Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Lord of the Rings » Lirael » 7. Lirael

Lirael

16 maart 2014 - 15:30

1206

4

440



7. Lirael

Hij voelde het zachte zand onder zijn handen toen hij zijn ogen opende. Hij was duizelig en voelde zich eenzaam. Hij had spijt dat hij op reis was gegaan en zijn moeder geen waardig afscheid kunnen had geven. Want dat had ze wel verdiend. Vijftien jaar lang had ze iedere dag voor hem gezorgd en nu was ze dood. De tranen stroomde over zijn wangen. Het liefste wilde hij zijn zoektocht op geven en terug keren naar zijn oom en tante. Maar dan was hij laf en dat wilde hij niet zijn. Hij moest zijn vader vinden, want dat was zijn moeders allerlaatste wens geweest. Hij voelde dat hij weer wegzakte. Een zacht neus bracht hem terug. Isobel schoot het door hem was. Was ze echt al die tijd bij hem gebleven? Ze had net zo goed de benen kunnen nemen. Hij had haar immers gewoon gestolen. En toch was ze nog hier. Hij ging moeizaam overeind zitten, omdat hij nog altijd duizelig was. En legde zijn hand op de donkerbruine vacht van de merrie. Ze duwde haar neus tegen zijn been. Hij merkte nu pas dat ze lag, had ze hem warm willen houden? Lirael zuchtte. Eigenlijk had het niet zo op paarden. Hij vond ze eng en schichtig, maar blijkbaar had zijn verlangen om zijn vader te zoeken het gewonnen van zijn angst, anders had nooit de moed gehad om het paard te stelen. En nu hij zo met haar in de middle of no where was, moest hij toegeven dat hij haar aanwezigheid zeer op prijs stelde. Ze was dan niet iemand die erg veel sprak, toch wist hij er zeker van dat hij aan haar beter gezelschap had dan aan welk pratend wezen dan ook. Isobel die de orks te lijf ging. Als hij terug dacht aan de minuten voor dat buitenbewustzijn raakte kreeg hij een trots en fijn gevoel. Isobel ging voor hem door het vuur. Ze zal haar leven nog voor mij geven, bedacht hij zich. Hij voelde de duizeligheid zakken en stond op. Hij moest verder met zijn zoektocht. Daarbij als hij hier nog langer bleef kwamen de orks misschien wel weer terug. En hij moest bekennen dat hij doodsbang was voor de lelijke puistige wezen , die blijkbaar gestoord waren door de dwergen en de elfen. Stelletje nietsnutten, dacht hij. Wat was er nou leuk aan oorlog voeren. Ruzie maken was toch nergens voor nodig. Maar blijkbaar konden de lieden niet met elkaar leven zonder elkaar te doden. De wereld was een gebied vol boze en kwaadaardige wezen. Als er twee vochten, vond de derde dat zijn rust verstoord was. Waardoor er nog grotere ruzies kwamen. Hij hoopte zijn vader niet mee deed aan de oorlogen. Want dan was zijn hele zoektocht voor niets geweest. Want hij wilde geen moordenaar als vader. Hij pakte de teugels van het paard, dat ook op gestaan was beet en besteeg haar. De verleiding om de zelfde weg terug te rijden was groot, maar zijn verlangen om de laatste wens van zijn overleden moeder te vervullen was nog groter. En dus spoorde hij het paard voorwaarts en reed nog verder van huis. Isobel voerde hem over zandvlaktes en langs bergen. Ze trotseerde een beekje en wandelden door donkere, duistere bossen. Tot dat ze na vele dagen rijden, bij een heuvellandschap aan kwamen. Lirael had het paard al die tijd de weg laten kiezen omdat hij, het vreemde vermoede had dat zij wist hoe bij zijn vader kon komen. Hij wist ook wel dat het vreemd was om te denken dat een paard dat wist. Het was immers een paard en paarden hebben een geheugen van 1 seconde. Als ze schrikken van een haas, zijn ze dat meteen al weer vergeten. Tenminste dat wordt beweerd. Maar Lirael was er zeker van dat Isobels geheugen veel en veel beter was dan die ene seconde. Hij