Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen n schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Tokio Hotel » Fallen myself » 14. naar de stad

Fallen myself

3 mei 2009 - 21:34

3443

1

295



14. naar de stad

Deze morgen word ik al vroeg wakker. Ik herinner me dat ik vandaag met Tom naar de stad zou gaan. Ik kijk op de klok. Pas 9 uur. Ik pak mijn mobiel. Ik heb niks van Tom ontvangen. Misschien gaat hij me haten maar ik toets toch zijn nummer in. Het duurt een hele tijd voordat er opgenomen word. Hallo mit Tom, ik hoop dat je een goede reden hebt om me wakker te maken. Je mag me best komen wreken. Moet je nu wel hierheen komen. En een goede morgen. Rebecca, ben jij dat? Ja, hoe laat wou je naar de stad gaan Hoe vroeg is het nu? Rond een uur of 9. maar je moet wel op tijd in de stad zijn. Anders is het niet leuk. Dan is het veel te druk. Oke, ik kom er al aan. Hoe snel ben je hier Over een uur denk ik Oke, dan kan ik nog terug mijn bed in Ik zorg wel dat ik er eerder ben hoeft niet, weet je waar ik woon Ja Tot straks schat ik leg de hoorn neer. Die is chagrijnig als hij net uit bed is. Dat moet wel veranderen wil hij dat ik er ooit bij kom liggen. Ik weet ook niet of er nog iemand mee komt. Ik spring uit bed. Ga lekker onder de douche. Wanneer ik klaar ben ga ik in mijn ondergoed voor de kast staan. Broek of Rok schiet het door mijn hoofd heen. Ik kijk naar buiten. Rok besluit ik. Ik pak een wijde witte rok uit mijn kast. Ik neus verder naar een topje. Dan pak ik een blauw topje uit de kast. Ik kleed me in een razend snel tempo om. ik loop zingend naar beneden. Mijn moeder kijkt me aan. Waar komt jouw opgewekte humeur vandaan Ik ga naar de stad vandaag Met wie? Geen idee wie er allemaal meegaan. In ieder geval Tom wel Gezellig, komt hij je ophalen Ja, is papa thuis? Nee, nu niet ik eet de boterham die ik net heb gesmeerd. Daarna poets ik snel mijn tanden. Ik ga beneden weer aan de keukentafel zitten. Maarten komt ook naar beneden in een trainingsbroek. Je kunt zo zien dat hij net uit bed is. Terwijl hij eet blijf ik hem aankijken. Kun je daarmee ophouden, het irriteert me net als ik nee wil zeggen gaat de bel. Ik spring op en ren naar de deur. Als ik hem opendoe zie ik Tom en Bill staan. Ik hou de deur zover open dat ze binnen kunnen komen. Bill loopt eerst naar binnen. Tom daarna. Die ontziet zijn kans niet om me een kus te geven. Achter hun sluit ik de deur. Ik ga ze voor naar de keuken. He eindelijk verlossing zegt Maarten zeer overdreven. En dat is mijn broer zeg ik hem raar aankijkend. Maar er zal wel ergens wat mis gegaan zijn, het kan nooit mijn broer zijn. Hij begint te lachen. mijn moeder komt ook de keuken weer binnen. Hallo, ik ben Irene, de moeder van Rebecca en Maarten. hallo ik ben Tom stelt Tom voor. En ik Bill zegt Bill. Mijn moeder schudt ze beide de hand. Veel plezier meid zegt ze tegen mij. Ze loopt de kamer weer uit. Mijn broer eet de laatste hap van zijn ontbijt op. Als je in de stad bent, doe dan even de groeten aan Stefan en Lars. Die zijn daar ook. Ik knik. Zal ik niet doen roep ik hem achterna wanneer hij de kamer verlaat. Willen jullie wat te drinken? vraag ik aan de jongens naast me. Nee, dat doen we dadelijk wel in de stad. Nog bedankt dat je Tom hebt wakker gebeld. Ik kreeg hem al niet uit zijn bed. Naar jouw luistert hij blijkbaar wel. Het was voor eigen belang. Voor het zelfde geld lag ik nog te slapen als hij binnenkwam nu beginnen we alle drie te lachen. Kom zeg ik. Ik sta op en pak mijn jas. Doei roep ik nog een laatste keer voordat ik de deur dichtgooi.

