Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Overige » De 100ste Hungergames » Hoofdstuk 5

De 100ste Hungergames

4 juli 2014 - 16:46

2168

0

186



Hoofdstuk 5

Als de volledige betekenis is doorgedrongen, leg ik heel voorzichtig het bedelarmbandje weg als of hij elk moment kan ontploffen. Ik ga lekker onder de dekens liggen en doe mijn ogen dicht. Ik moet morgen wel goed uitgerust zijn. Dan komen we immers aan in het Capitool. Het duurt zeker een uur voordat het me lukt om het visioen uit me geheugen te verbannen. Als ik in slaap val, is het zeker al twaalf uur. En de slaap brengt ook geen rust. Nachtmerries over mijn dierbaren die vermoordt worden en over de Spelen teisteren me in m’n slaap.

‘s Ochtends ben ik al om zeven uur wakker. Ik ben bezweet. Mijn laatste nachtmerrie was gelijk ook de ergste. Ik was weer in Draconia. Maar er liepen geen draken en mensen, maar wyverns en Onderworpenen. Ik werd naar het tempelplein gevoerd en daar moest ik kijken hoe al mijn vrienden gemarteld en vermoordt werden. En ik kon niets doen. Dat was nog wel het ergste. Ik stap uit bed en gooi m’n slaapkleren in een hoekje. Ik stap de douche in en druk, met mijn slaperige kop, op een paar knopjes. Eerste gebeurt er niets, maar als ik mijn hand weer naar het paneel brengen, begint het. Eerste vult de cabine zich met ijskoud water. Er komt paniek in me op. Ik mag dan zo goed kunnen vechten en zo veel te kunnen, maar ik heb nooit de kans en gelegenheid gehad om te leren zwemmen. Ik begin op de deurklink in te rammen, zo erg in paniek door het water. Blijkbaar heb ik ook op een knopje gedrukt waardoor de deur blokkeert, want ik krijg de deur op deze manier niet open. Het water komt nu al tot mijn schouders en ik roep snel mijn vleugels op zodat ik de drie meter hoge cabine kan opstijgen. Ik probeer wanhopig een uitweg te bedenken. Om hulp roepen zal niet helpen. Ik heb de badkamerdeur en de deur van mijn kamer op slot gedaan. Ik kan de deur niet mijn handen open krijgen. En het plafond is met geen mogelijk los te krijgen. Het enige wat ik dus kan doen, is het slopen van de cabine. Ik steek een hand omhoog en laat de witte energie uit mijn hand schieten, zodat die de gaten waar het water uitkomt afsluit. Mijn andere hand steek voor me uit, naar de deur. Ik laat de energie mijn hand omhullen. Als ik genoeg energie heb gezameld, schiet ik de energie af in een grote, ronde laserstraal. Als de deur wordt geraakt door mijn energie, klinkt er een harde knal. Het water stroomt snel de cabine uit en ik glip snel naar buiten. Daarna druk ik snel op wat knopjes, die ik nu eerste wat beter bekijk, en zorg er zo voor dat het water stopt met stromen. Ik haal opgelucht adem en laat mijn vleugels verdwijnen. Ik loop naar een van de vele badkamerkastjes en pak er een grote stapel doekjes uit. Ik loop er mee naar het natte gedeelte van de badkamer, wat ongeveer de helft is, en begin met schoonmaken. Ik ben zeker een halfuur verder als de hele badkamer weer droog is. Dan pas merk ik dat ik loop te bibberen van de kou en ik gris snel de handdoek van de wastafel. Ik wrijf mezelf snel droog en warm en loop dan mijn kamer in. Ik trek snel een spijkerbroek en een sweater aan. Ik draai de kamerdeur van het slot en loop met de slapende poesjes in mijn handen naar de woonkamer.