had het idee dat ze precies wist waar ze hem heen voerde. Zijn paard. Het kon hem niet schelen dat hij haar gestolen had, want ze voelde aan als zijn maatje, zijn beste vriendin. Ze voerde hem verder het heuvellandschap in. Lirael vroeg zich af waar ze waren. Want zo'n heldere kleur groen had hij nog nooit gezien. Het duurde even voor hij tot de ontdekking kwam dat de heuvels huisjes waren. Met kleine ronde houtendeurtjes waar hij ongetwijfeld niet door heen kon zonder te moeten bukken. Hij schoot bijna in de lach toen hij een klein blond mannetje zag. Het mannetje was zo kleine dat het nauwelijks tot aan zijn buik zal komen, wanneer afsteeg. Om het mannetje heen renden twee nog kleinere mannetjes, die ongetwijfeld zijn kinderen waren. Nieuwsgierig hield Lirael Isobel in. En keek naar de mannetjes . Waar was hij? En wie was dit leuke, guitige mannetje? Dat waren vragen waar hij spoedig antwoord op kreeg. Want het mannetje en diens nog kleinere kinderen kreeg hem in het oog.
'Een reus, papa, een reus!' riep de kleinste van de kinderen, met zacht pieperig stemmetje. Lirael schoot in de lach. Die stem paste zo goed bij haar grote, dat het bijna komisch was.
'Nee, Moira dat is geen reus. Reuzen zijn enge en gewelddadige wezens. Vind jij deze jonge man er gewelddadig uit zien?' vroeg het mannetje, zijn stem piepte ook maar was dieper dan die van zijn vermoedelijke dochter.
'Nee,' zei het meisje 'Hij ziet er lief uit'
'Misschien moeten we vragen wat hij is? Of weet jij het papa?' vroeg het andere kindje. Het mannetje leek even na te denken.
'Hij zal een mens kunnen zijn, al komt hij ook wel in de buurt van een elf. Ik kan het dus niet met zekerheid zeggen. Waarom vraag je het hem niet Noak?'
Noak liep met snelle kleine passen op Lirael af, die het hele gesprek gehoord had. En vond dat het meisje wiens naam Moira bleek te zijn geen ongelijk had gehad, toen ze beweerde een reus te zien. Want hij voelde zich een reus. Het blonde jongetje kon gemakkelijk onder Isobel staan. Sterker nog hij zal haar buik dan niet eens aan kunnen raken.
'Wie ben jij?' vroeg hij zijn met piep stemmetje.
'Lirael'
Noak keek hem met grote heldere ogen aan, zijn mondje stond open van verbazing en kleine scheve tandjes waren daardoor zichtbaar. Schattig was precies het goede woord voor dit kleine kindje.
'Lirael, wat ben jij?' vroeg Noak.
'Ik weet niet wat ik ben. Maar laten we zeggen dat ik mens ben, want dat was mijn moeder immers'
'Was, is jouw moeder dood?' vroeg Moira die naast haar broer was komen staan. Lirael zuchtte.
'Ja, mijn moeder leeft niet meer.'
'Dat moet afschuwelijk geweest zijn?' zei de vader van de kinderen die er ook bij was komen staan.
'Dat was het zeker!' antwoordde Lirael. Het mannetje glimlachte.
'En je vader hoe is die er onder?'
'Ik heb geen vader. Wat ik eigenlijk wil zeggen is ik weet niet wie mijn vader is. Ik ben naar hem opzoek, maar ik weet niet waar ik moet zoeken. En een zoektocht duurt eeuwen als je weet waar je zoeken moeten.'
'Ja, het is inderdaad moeilijk, om de weg te vinden naar iets waarvan je niet weet waar het zich precies bevind. Maar met de juiste gids kom je er wel' zei het mannetje wijs.


Reacties:


Andrea
Andrea zei op 18 maart 2014 - 14:03:
Oooh hobbits met kinderen: ik zie het al helemaal voor me. Dit stuk is echt prachtig geschreven!!!


Rebella
Rebella zei op 17 maart 2014 - 20:14:
Hehe!
Hobbitssss!

Leuk hoofdstuk!
Op een paar woordjes na ook geheel goed geschreven!
Like to this story!


RivLovee
RivLovee zei op 17 maart 2014 - 19:16:
Waaaaaarom, in Gods naam reageer ik zoooo laat?? I LOVE ITTT


Rukia
Rukia zei op 16 maart 2014 - 21:06:
o hobbits, papa...Een reus
zo schattig