Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Overige » De kronieken van de verloren prins ~ Het magische zwaard » Hoofdstuk 3 ~ Aidan Celtric

De kronieken van de verloren prins ~ Het magische zwaard

6 maart 2014 - 10:26

2208

0

191



Hoofdstuk 3 ~ Aidan Celtric

Dit is H3, geschreven vanuit Aidan. Ik hoop dat jullie het leuk vinden!

Ik liep over straat. Ik zag geen hand voor ogen door de mist. Er hing een lugubere sfeer over de stad, die bijna helemaal was gehuld in een groene gloed. De gloed kwam nu ook op mij af. Mijn instinct zei me dat ik weg moest rennen, dus dat deed ik. Ik rende door de straten, zonder te weten waar ze me naar toe leiden. De gloed achtervolgde me en hoe hard ik ook rende, het bleef dichterbij komen. Plots was het voorbij, er schoot een ijzige kou door mijn voet. De kou verspreidde zich langzaam over mijn beide benen, om vervolgens door mijn borstkas te trekken. Het liefst wou ik het uitschreeuwen, van afschuw en van schrik, maar het lukte niet, de ijzige kou had ook mijn stembanden in zijn greep. Zo bleef ik in de lucht hangen, niet wetend wat me te wachten stond.
De schaduwen leken het enige te zijn wat niet bevroren was. Afschuwelijke schouwspellen speelden zich af, die ik niet kon plaatsen. Het leken gigantische veldslagen, die het einde betekende voor alles en iedereen. Er verschenen sierlijke wezens, die leken op een soort grote vogels, met schubben. Het enige wat ik kon doen was kijken, het zorgde ervoor dat de haren in mijn nek overeind gingen staan, maar toch kon ik niet wegkijken, niet alleen vanwege de bevroren tijd, maar ook omdat ik… gefascineerd was.
Plots hoorde ik voetstappen. Ik probeerde mijn hoofd te draaien naar de bron van het geluid, maar het lukte niet. De voetstappen kwamen steeds dichterbij en plots doemde er een gedaante voor me op. Het was een lange man, met een lange jas en zwart haar. Hij keek me aan en glimlachte gemeen en draaide vervolgens zijn hoofd om, ‘grijp hem’, leek hij fluisteren tegen de schaduwen.


Ik schrok wakker. Ik was helemaal klam van het zweet en rilde. Ik lag in bed, gelukkig. Het was maar een droom…
Plots herinnerde ik me de man weer en er ging een golf van woede door me heen. Ik besefte opeens waarom die stem me zo bekend voor kwam! Wat was zijn naam nou… Ik besefte me dat ik geen idee had hoe de man heette… Ik wist eigenlijk niks van die man, behalve dat hij het schijnbaar op mij gemunt had. Maar waarom had hij me dan benaderd bij atletiek en ging me vervolgens aanvallen?