Tom parkeert de auto in de stad. Met zijn 3e lopen we het winkelcentrum in. Bill zoekt met zijn ogen de winkels af. Zijn ogen lichte op. Hij loopt rechtstreeks naar een kledingzaak. Tom en ik volgen hem. In de winkel loopt hij meteen door naar de broeken. Tom loopt naar de shirts. Ik loop achter Bill aan. ik kijk of ik een broek voor Bill zie. Welke maat heb je? vraag ik hem. Maat s en jij? is de tegenvraag. Ik heb maat s of m. ligt eraan welke kleding groot of klein uitvalt. Ik haal een broek uit het rek. Wat vind je van deze? vraag ik hem. Leuk roept hij. hij pakt de broek over en legt die over zijn arm. Hij pakt nog 2 broeken uit het rek. Nu ga ik passen deelt hij mee. Zelf pak ik ook een broek uit het rek. als ik het prijskaartje zie hang ik hem snel terug. in deze winkel kom ik normaal niet. De kleren zijn allemaal veel te duur voor mij. Ik ga opzoek naar Tom. Die komt met lege handen naar me toe. Waar is Bill Broeken aan het passen samen lopen we naar de paskamers. Bill laat trots zijn broeken zien. Als hij zijn eigen kleren weer aan heeft besluit hij welke hij koopt en welke niet. Hij rekent af en we lopen de winkel uit. Dan ziet Tom een winkel waar hij heen wil. Hij loopt naar binnen en pakt een pet. Die rekent hij af en loopt weer naar buiten. Zo gaan we een paar winkels af. Nergens koop ik iets. Meestal is het te duur. Alleen in een winkel heb ik een ketting gekocht. het is een doodshoofd met een zwart koord. Hij was duur maar ik draag hem dan toch wel vaak. Rebecca, wat heb jij nou eigenlijk allemaal gekocht behalve die ketting Niks beken ik. Tijd om voor jou wat te kopen. Bill trekt me een winkel in. Over het algemeen hangen er meidenspullen. Een paar rekken met jongenskleding versieren een hoek van de zaak. Eerst lopen we naar de afdeling broeken. Ik zoek wel een beetje ertussen, maar ik heb de prijs al lang gezien. Veel te duur. Bill en Tom halen allemaal broeken uit het rek. ze lopen door naar de t-shirts. Daar pakken ze weer het een en andere uit het rek. Bill duwt mij het pashokje in. Ik trek gehoorzaam een broek aan. niet denkend aan de prijs. Ook trek ik een t-shirt aan. ik loop naar buiten. Nee, dat is het niet, doe maar weer uit. Mijn mond valt open. Gaat hij nou kleren voor me uitzoeken. Ik kijk in de spiegel. Hij heeft wel gelijk. Het is totaal niet mij. Snel trek ik een ander setje aan wat hij me voorhoud. De andere kleren geef ik terug zogauw ik weer uit het pashokje kom. Dit is al beter maar het is het nog niet helemaal Tom komt met nog wat kleren aangelopen. Ik krijg weer een ander setje voor mijn neus. Ook dit keer trek ik het aan. en laat ik het braaf goedkeuren door Bill. Als ik het zoveelste setje moet gaan aantrekken zucht ik. Ik ben geen paspop, dat je alles aan kunt laten trekken. Schiet nou maar op roept Bill. Of moet ik komen helpen. Humoristisch Tom, je weet zelf het antwoord al. Oke, ik kom al. Het antwoord is nee. Tom. Ik kan mezelf wel aankleden. Ondanks mijn arm die in het verband zit. Als ik dan eindelijk het laatste setje heb gehad kom ik in mijn eigen kleren het pashokje weer uit. Bill en Tom hebben alles wat me niet stond of niet paste al weer terug gehangen. Er liggen nog een aantal kledingstukken over hun armen. Zo en nu afrekenen zegt Bill. Maar dat is veel te veel sputter ik meteen tegen. Het zijn maar 6 kledingsetten Zonder nog een woord te zeggen rekent Bill af. Tom legt vrij verstandig zijn handen voor mijn ogen. Ook de prijskaartjes worden er meteen afgeknipt. Zo kan ik thuis nooit meer uitrekenen hoeveel het gekotst heeft. Nu nog een paar accessoires zegt Tom. Nee, jullie hebben al genoeg geld uitgegeven aan me. Dit kan ik toch nooit terugbetalen. OH, je hoeft het niet terug te betalen. Als je gewoon mijn vriendin blijft is het goed genoeg. Ik lach. En je moet wel mijn zusje blijven dan. Oke, ik kan er nog wel een broer bij gebruiken. Ik sla lachend mijn armen om de broers heen. Ze duwen me weer een winkel in. Tom zoekt een pet uit die bij mijn kleding past die ik net heb gekocht. Bill zoekt nog een leuke bril uit. En nu zijn we klaar, kap ik hun zoektocht naar spullen voor me af.