‘Goedemorgen Carter. Hoe is het?’ Ik loop net de eetkamer in, als Fabio naar me toe komt lopen. ‘Gaat wel. De douche probeerde me net te vermoorden en ik heb nauwelijks geslapen, maar voor de rest is alles oké.’ Fabio klopt me gniffelend op mijn schouder en loopt naar de tafel. Ik leg Pip en James in een grote, luie stoel en loop dan ook naar de tafel. Fabio loopt net naar de woonkamer met een vol bord en de anderen zijn er ook niet, dus ga ik er vanuit dat het een buffet is. Ik pak een bord en doe mijn best om de zwijgende en enge bediendes in hun pakken te negeren. Ze bezorgen me de kriebels. Ik leg een paar lekkere en voedzame dingen op mijn bord, pak een grote mok met warme muntthee en loop dan achter Fabio aan. Als ik in de woonkamer aankom zie ik dat ik de laatste ben. Alicia zit samen met Fabio te eten in een hoekje en Ewan en Liza zitten samen op de grote bank en lopen beleefd, met een gespannen sfeer, te kletsen. Als Ewan me opmerkt, staat hij op en rond zijn gesprek met Liza af. Dan loopt hij met een beker warme choco naar me toe. ‘Hoi.’ Hij gaat me een vriendelijke glimlach op zijn gezicht naast me staan en fluistert dan in mijn oor: ‘En, heb je de krachten van het bedeltje achterhaalt?’ Ik knik zachtjes en kijk dan aarzelend de kamer in, bang om Ewan iets te vertellen wat de andere niet mogen weten. Hij lijkt het haarscherp aan te voelen en neemt me mee naar een klein kamertje naast de woonkamer. Er staan twee stoelen en een laag tafeltje. Hij gaat zitten en als ik ook zit, is het eerste wat hij zegt: ‘Eet en drink maar eventjes’ terwijl hij me toeknikt. Ik kijk hem dankbaar aan en begin aan mijn ontbijt. Ik eet een paar dikke plakken brood en een stuk fruit. Ik eindig mijn ontbijt door op een croissant te knabbelen en kleine slokjes van mijn thee te drinken. Als ik mijn kopje op tafel zet, begin ik zachtjes en zelfs een beetje opgejaagd te praten. ‘Ewan’ zegt ik op een dringende toon. ‘Ik weet wat ik met het bedeltje kan… Ik kan met de vijf draken de krachten van de Bewakers nabootsen. Met de golf kan ik water beheersen en met de steen kan ik de aarde mijn wil opleggen, tenminste dat denk ik. En het laatste bedeltje. Ik weet wat ik er mee kan, maar ik weet niet of ik hem wel ga gebruiken. Je weet wat hij doet, hè?’ Ik heb er geen behoefte aan om in details te treden over het laatste hangertje en tot mijn opluchting knikt Ewan ernstig. ‘Ik weet inderdaad wat hij kan. Ik snap dat het je angst in boezemt, maar je moet hem wel bewaren. Misschien heb je er iets aan in de arena.’ Ik knik. Het is volkomen logisch wat Ewan zegt. Dan vervolgt hij zijn verhaal: ‘We komen straks aan in het Capitool. Ik heb even met Liza gepraat en ze heeft me verteld over de dingen die zullen volgen. Zoals je weet zullen we samen met je teammaat en zijn mentor trainen.’ Ik knik bevestigend. ‘De training zullen pas morgen beginnen. Eerst worden de teams voorgesteld aan het publiek in een zogenaamde Parade. Je krijgt een stylist toe gewezen. Ik hoop dat het een niet al te grote idioot is, maar als dat wel zo is, laat je dan niet voor gek zetten. Als hij je in een raar pak wilt hijsen, geef je hem maar een pets in zijn gezicht, begrepen?’ Ik glimlach, dat lijkt me wel wat. ‘Ga nu maar even wat anders aantrekken, Iets wat een beetje lijkt op de trainingskleding van thuis. Die outfit is neutraal genoeg.’ ‘Bedankt Ewan.’ Ik schenk hem een stralende glimlach en loop dan het kamertje uit.

