Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » The Hobbit » Barbenusa And The Desolation [The Hobbit Fanfic] » Terug de tonnen in!

Barbenusa And The Desolation [The Hobbit Fanfic]

7 april 2014 - 19:20

1056

0

333



Terug de tonnen in!

"Aardig dat je ons wilt helpen, meneer man," zei Barbenusa terwijl ze de man hielp de boot klaar te maken voor vertrek samen met Bilbo. De dwergen, vooral Dwalin, waren aan het discussiëren over of ze hem wel of niet konden vertrouwen. Bilbo maakte een touw los van de kade.

"Wat is je naam, trouwens?" vroeg hij de man.

"Bard," antwoordde hij. Bilbo keek op.

"Aangenaam, ik ben Bilbo."

"En ik ben Barbenusa!" riep Barbenusa terwijl ze ook probeerde een touw los te maken, wat niet lukte en overboord in het water flikkerde. Bilbo grinnikte wat. Bard keek even naar de dwergen.

"Je ziet niet vaak een groep dwergen, een hobbit en een mens met elkaar op reis gaan," zei hij. "Waarom zijn jullie hier?"

Barbenusa klom weer helemaal doorweekt de boot in. "Dat zou ik je best willen vertellen Bard, maar dan riskeer ik m'n leven met die dwergen daar." Bard lachte.

"Dwergen ja."

De boot was inmiddels klaar voor vertrek.

"Hé! Willen jullie nog mee of niet?" riep Bard. De dwergen keken op en na nog vijf minuten gezeur van Dwalin zaten ze eindelijk allemaal aan boord.

Het water waar ze over voeren was koud en er waren stukken ijs in te zien. De omgeving was mistig, en er waren veel rotsen die dankzij de mist pas te zien waren zodra je er bijna tegenaan knalde. Gelukkig leek Bard de weg wel goed te kennen. Bilbo en Barbenusa leunden naast elkaar op de rand van de boot.

"Ugh, ik heb echt genoeg van die meerman," mompelde Dwalin toen Bard weer tegen een opmerking van Thorin inging. Hij keek naar Bilbo. "Ik zeg dat we 'm overboord gooien. Dan zijn we d'r klaar mee." Bilbo schudde zuchtend zijn hoofd.

"Bard, zijn naam is Bard."

"Hoe weet je dat?" vroeg Bofur.

Bilbo dacht zogenaamd na. "Uhm.. ik vroeg het," zei hij sarcastisch.

Dwalin leunde mopperend op een ton. "Het maakt me niet uit hoe ie zichzelf noemt. Ik mag 'm niet."

"We hoeven hem niet aardig te vinden," onderbrak Balin hem. "We moeten hem gewoon betalen."

Barbenusa keek op. "Oh ja, ook dat nog."

"Kom op jongens, haal je zakken leeg," drong Balin aan. Dwalin keek nog chagrijniger.

"Hoe weten we dat hij ons niet gaat verraden?"

"Dat weten we niet," zei Thorin. Barbenusa voelde in haar zakken. Oh ja, dat had ze niet meer. Ze keek naar Bilbo die blijkbaar ook geen geld had.

"Eh.." begon Balin. "We hebben een klein probleempje. We komen tien munten tekort."

Barbenusa keek verschrikt naar Thorin, maar hij leek alles onder controle te hebben.

"Gloin. Kom op."

Gloin keek zo onschuldig mogelijk voor zich uit. "Kijk niet naar mij, ik ben straatarm geworden door deze onderneming. Wat heb ik gezien voor mijn investering? Niks dan ellende en verdriet en--"

Opeens stonden alle dwergen langzaam op met hun ogen allemaal op hetzelfde gericht. Barbenusa en Bilbo draaiden zich ook om.

"De Lonely Mountain.." fluisterde Barbenusa opgelucht.

Inderdaad, in de verte doemde Erebor op vanuit de mist. Gloin stopte met praten. "Zegen m'n baard.." Hij pakte zijn zak geld. "Neem alles," zei hij.