We zitten met zijn 3e op de rand van de fontein in het midden van de stad. We laten aan elkaar zien wat we nu eigenlijk allemaal gekocht hebben. Nou ja, je weet dat ik niet al hun spullen heb gezien. Tom kijkt tevreden naar de spullen die ik heb. Het meeste hebben hij en Bill voor me gekocht. Daar kon ik niks tegen inbrengen. Tom laat me zijn allernieuwste pet zien. Die heeft hij inmiddels al op zijn hoofd gezet. Kom we gaan een ijsje eten zegt Bill. Ik sta op. Ik trek Tom ook overeind als die niet op wil staan. Ik zat net zo lekker zeurt deze. Ik sla troostend mijn arm om zijn middel. Bill trekt ons beide mee. Ineens zonder aankondiging hoor ik een bekende stem achter me. In me word het langzaam koud. Mijn gezicht betrekt. Dan nog een keer. de stem roept iets. Ik versta niet wat. Ik wil niet weten wat. Ik loop door. Trek Tom en Bill nu bijna mee. Die blijken al door te hebben dat het geroep tegen mij was. Ik hoor voetstappen die versnellen. Dan word ik gedwongen te stoppen. Er staat iemand voor me. Ik voel hoe Tom en Bill ook stoppen. Ik kijk naar de persoon voor me. Langzaam zie ik zijn gezicht. Ik zie de blonde lokken die naar achter zijn gewerkt met een haarband. Een glimlach met perfect witte tanden. Een paar bruine ogen. Mijn hart word ijskoud. De kou trekt door mijn hele lichaam. Ik ril. Zijn ogen boren zich in de mijne. Hij begint te lachen. Een galmende lach die ik haat. Die zich nachten lang in mijn hoofd heeft herhaald. Die eindelijk is uitgewist. Hallo Rebecca zegt Frank. Ik geef geen antwoord. kijk hem boos aan. hopend dat hij verder loopt. Dat dit gewoon een nachtmerrie is. Maar Frank loopt niet verder en dit is geen nachtmerrie. Ik zei hallo Rebecca, je mag best wel antwoord geven. Maar goed, vriendelijkheid is wat anders. Moet ik dan wat tegen je zegen. Voor mij besta je niet meer. Ik kan wel door de grond zakken. Waarom kon ik ook nooit mijn mond houden. Moest ik me meestal weer verdedigen. Oh nee, dus je hebt geen nachtmerries over wat er is gebeurd. Dan kunnen we dat zo nog een keer doen. Of weet je niet meer wat er is gebeurd. Dat is dan helemaal in ons voordeel. Ik bijt op mijn lip. Ik voel me steeds dommer worden. Frank ziet het en zet een stap naar voren. Ik blijf staan. Niet van plan om terug te wijken. Hij zet nog een stap. Er is maar een halve meter tussen Frank en mij. De frisse lucht verdwijnt langzaam uit mijn buurt. De ruimte om me heen zie ik steeds kleiner worden. Ik ben me niet meer bewust waar ik ben. Vergeet dat Tom en Bill ook nog ergens achter me staan. Niet begrijpend wat er aan de hand is. Ik zie alleen nog maar frank die steeds dichterbij komt. Zijn hand pakt mijn arm. In een reflex trek ik mijn arm los en stap naar achter. Mooie littekens, nooit aan mij gedacht hè. Dat geloof ik niet. Ik denk dat ik de enige ben in je wereld. Dat er niemand anders bestaat. Dat ik terugkom in je dromen. Ik schud mijn hoofd. Hij moet ophouden. Hij maakt alles tig keer zo erg. Dit kan ik niet aan. niet nog een keer. niet nog een keer alles doormaken. Mijn gedachte worden gewekt wanneer ik nog 2 stemmen hoor. Hey Frank, laat Rebecca eens met rust. Zoek iemand van je eigen leeftijd. ik zie dat er zich al 2 aanbieden lacht die terug. naast mij komen Lars en Stefan opgedoken. Beschermend aan weerszijde. Net iets voor mij. Ja achter Frank verschijnen nu ook zijn vrienden. Hey is dat niet die Rebecca. oh ja, die zagen we 2 jaar geleden voor het laatst Jammer dat we gestoord werden. En hoezo onredelijk dat we eruit gegooid zijn. ja, we hebben haar alleen maar ontmaagd. Ik voel mijn maag keren als ik dit hoor. Ik weet dat zij mij eigenlijk verder niks gedaan hebben. Zij waren niet het ergst. Stefan heeft het al lang door. Hij pakt voorzichtig mijn hand. Ik knijp erin. In de verte hoor ik iemand roepen. Frank kijkt om. Kom we gaan, mocht je je bedenken schat. Je weet vast wel waar ik woon. Die homo achter je is toch niks waard. zegt hij. een minuut later is hij en iedereen weg. Ik voel de handen van Tom achter me. Ze sluiten zich om mijn andere arm. Stefan laat mijn arm los. Hij kijkt me aan. ik voel de tranen achter mijn ogen prikken. Kom we gaan een ijsje eten verbreekt Bill de stilte. Tom komt naast me lopen. Ik moet steeds meer moeite doen om mijn tranen binnen te houden. De honger naar een ijsje is mij vergaan. Als de rest een ijsje heeft ga ik op Toms schoot op een bankje zitten. Aan de ene kant zit Bill aan de andere kant zit Stefan, daarnaast Lars. Ze kijken me beide voorzichtig aan. Gaat het wel Rebecca vraagt Lars. Ik knik van nee. Dan kan ik het niet meer tegen houden. Ik begin te huilen. Een ding weet ik heel zeker. Vannacht wil ik gewoon niet alleen zijn. Wie er bij me is maakt niet uit. Ik wil niet alleen zijn. Tom zijn armen liggen meteen om mijn schouders. Ik leg mijn hoofd op zijn schouder. Ik huil lekker goed uit. Niet denkend aan wat er gaat komen. Gewoon te bekomen van de schrik. Niemand weet wat frank werkelijk allemaal heeft gezegd.

