Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » The Flash » Speed of darkness » • The sound of silence •

Speed of darkness

29 dec 2014 - 23:50

1230

3

319



• The sound of silence •

Bloed. Ik rook het voor ik het zag, voor ik de dubbele deuren naar het lab opengooide en naar binnen rende. Ik ging snel, zelfs naar mijn normen, en toen ik probeerde te remmen verloren de zolen van mijn sneakers hun grip en ging ik onderuit. Met een dreun kwam ik aan de andere kant van de kamer tegen de muur terecht.
Huiverend en hijgend bleef ik een seconde lang liggen. Mijn oren floten nog na van de knal toen ik door de geluidsmuur brak, de wrijving had mijn kleren ei zo na in brand gezet en mijn trui smeulde aan de zoom -geen tijd om mijn pak aan te trekken-, maar verder leek ik oké. Geen brandwonden, geen gebroken botten, geen tekenen van een hersenbloeding. Ik was duizelig en misselijk en mijn blikveld pulseerde telkens wanneer ik mijn hartslag in mijn slapen voelde bonzen, maar dat was te wijten aan de doodsangst die me ver voorbij mijn grenzen had geduwd.
Normaalgesproken hielden de sensoren in mijn beschermende pak nauwgezet mijn vitale functies in de gaten en had ik via de microfoon in het masker steeds de stem van Cisco in mijn oor. Hoe snel ik ook rende, hij en Caitlin waren altijd vlakbij, luid en wijsneuzig en vertrouwd. Rennen met alleen de gierende wind en het suizen van mijn hart was oorverdovend geweest. Het idee dat ik hen misschien nooit meer zou horen, dat die stilte permanent zou zijn...
De geur sloeg in mijn gezicht, warm en zwaar. Ik krabbelde overeind, duwde mezelf met mijn rug tegen de muur omhoog. Mijn schoenzolen waren nog steeds glibberig en nu besefte ik waarom ik was uitgegleden. De vloer van het lab zat onder het bloed.
Alles was kort en klein geslagen. Er waren geen lichamen, ik was alleen met wat er overbleef van Star Labs, maar dat stelde me niet gerust. De felle witte lampen in het plafond werkten niet, enkel de noodverlichting aan de muren wierp een spookachtig blauw licht over het tafereel waardoor het bloed bijna zwart afstak tegen de klinisch witte omgeving. Plassen, druppels, spetters, vegen, afdrukken... Zelfs zonder mijn kennis als forensisch onderzoeker kon ik de scène lezen alsof ik erbij was geweest.
Eerst Cisco, aan de tafel bij de computers. Hij ziet de aanval zelfs niet zien aankomen, te oordelen naar het druppelpatroon zit hij met zijn rug naar de deur toe en wordt hij door een projectiel met geweld voorover tegen de tafel gegooid. Twee monitors vallen op de grond aan diggelen. Hij is gewond, maar hij probeert toch op te staan. Een bloederige handafdruk op het tafelblad, zijn linkerhand. Hij gebruikt zijn rechter om het bloeden te stelpen. Hij duwt de stoel achteruit, de stoel valt om. Dan zakt hij in elkaar en blijft lang genoeg liggen om een angstaanjagend grote bloedplas te vormen onder de tafel.
De plas het dichtste bij mij, dat moet Dr. Wells geweest zijn. De invalide man maakt geen schijn van kans. Hij wordt frontaal getroffen van aan de andere kant van de ruimte, maar toch met zoveel kracht dat zijn elektrische rolstoel een meter achteruit schiet bij impact. Er is een waaiervormig spetterpatroon en vervolgens de donkere poel met de afdruk van de rolstoelbanden.
En bij de deur, Caitlin. Ze is niet op de vlucht, ze rent recht op het gevaar af, ziet Cisco die bloedend in elkaar zakt, vormt een open doelwit. Haar fenomenale brein moet wijken voor instinct en alles wat Caitlin wil is dat het ophoudt. Ze heeft geen wapens, geen metakrachten, geen enkele ervaring met dit soort gewetenloos geweld en toch rent ze naar de deur waar de aanvaller haar staat op te wachten. Ze wordt als een lappenpop tegen het metalen deurpost gegooid -een rode afdruk ter hoogte van haar achterhoofd- en dan wordt ook zij geraakt. Haar bloed vormt een plas voor de deur.
Caitlin. Briljante, koppige, gevoelige Caitlin. Het was haar bloed waar mijn sneakers over uitgleden, haar bloed kleverig en warm op mijn jeans, mijn handen, in mijn mond, mijn neus, mijn oren, mijn longen-
Warm. Het was nog warm. Het alarmsysteem van het lab was zes minuten geleden geactiveerd en had een noodoproep naar mijn gsm verzonden. Toen ik geen verbinding kreeg bij zowel Cisco, Caitlin en Wells wist ik dat het ernst was en had ik het op een lopen gezet. Dr. Wells kon het alarm activeren met een panic button onder de armleuning van zijn rolstoel en de zware stoel lag nu ondersteboven in het aanpalende kantoor, het frame verbogen en verfrommeld alsof het van aluminiumfolie was gemaakt. Het leek erop dat iemand de rolstoel dwars door de kamer had gegooid, door het verstevigde glas, tot tegen de achterwand van het kantoor.
Het glas knerpte onder mijn schoenzolen. Ik tastte blindelings onder de armleuning van de stoel, moest het verbogen metaal opzij wrikken tot ik de knop voelde. Hij was ingedrukt. Dat betekende dat Dr. Wells het alarm zelf geactiveerd had, en dat hij zes minuten geleden nog in leven was. Restte er enkel nog de vraag: waar waren de lichamen, en waar waren de aanvallers?
Bij een alarm werd het hele gebouw hermetisch afgesloten tot er iemand op een controlepaneel de veiligheidscode invoeren. Toen ik arriveerde waren alle deuren vergrendeld tot ik mijn code invoerde en ik deed er letterlijk een seconde over tussen de voordeur en het lab. Er was simpelweg niet genoeg tijd om drie ernstig gewonde personen te evacueren of te verbergen. Bovendien waren er nergens druppelsporen of aanwijzingen dat ze versleept waren. Het leek alsof ze waren opgegaan in rook...
Verslagen leunde ik tegen een ondersteboven gekeerd bureau en vouwde mijn handen over mijn achterhoofd, probeerde de withete paniek in mijn binnenste onder controle te houden. Ik was de snelste man ter wereld, maar wat had ik aan snelheid tegen een vijand die in het niets kon verdwijnen?


