we weer aan de voorkant waren. Ik liep naar zijn auto, klikte op het knopje, ging zitten, en wachtte tot Justin ook binnen kwam.

Ik keek uit het raam, en zag dat Justin een sigaret had gepakt, en opgestoken.

Perfecte timing, zuchtte ik bij mezelf.

Hij opende de deur aan de bestuurderskant, ging zitten, stopte de sleutel in het contact, en reed weg. De sigaret bungelde nog in zijn mondhoek.

‘’Kon je niet even wachten met roken?’’ mopperde ik.

‘’Nee.’’ Antwoorde hij nonchalant.

Hij leek zo kalm. Het was bijna abnormaal. Het was bijna vreemd.

‘’Waarom ben je zo kalm?’’ vroeg ik voordat ik mezelf kon stoppen.

Ik moet daar echt een keer mee ophouden.

Zijn gezicht veranderde van verwarring. ‘’Wat?’’ rook kwam uit zijn mond terwijl hij praatte.

‘’Niks.’’ Ik schudde mijn hoofd.

‘’Nee, wat zei je?’’ protesteerde hij.

‘’Je laat dit niet gaan, hé?’’ ik keek naar hem, en zag een grijns op zijn lippen ontstaan.

‘’Zeg gewoon wat je zei.’’ Hij giechelde zacht. Zijn linkerarm hing op het stuur, en zijn rechter leunde op de armleuning.

‘’Ik zei: Waarom ben je zo kalm?’’

Hij keek me aan. ‘’Zou ik wat anders moeten zijn dan?’’

‘’Nee… nou, weet ik niet.’’ Zuchtte ik. ‘’Normaal ben je altijd boos. Dit… dit is nieuw.’’ Ik likte mijn lippen.

Hij lachte. ‘’Het spijt me dat ik niet altijd vrolijk ben?’’

Ik rolde speels met mijn ogen. ‘’zo bedoelde ik het niet. Het is gewoon-- laat maar.’’ Ik keek naar beneden.

‘’Okay?’’ hij giechelde, en schudde met zijn hoofd. ‘’gek kind.’’ Mompelde hij.

Ik deed alsof ik het niet hoorde. Om eerlijk te zijn, was ik niet echt in de stemming om ruzie te maken.

De tijd vloog voorbij, en de auto kwam langzaam tot stilstand, en stopte een paar meter voor de oprit van mijn huis.

Ik keek hem verward aan.

Hij rolde met zijn ogen. ‘’Je wilt toch niet dat je ouders zien dat je uit mijn auto stapt?’’

‘’nee.’’ Knikte ik.

Slimme jongen.

‘’nou, dankje.’’ Ik gaf hem een klein glimlachje, deed de deur open, stapte uit, en deed de deur weer dicht. Ik zwaaide naar hem, draaide om, en wou weg lopen, toen zijn stem me deed stoppen.

‘’Wat?’’

‘’Kom hier.’’

Ik liep terug naar zijn auto. ‘’Wat is er?’’ ik bukte, en keek door het opengedraaide raampje.

‘’Wanneer zie ik je weer?’’

Ik voelde dat mijn hart een slag oversloeg. ‘’Ik weet het niet. Zolang ik een gevangene in mijn eigen huis ben…’’

Hij knikte. ‘’Je kan ook gewoon het huis weer uitsluipen…’’ grijnsde hij.

‘’En riskeren dat ik betrapt word? Nee bedankt. 1 keer was genoeg voor mij.’’ Kuchte ik.

Hij zei een tijdje niks, en maakte uiteindelijk zijn auto klaar om weg te rijden. ‘’Ik zie je wel weer een keer, Kelsey.’’

‘’Ja.’’

Ik stond op, en deed een paar stappen achteruit. Hij keek nog 1 keer, en reed daarna weg.



Ik liep veilig naar huis, met een lacht op mijn gezicht.


Reacties:


justmissF24
justmissF24 zei op 3 dec 2013 - 17:50:
Haha meldinvlg..heb al veel fanfic video's hiervan gezien leuk om eens een verhaal te lezen