Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Harry Potter » The Seven Years of Magic » Waking up in lies of life.

The Seven Years of Magic

25 jan 2015 - 14:02

1160

0

212



Waking up in lies of life.

Excuses voor het ontzettend lange wachten! Loki's POV

Ik werd me bewust van een zacht bed, een warme dieken die over me heen lag en de zon die me verwarmde. Ik glimlachte zwakjes, dat was een fijn gevoel.
"Volgens is ze wakker, professor." Een onbekende stem klonk warm en zorgelijk.
"Mooi..." Die stem kende ik wel, Sneep.
Ik probeerde mijn ogen te openen, maar er zat iets voor. Ik taste met mijn handen en voelde een doek. Waarom zat er een doek voor mijn ogen?
"Je bent wakker." Het was geen vraag van de leraar toverdranken, eerder een constatering.
"Ja," mijn stem was niet meer dan een schor gefluister.
Twee handen hielpen me overeind zitten en begonnen voorzichtig het doek weg te halen.
Ik keek om me heen, ik kende de ruimte niet, maar besefte direct waar ik was, de ziekenzaal.
"Je hebt ons behoorlijk laten schrikken." Mijn afdelingshoofd zat op een stoel naast mijn bed en keek me fronsend, bijna beschuldigend aan.
"Sorry," ik keek naar mijn knieën, alles kwam met een klap van een kanonskogel terug, met moeite hield ik mezelf onder controle en dwong mezelf niet te gaan huilen, ik was geen zwakkeling!
"Wat is er gebeurd dat je opgesloten zat in een bezemkast?"
Shit, hij wist het, het kón niet anders!!!
"Ik weet niet, professor, of het wijs is om dat te vertellen..." Nu ik mijn stem weer normaal gebruikte verdween het schorre erin, maar luid sprak ik niet.
"Ik verzeker je, het blijft tussen ons."
"Dat denk ik niet professor."
"Hoezo niet?"
"Omdat..." Ik zweeg. Professor Sneep zuchte diep, "ik moet nu naar de les, ik kom later nog een keer bij je kijken. Probeer wat te eten." Hij stond op, legde even een hand op mijn schouder en vertrok.
Ik zakte terug in de kussens, waarom deed hij dit? Ik verdiende het niet om verzorgd te worden.
Madam Plijster, die ik alleen tijdens het eten had gezien, kwam vanuit haar kantoortje met een dienblad met eten.
"Ah, hij is al weg, prima. Juffrouw Lupos, ik heb hier je ontbijt, ik zou het graag zien dat je alles opeet." Ze klonk vriendelijk maar vast beraden.
Ik slikte een opkomende misselijkheid weg, eten...liever niet.
Maar ik knikte moedig en ging wat rechter op zitten, zodat het blad op mijn benen gezet kon worden. Een glas pompoensap, een kom muesli met yoghurt, drie sneetjes brood met kaas, jam en iets wat ik niet kende en een appel.
Madam Plijster had het blijkbaar druk want al snel vertrok ze weer. Ik pakte het glas drinken, dat wilde ik wel.
Daarna begon ik om me heen te kijken, zonder iets te zien. Ik was bang.
Bang voor wat komen ging zodra ik genezen was, bang voor mijn klasgenoten, bang voor elke schaduw en elke hoek. Bang op opgesloten te worden, bang voor een willekeurige spreuk.
Madam Plijster had blijkbaar niet naar mijn armen gekeken want daar waren de strepen die ik zelf had gemaakt nog redelijk vers, misschien drie dagen oud.
Ik sneed de appel in zes stukken.
Mijn hand trilde, nee!
Ik was nog niet aangevallen, dus nee!
Het mes lande op de grond.
Ik glimlachte, gelukt.
Een partje appel.
Een klop op de deur en professor Metler kwam binnen. Toen ze me gebroken zag zitten schudde ze haar hoofd.
"Hoe krijg je het voor elkaar?" Vroeg ze, ik keek vragend, "om precies in de drukke periode in de ziekenzaal te belanden?"
Drukke periode, daar hadden de leraren het al over gehad...shit ik zat midden in een toetsweek. Ik keek geschrokken en ze glimlachte.
"Je bent een behoorlijke tijd onder zeil geweest."
"Welke datum is het dan?"
"Veertien november."
"Wow..." Ik wist niet hoe ze het deed, maar ze stelde me volkomen op mijn gemak. Iets wat sinds de zomer niet meer was voorgekomen.
"Maar, daar wilde ik het niet over hebben. Lessen komen later wel."
"Waarover dan professor?"
"Over jou." Alarm! Ik keek geschrokken, Metler glimlachte warm, niet beschuldigend.
"Ik zou graag jouw versie van het verhaal willen horen hoe je in Merlijnsbaard in die bezemkast bent beland."
En ik vertelde haar over de les bezweringen, hoe we door het kasteel gelopen hadden en hoe we bij de beruchte kast waren aangekomen, hoe we gelachen hadden om de bezem. En vooral hoe ik erin werd geduwd, hoe ik er naar mijn weten vier dagen gezeten had.
"Schat, dat waren geen vier dagen, dat was een week."
Ik keek op, zolang...
"Dit incedent, he..." Metler klonk bedachtzaam, "het is niet de eerste keer, dat ze je zoiets aandoen?" Metler had blijkbaar mensenkennis. Wat kon ik anders dan naar mijn vergeten ontbijt kijken en knikken.
Ik hoorde hoe ze diep zuchte en vertrok. Blijkbaar vond ze me nu net als iedereen waardeloos stuk verdriet. En lusteloos at ik nog een stukje appel.