Het is al een paar uur verder. Ik heb mezelf op advies van Ewan omgekleed en heb de rest van de tijd gelezen en met Pip en James getraind. Liza riep me een paar minuten geleden dat we er over een kwartier waren. Ik ben toen snel mijn spulletjes gaan pakken en nu sta ik, met een klein rugzakje en Pip en James, in een camouflage broek en een zwart T-shirt in de gang waardoor ik eindelijk weer zonlicht zal zien. Thuis was ik namelijk bijna altijd buiten als het mooi weer was en in dit ruimteschip voelde ik me behoorlijk opgesloten. Er klink een krakende stem door de speakers: ‘Wilt iedereen zich naar de uitgang begeven. Dan moet u gaan zitten en u zelf goed vastgespen, want over twee minuten zullen we door de dampkring van onze bestemming gaan.’ Al snel zitten we allemaal in een stoel met duizend en een gordels vastgemaakt. Ik heb Pip en James in twee kleine stoeltjes gezet en net als ik ze wil aaien om ze beetje te kalmeren begint het schip opeens heel erg te schudden. Ik krijg het gevoel als of ik in een blender ben gegooid en dat die blender nu aan is gezet. En even snel als het schudden begon is het nu plotseling opgehouden. ‘U mag uw gordels losmaken en het Capitool betreden’ klinkt het door de speakers. Ik ruk de gordels in een keer van mijn lichaam af en bevrijd snel Pip en James, die angstig lopen te piepen van schrik. Als ik ze heb losgemaakt, slinger ik mijn rugzakje op mijn rug en hijs de twee kleintjes op mijn schouders. Langzaam beginnen ze te kalmeren en ze nestelen zich tegen me aan. Ik kijk ze aan met een lach op mijn gezicht en loop dan samen met Ewan, Fabio, Alicia en Liza het ruimteschip uit. Ik kijk mijn ogen uit. We staan in een reusachtige hangar. Op het moment dat wij uit het schip stappen gaan er andere schepen open die tributen uitspuwen en landen er nog meer schepen. Er lopen twee vredesbewakers naar ons toe en leiden ons zwijgend door de menigte journalisten en fotografen heen. We lopen zeker tien minuten door het gebouw en onder het lopen voegen nog twee vredesbewakers zich bij ons. Als we bij een splitsing komen pakt een vredesbewaker me bij mijn arm en neemt me mee naar links en en van de andere neemt Alicia mee naar rechts. Ewan knikt me bemoedigend toe en loopt dan samen met Fabio en Liza met de overige twee bewakers mee. Mijn bewaker sleurt me door de gang en ik ruk boos mijn arm uit zijn greep en ga uitdagend naast hem lopen. Na nog vijf minuten lopen, wordt ik in een kamer geduwd en alleen gelaten. Ik kijk om me heen en vraag me zelf af wat ik moet doen. Als ik op het punt sta om de deur open te duwen klinkt er een stem door de kamer die zegt dat ik me zelf moet uit kleden en moet gaan liggen op de tafel.

Het is zeker drie uur later en nu pas is het apparaat met me klaar. Toen ik op de tafel moest gaan liggen begon er een bepaalde behandeling. Ik ben helemaal mooi gemaakt. Alle littekens van de training zijn verdwenen en dat soort dingen waarvan ik niet begrijp wat voor nut het had. De stem klinkt weer door de kamer en zegt dat mijn stylist, ene Finn, er elk moment kan zijn. Net als hij het gezegd heeft, wordt de deur open gegooid en als ik mijn stylist zie, voel ik me meteen beledigd. Finn is een jochie van een jaar of negen, met blond haar en bruine ogen, en aan zijn gezicht te zien een beetje knetter. Hij begint opgewonden te ratelen. ‘Hoi Carter, ik ben Finn, jouw stylist. Ik zie het al helemaal voor je. In een groot, afschuwelijke eng drakenpak en heel veel make-up. Wat zeg je er van. Nou, nou?’ Ik kijk hem met grote ogen aan en denk dan aan het advies van Ewan. Ik zucht, loop naar Finn toe en zeg; ‘Je mag nu weg gaan en een echte stylist sturen en als er geen meer zijn, mag je terug komen als het tijd is voor de Parade, oké?’Hij kijkt me boos aan en vraagt dan: ‘En wie doet dan jouw kleding?’ ‘Ik.’ En dan pak ik hem op onder mijn arm, doe de deur open en gooi hem de kamer uit.

Ik loop een paar uur later samen met Ewan naar de plek waar we moeten verzamelen, genaamd de Catacombe. Ewan is gelijk naar me toe gekomen toen hij het hoorde en heeft me geholpen met het bedenken van mijn outfit. Ik draag simpelweg dezelfde kleding als die toen ik aankwam. Ik heb een beetje gel in mijn haar gedaan. Ewan knikt naar me als teken dat ik hier, in het zicht, mijn outfit wel af mag maken. Ik laat mijn Oog geel oplichten en tover mijn harnas te voorschijn. Het is een wit harnas dat mijn benen, armen en borst beschermt. Ik draag witte, leren handschoenen zonder top en witte, stevige schoenen. Op de plekken waar het harnas buigzaam moet zijn, is er geen metaal maar gehard en wit leer zodat ik me soepel kan bewegen. Ik heb alleen mijn helm niet opgeroepen, zodat iedereen mijn gezicht kan zien. Ik laat mijn Oog blauw kleuren en roep twee witte vleugels op. Nu weet iedereen dat er een Draak in het spel zit...


Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.