Het werd een onrustige nacht. Telkens als ik in slaap viel, kwamen er flarden van mijn nachtmerrie terug, dus uiteindelijk besloot ik maar gewoon niet meer te gaan slapen.
De volgende ochtend zat ik knikkebollend aan het ontbijt, gelukkig moest ik pas het tweede uur naar school, dus hoefde ik niet te luisteren naar de duizenden vragen en verwijtende blikken van m’n ouders. Ze dachten natuurlijk dat ik pas heel laat was gaan slapen…
Mijn blik viel op de voorpagina van de krant. Bijna liet ik mijn kop thee vallen. De kop luidde: ‘gisteravond een lijk gevonden in de aalscholverlaan’. Dat was de straat waar die mysterieuze mannen verschenen…
Ik bekeek de foto van de overleden man nog eens goed en plots schoot het beeld van de hardloper door me heen, die zich ook in die straat bevond. Wat hadden ze met hem gedaan?
Ik raak nooit snel in paniek, ik ben altijd degene die kalm blijft en de mogelijkheden ziet. Maar die keer niet. Mijn hart begon harder te slaan en ik keek constant nerveus om me heen.
Op school ging het me al niet beter af, Nathan vroeg me tot drie keer toe of ik soms teveel cafeïne ophad, zo nerveus was ik. De lessen gingen nog langzamer dan normaal en ik kreeg nog minder mee dan normaal, en dat wou wat zeggen want ik denk dat zelfs Nathan’s kat normaal gesproken nog meer meekreeg van de les dan ik.
Ik betrapte mezelf er ook op dat ik rare tekens in mijn schrift begon te tekenen. Ik herkende de tekens als tekens tegen het kwaad of onheil, maar ik had geen idee waarom en hoe ik ze herkende. Maar het opmerkelijkste was nog wel de reactie van Nathan. Hij werd helemaal bleek en begon net als ik nerveus om zich heen te kijken.
Al met al was ik blij dat de schooldag voorbij was. Ik wou net naar huis fietsen toen ik me bedacht dat ik Sanne moest ophalen. Sanne is mijn kleine zusje en ze betekend alles voor me. Als sinds ze een kleine baby is zorg ik voor haar en ik kan er beslist niet tegen als haar iets overkomt.
Dus fietste ik richting Sanne’s school. Ik keek goed om me heen of ik toevallig ergens een man met zwart haar en een lange jas zag. Ik kreeg tot drie keer toe bijna een hartaanval omdat ik dacht de man te herkennen, maar telkens had ik het mis.
Ik kwam net op tijd bij Sanne’s school aan. Uit de school stroomden honderden kinderen naar buiten, zich allemaal verheugend op het weekend. Ik zag Sanne naar me zwaaien. Ik zwaaide terug, maar ik was niet blij. Ik wou dat ze opschoot. Elk moment kon de man met de lange jas en het zwarte haar tevoorschijn komen en ik wou niet dat Sanne bij die confrontatie was.
Plots kreeg ik het gevoel dat iemand naar me keek, ik hield mijn adem in en draaide me om. Gelukkig, het was Nathan maar. Ik keek hem sceptisch aan, ‘wat doe jij nou hier?’ vroeg ik hem. Nathan werd rood, ‘eh… Niks hoor ik moest naar het centrum’ antwoordde hij hakkelend. Ik keek hem grijnzend aan, ‘Nathan, je weet toch dat je niet kan liegen?’
Nathan zuchtte, ‘ik vond dat je je raar gedroeg, dus ben ik achter je aan gegaan…’ Ergens was het wel een opluchting voor me, met Nathan erbij waren we immers met z’n drieën, dan zullen we toch niet aangevallen worden?
‘Goed, als je je zoveel zorgen maakt, ga je toch mee. Dan kunnen we samen geschiedenis leren, ik geloof niet dat ik veel van de les heb meegekregen…’ Nu was Nathan degene die glimlachte, ‘tuurlijk!’ was zijn antwoord.
‘Hee Aidan, hoe is het?’ Ik draaide me om, ‘goed hoor Sanne, hoe was school?’ ‘Leuk!’ antwoordde Sanne. ‘Hoi Sanne’ zei Nathan toen. Sanne keek op naar Nathan en werd rood. ‘Hoi Nathan’ mompelde ze. Sanne had een enorm zwak voor Nathan, al vanaf dat ze jong was, maar Nathan had het nooit gemerkt.
‘Nou, laten we gaan’ zei ik en iedereen knikte instemmend. Ik fietste een stuk relaxter dan ik die dag had gedaan. Ik zag niet meer overal mannen met lange jassen en zwart haar.
We kwamen zonder problemen thuis. Sanne vloog meteen naar haar kamer, nog voor Nathan en ik binnen waren. Nathan wierp me, zoals altijd, een blik van onbegrip en ik glimlachte veelbetekenend naar hem.
Voor ik de deur dichtdeed keek ik nog even over mijn schouder, maar dat was een grote fout. Aan de overkant van de straat zag ik een bekend figuur staan, de man met zwart haar en een lange jas… Hij grijnsde vals naar me. Snel duwde ik Nathan aan de kant en deed de deur dicht. Nathan keek me geschrokken aan, ‘wat is er?’ vroeg hij. ‘Niks…’ antwoorde ik met onvaste stem. Nathan keek me ongelovig aan, maar hij hield zijn mond.
‘Wil je wat drinken?’ vroeg ik, nog steeds met een veel hogere stem dan natuurlijk was. ‘Nee, nee dank je, we gaan wel naar boven…’ zei Nathan en ik knikte dankbaar.
Het leren werd niks. Niet dat het ooit wat werd als Nathan en ik samen leerde. Meestal kwam het erop neer dat we tien minuten naar het boek staarde, het dan dichtklapte en videogames begonnen te spelen.
Vandaag ging het exact zo. Na tien minuten gingen de boeken dicht en ging de tv aan. ‘Ik ga wel wat chips halen’ zei ik en ik verdween naar beneden. Voor ik naar boven liep keek ik nog snel even door het raampje in de deur. De man was weg. Ik ademde diep in en zei tegen mezelf dat het enkel mijn verbeelding was geweest.