Door de ogen van Tom: Bill stelt voor om een ijsje te gaan halen. Rebecca springt al op. Ik blijf voor de grap nog even zitten. Kom op Tom zegt ze. Ze trekt me omhoog. Ik zat net zo lekker zeur ik. Ze slaat troostend haar arm om mijn middel. Natuurlijk wel haar goede arm. Bill trekt ons mee naar de ijscoman. Ik hoor mensen roepen. Eigenlijk wil ik kijken naar wie ze roepen. Maar Rebecca trekt me verder mee. Ik kijk naar haar gezicht. Het is ijskoud. Het geroep is dus voor haar. Zo te zien is ze er niet blij mee. Ik hoor voetstappen die ons inhalen. Rebecca stopt plotseling. Ik loop bijna tegen haar op. Voor haar staat een jongen. Hij kijkt Rebecca recht aan. net alsof wij niet eens bestaan. Ik kijk Bill aan. hij trekt zijn wenkbrauw op. Ik haal mijn schouders op. Ik kijk naar wat er voor mijn voeten gebeurt. De jongen begint weer te spreken. Ik versta totaal niet wat hij zegt. Waarom praat hij Nederlands. En waarom praat Rebecca geen Duits. Wil ze soms dat we dit niet horen. Ik zie dat ze op haar lip begint te bijten. Ze is dus helemaal niet zeker van zichzelf. De jongen lijkt hier gebruik van te maken. Hij zet een stap dichter naar Rebecca. Moedig blijft ze staan. Terwijl hij praat komt hij steeds dichter naar haar toe. Hij blijft staan op een halve meter afstand. Zijn hand grijpt naar haar arm. Voor ik het goed en wel besef heeft hij die vast. Rebecca trekt haar pols meteen los. Ze stapt naar achter. Dichter naar mij en Bill. Maar blijkbaar heeft de jongen iets gezien en gaat hij er nog verder op in. Ik zie hoe ze langzaam gek word. Ik wil haar beschermen. Ik zet een stap naar voor. Bill houd me tegen voordat ik iets kan doen. hij kent me waarschijnlijk goed genoeg om te weten dat het dan nooit goed af gaat lopen. Dat het dan zou uitlopen op een hele vechtpartij. Hey Frank laat Rebecca eens met rust, zoek iemand van je eigen leeftijd. Hoor ik schreeuwen. Ik schrik. Is die jongen voor haar Frank. Die heeft haar van alles aangedaan. Hoe durft hij nog tegen haar te praten. Waarom slaat ze hem niet. Is ze soms bang voor hem. Is dat de reden waarom ze net zo hard wegliep. Wat heeft hij haar aangedaan. Waarom achtervolgt hij haar nog. Waarom verteld ze het me niet gewoon. De 2 jongens die net ook riepen gaan naast Rebecca staan. Zullen die wel weten wat er aan de hand is. Een van hen pakt haar hand. Ik kijk naar de handen die in elkaar geslagen zijn. Het doet haar goed. ik kan haar bijna horen zuchten. En naar een paar laatste woorden is hij weg. Waarschijnlijk ging het over ons. Ik zag de jongen die Frank blijkt te heten vies naar ons kijken. Voorzichtig pak ik haar arm vast. Hopend dat ik haar niet pijn doe. Kom we gaan een ijsje eten verbreekt Bill de stilte. Hoe kan hij