Twee weken later.
"Dus..." Ik aarzelde, "ik ben genezen?"
Madame Plijster knikte en keek me zorgelijk aan, ze wist niet waarom ik zo opzag om me weer in het kasteel te begeven. Noch Sneep, noch Metler waren sinds die dag langs geweest. Net zo min als een van mijn andere klasgenoten.
Nu liep ze met me mee naar de deur, hield die voor me open en liet me eruit. Onwillekeurig keek ik om me heen, niemand te zien en ik begon rustig, uitstellend naar beneden te lopen. De ziekenzaal zat op de zesde verdieping en dus had ik zeven trappen om te lopen.
Bij de vijfde verdieping kwam ik de conciërge tegen die me vriendelijk vroeg hoe het met me ging.
"Och, nadat u me uit de bezemkast gered had, waardeloos, maar nu wat dat betreft uitstekend. Bedankt." Ik bleef zakelijk en nadat hij gedag had gezegd liep ik rustig door. De schilderijen bekijkend, een poes van een student aaiend. Nee haast had ik voor geen goud. Het was schemerig buiten, geen van de lokalen werd gebruikt, dus ik schatte dat iedereen in de Grote Zaal zat te eten.
Boven aan de marmeren trap, een uur nadat ik de ziekenboeg had verlaten aarzelde ik, wat zou ik doen, ik had geen zin om überhaupt onder de mensen te komen, en tegelijkertijd had ik er ook weer wel zin in. Uiteindelijk besloot ik toch naar de Grote Zaal te gaan, ik wist het wachtwoord van nu niet.
Ik wist, gelukkig, onopgemerkt aan de Zwadderich tafel plaats te nemen. En schepte op.

Het avondeten duurde vaak lang, heel lang.
Ik vertrok met de laatste twee zevende jaars naar beneden en liep op een afstand van twee meter. Af en toe keek een van hen om, niet pesterig, maar vriendelijk.
Bij het de ingang van ons huis bleven ze op me wachten, "hoi, ik ben Jamie en dit is Walter. Jij bent een eerstejaars toch?" Ze klonken eerder nieuwsgierig dan aanvallend.
"Ja, klopt, jullie toch zevendejaars?" Beiden bevestigden dat, "zeg," begon Jamie, "meestal zitten de eerstejaars allemaal bij elkaar, waarom jij niet?"
"Ik hoor er niet bij, niet dat ik het zou willen...maar goed." ik klonk verbeten, en besefte dat ik de waarheid sprak. Jamie keek medelijdend en zei het wachtwoord (Tovertong) en ging Walter en mij voor de leerlingenkamer in. Beiden zeiden gedag en liepen naar hun vrienden. Ik keek even om me heen en zag mijn slaapzaal 'maatjes' druk in gesprek en dus glipte ik de trap naar de meiden slaapzaal op.
Mijn leven als muurbloempje tegemoet.


Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.