Die avond waren Sanne en ik weer alleen thuis. We aten pizza en keken een griezelfilm, tot Sanne naar bed moest. Eigenlijk wou ze niet, maar uiteindelijk kreeg ik haar zover. Net toen ik de deur van haar kamer dichtdeed ging de bel. Ik liep naar beneden en deed met een bang voorgevoel de deur open.
Ik keek recht in het gezicht van de man met zijn lange jas en zijn lange haar. Ik wou de deur dichtgooien maar de man zette zijn voet ertussen. Ik slikte en zei met opeengeklemde kaken: ‘wat doet u hier?’ De man glimlachte warm, maar ik zag in zijn ogen dat hij het niet meende. ‘Je hebt gelijk, je bent nu wel een verklaring schuldig. Mag ik binnen komen, het is koud buiten.’ ‘Nee’ antwoordde ik enkel. ‘Aidan, ik zou maar doen wat ik zeg, als je wilt dat je zusje rustig blijft slapen’
Een kille angst greep me om het hart. Hij wist van Sanne, als hij haar ooit iets aandeed zou ik het mezelf nooit vergeven… Maar wat moest ik doen? Hem binnen laten, waardoor hij dichterbij Sanne zou komen of hem buiten laten staan, met het risico dat hij dan zelf naar binnen gaat een meteen naar Sanne gaat.
De keuze was snel gemaakt, ik keek hem in zijn kille ogen en zei: ‘komt u maar binnen.’
Ik voelde me merkwaardig rustig. Ik wist dat ik niks moest doen om hem boos te maken, anders had ik een probleem. De angst die ik de hele dag had gehad was weggezakt en het enige wat ik voelde was een kalme vastberadenheid.
Ik ging de man voor naar de woonkamer. Ik ging op de bank zitten en gebaarde naar hem dat hij ook mocht gaan zitten.
‘Goed, ik neem aan dat je wel wat vragen voor me hebt?’ vroeg de man. Ik knikte, ‘om te beginnen zou ik graag willen weten wie u bent’
‘Ik ben Bruce Diamond. Ik maak televisieprogramma’s en ben nu bezig met een nieuwe, speciaal voor talenten zoals jij’
Ik had me op van alles voorbereid. Dat hij zou zeggen dat hij een duistere tovenaar was of een seriemoordenaar, maar een regisseur van televisie programma’s?
Ik betrapte mezelf erop dat ik met mijn mond open naar Bruce keek. ‘Dat meent u niet…’ zei ik, helemaal vergetend dat ik voorzichtig moet zijn met wat ik zeg.
Bruce lachte hartelijk, maar opnieuw bereikte het zijn kille ogen niet, die de hele tijd berekenend om zich heen keken.
‘Ik snap je verbazing, want waarom zou ik je benaderen bij atletiek en me voordoen als atletiekcoach?’ Bijna wou ik zeggen dat dat niet de reden was, maar dat ik me afvroeg waarom ze me dan hadden aangevallen en een onschuldige hardloper hadden vermoord, maar ik hield me in.
‘Ja, inderdaad, waarom?’ vroeg ik dus maar. Opnieuw lachte Bruce, ik kreeg er de kriebels van, zo nep was het. ‘Dat is een lang verhaal… Het komt erop neer dat de televisieshow nog geheim is, dus ik wil dat zo min mogelijk mensen het weten…’ Dat klonk als een ongelofelijk zwakke verklaring, maar ik wist dat ik het er maar mee moest doen.
‘En.. Wat wilt u van mij?’ Eigenlijk wist ik het antwoord al, maar ik besloot het toch maar te vragen aangezien ik een tekort had aan vragen waar hij niet boos over zou worden.
‘Ik wil dat jij meedoet in het televisieprogramma, ik weet zeker dat je het erg goed zal doen’ De manier waarop hij me aankeek gaf me de kriebels, alsof ik een apparaat was die hij goed kon inzetten bij zijn spel.
Ik haalde diep adem, ik hou er niet van gebruikt te worden, ‘Heb ik een keuze?’ vroeg ik uiteindelijk maar. Nog steeds glimlachende zei hij: ‘nee, die heb je niet, tenzij je wilt dat je zusje iets overkomt…’
Het antwoord was als een stomp in mijn maag, ik snakte naar adem en keek Bruce aan. Woede laaide in me op, ondanks dat ik het had kunnen weten sloeg het in als een bom.
Ik probeerde mijn woede in te houden en zei, met opeengeklemde kaken: ‘dus, waarom wilt u precies mij hebben?’ Bruce bleef me een tijdje glimlachend aankijken, ‘ik denk dat jij de potenties hebt voor een winnaar.’ Was zijn antwoord. ‘Wat als ik expres verlies?’ De vraag flapte er voor ik het wist uit en ik had het nauwelijks gezegd of ik had mezelf voor mijn hoofd geslagen.
‘Dat had ik al verwacht…’ zei Bruce. ‘In dat geval zal ik het misschien wat duidelijker maken, als je niet wint, loopt het niet alleen niet goed af met jou, maar ook niet met je zusje en je ouders’
Ik sprong op, ‘LAAT MIJN FAMILIE HIER BUITEN’ schreeuwde ik buiten mezelf van woede. Bruce stond ook op, en legde zijn hand op mijn schouder, ik wou net zijn hand van me af duwen, maar toen kwam de brandende pijn. Het duurde maar een paar seconden en toen voelde ik niks meer. Bruce duwde me in de bank en zei: ‘nu heb je niet zoveel praatjes meer hé? Over een week kom ik terug. Zorg maar dat je alles geregeld hebt, want dan gaan we weg. Als je meegaat zonder gespartel zal je familie niks overkomen, nog niet.’


Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.