Barbenusa grinnikte en Bilbo kuchte. Bard kwam aanlopen.

"Geef het geld, snel," zei hij. Thorin weigerde.

"We betalen je als we onze spullen hebben, eerder niet."

Barbenusa zuchtte alsof ze zojuist de slechtste grap ter wereld hoorde.

"We kunnen hem ook gewoon vertrouwen of zo?"

"Als je je vrijheid liefhebt, doe dan wat ik zeg. Er zijn wakers daar."

Bard keek in de verte en Barbenusa deed hetzelfde. Een klein dorpje doemde op vanuit de mist. "Is dat Laketown?" vroeg Barbenusa fluisterend. Bard knikte.

"Aye. De mensen zijn er niet zo heel gastvrij, dus ik stel voor dat jullie goed naar me luisteren." Hij legde zijn hand op één van de tonnen.

"Oh niet alweer.." mopperde Dwalin. Bard keek naar Thorin.

"Als jullie hier in gaan kan ik jullie naar binnen smokkelen. Er is geen andere manier."

"Yay!" zei Barbenusa vrolijk en ze zwaaide naar Bilbo. "Die tonnen waren een goed idee, Bilbo."

Bilbo zwaaide vrolijk terug. Snel sprong Barbenusa alvast een ton in. "Waar wachten jullie op?" zei ze tegen de dwergen die nog steeds vol afschuw naar de tonnen stonden te kijken. Mopperend klommen ze uiteindelijk ook in de tonnen. Bard keek naar de tonnen.

"We hebben er maar veertien," zei hij. "En we hebben dertien dwergen, een mens en een hobbit."

Barbenusa keek over de rand van haar ton en zag dat Bilbo op zijn hoofd aan het krabben was. Ze keek naar de ruimte die zij nog had in haar ton en toen naar de ruimte die de dwergen nog hadden. Ze beet op haar lip toen ze zag dat de dwergen met hun logge lijf maar amper in de tonnen pasten.

"Hier pas je nog wel bij," fluisterde Barbenusa. Ze kwamen steeds dichter bij Laketown. Bilbo klom met enige moeite de ton in en nu zaten ze samen best wel krap, maar wel gezellig krap, in de ton.

---

Bard was gaan praten met een gastje aan de kade en Bilbo keek door een gat in de ton.

"Wat doet ie?" vroeg Dwalin, die Bard blijkbaar nog voor geen meter vertrouwde.

"Hij praat met iemand," antwoordde Bilbo fluisterend. "En hij.. wijst naar ons!"

Snel kwam hij met zijn hoofd achteruit en knalde keihard tegen Barbenusa's hoofd aan die vlak achter hem aan het meekijken was.

"AU VERD-"

"Sssh!!" siste de dwergen. Barbenusa wreef over haar neus.

"Sorry."

Bilbo keek weer verder door het gat. "En nu schudden ze handen!"

"Wat!?" siste Thorin kwaad vanuit zijn ton.

"De schurk," zei Dwalin. "Hij verraadt ons--"

Opeens hoorden ze voetstappen aankomen. Barbenusa en Bilbo ging in elkaar gedoken zitten en bereidden zich voor op het ergste. Plotseling voelde ze allemaal slijmerig zachte dingen op hun hoofd vallen. Tot Barbenusa's grote walgingen waren het dooie vissen.

"Gatver!!!!" fluisterde ze kwaad en ze hoorde de dwergen ook mompelen en kreunen. Al snel zaten ze gezellig helemaal onder de vissen. Barbenusa en Bilbo lagen met hun gezicht naar beneden en kregen het voor elkaar een beetje ruimte onder hen gezicht vrij te houden zodat die vissen niet de hele tijd tegen hun hoofd aan zaten geplakt. Zo te horen hadden de dwergen het er moeilijker mee. Vanuit iedere ton klonk wel gevloek. Bard trapte tegen één van de tonnen aan.

"Stil!" fluisterde hij. "We naderen de tolpoort."


Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.