• • •


Ergens aan de andere kant van Central City schreeuwde Harrison Wells het uit van de pijn. Ondanks de koude metalen tafel waarop hij was vastgesnoerd gutste het zweet van zijn lijf. Hij tilde zijn hoofd op en zag de behendige vingers in de blauwe chirurgische handschoenen de laatste hechtingen aanbrengen in de rafelige wond in zijn onderbuik. Hij zag Cisco en Caitlin nergens. Als hen iets overkwam... Hij kon niet nog twee doden op zijn geweten hebben.
‘Mijn excuses voor het ongemak, Harrison,’ sprak de bekende stem. ‘Mijn partner is jong en onstuimig, dit was niet mijn bedoeling. Jij en ik, wij zijn mannen van een meer verfijnde smaak.’ De handen legden de naald neer en namen een ander instrument van een tafeltje: een simpele scalpel. ‘Je weet wat ik nodig heb. Gelukkig voor jou ben jij de enige die het mij kan bezorgen, dus ik kan je niet bedreigen met je leven. Ik kan je pijnigen, maar ik weet hoe koppig je bent en pijn alleen zal je niet breken. Maar laten we daarmee beginnen.’ Harrison voelde het koude staal tegen de top van zijn linkerwijsvinger, net onder de nagel.
‘En bedenk intussen,’ fluisterde de stem, ‘dat als ik mijn geduld verlies, ik deze technieken altijd kan toepassen op jongeheer Ramon en juffrouw Snow. Zij kunnen mij niks vertellen, maar misschien maakt het geluid van hun schreeuwen jouw tong wat losser. Ik zou het echter niet zover laten komen als ik jou was; met hun levens hoef ik niet zo voorzichtig te zijn.’
‘Val dood,’ siste Harrison Wells tussen zijn tanden.
De schreeuw weerkaatste eindeloos van de betegelde muren.


Reacties:


Krewella
Krewella zei op 1 jan 2015 - 11:23:
O - maar wauw. Je begint zo sterk en je hebt me gelijk in je greep en gewoon wauw. Ik ga gauw verder!


Pline
Pline zei op 30 dec 2014 - 23:52:
I agree with Kay... don't do this!


Kayley
Kayley zei op 29 dec 2014 - 23:58:
Ik wou echt heel het stuk voor de bolletjes enkel "nee" als mijn reactie zetten, maar, eh, ja. Toen kwam 't stuk na de bolletjes. En ze leven nog! Als Cisco dood gaat, huil ik mijn ogen uit hun kassen, geen grap.

Dit las heel vlot, ook al wILDE IK NIET, en het was heel goed geschreven, as usual, en toch: NEE.

You are going to ruin me and I'm allowing you to. :c