nu aan ijsjes denken. Dan snap ik dat hij dat zei om Rebecca ergens anders te laten denken. Snel ga ik langs Rebecca lopen. Ik sla mijn arm om haar heen. Als iedereen een ijsje heeft gaan we zitten. Rebecca hoefde blijkbaar niet meer. Ze komt op mijn schoot zitten. Gaat het wel Rebecca hoor ik een van de jongens zeggen. Ik weet niet wie ze zijn. Dan begint Rebecca te huilen. Snel sla ik mijn armen om haar heen. Haar hoofd komt tegen mijn schouder aan te liggen. Mijn arm gaat troostend over haar arm. Ik voel de vragende blik van Bill aan de ene kant. Ik zie een medelijdende blik in de ogen van de 2 jongens. Die wisten duidelijk dus wat er was gebeurd. Kom we brengen haar naar huis zegt de ene. Ik neem aan dat jullie met de auto zijn. Ik knik. Kunnen wij meerijden. Haar broer zou ons eigenlijk over een uur ophalen. Weer knik ik. Ik ben trouwens Lars en de ander is Stefan stelt Lars zichzelf voor. Nou ik ben Tom en dit is mijn broertje Bill Ik krijg een mep van Bill op mijn arm. We zijn even oud hoor bromt die boos. Nee, ik ben 10 minuten ouder zeg ik trots. Ik zie Rebecca een beetje glimlachen tussen haar tranen door. Je lacht alweer zegt Lars opgelucht. Ze haalt haar schouders op. Stefan pakt de tassen waar rebeccas spullen in zitten. Bill pakt mijn tassen. Ik til Rebecca op en draag haar naar de auto. Dat had heus niet gehoeven hoor zegt ze. Wel antwoord ik simpel. Ik ga naast haar zitten. Lars komt aan de andere kant naast haar zitten. En zusje hoe voel je je nu ze begint te lachen en geeft hem een duw. Ik snap meteen dat dat de 2 beste vrienden van haar broer moeten zijn. En dat hij haar laatst heeft verslagen met de playstation. Wat deden jullie eigenlijk in de stad vraagt ze nu. Niks antwoord Stefan. Dat geloof ik niet, de laatste keer dat jullie vrijwillig de stad in gingen kan ik niet meer herinneren. Bill begint te lachen. Zon hekel aan shoppen heren. Rebecca waarom ontgaat jou niks vraagt Lars. Omdat ik Rebecca ben is het antwoord. nu is het mijn beurt om te lachen. dan gaat Rebeccas mobiel af. Wat moet ik doen om een even druk bezette mobiel te hebben als jou? Evenveel vrienden maken als me, Lars, maar dat heb je jammer genoeg niet. Het is trouwens iedere keer dezelfde mensen die me bellen of smsen. Dus zeg tegen je vrienden dat ze je continu moeten bellen. Maar Fleur zou graag willen weten of ze zo meteen met Claire langs kan komen. Is iemand het er niet mee eens. Niemand zegt iets. Dan sms ik nu terug dat het goed is. Even later gaat weer haar mobiel af. Ze zijn er over een kwartier. En wanneer zijn wij bij jouw huis? vraag ik haar. Over 5 minuten gok ik zegt ze terug.


Reacties:


TOMponn
TOMponn zei op 3 mei 2009 - 21:55:
Heel snel verder!!
egt supprrr!

xx