Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Harry Potter » I've Come To Burn Your Kingdom Down » ix.

I've Come To Burn Your Kingdom Down

23 feb 2015 - 12:47

2205

4

372



ix.

Ze sliepen dwars door het ontbijt en de hele ochtend heen. Om een uur werd Harry even wakker met een kurkdroge keel, maar na een aantal slokken water legde hij zich neer en nog voor zijn hoofd het kussen raakte, was hij weer in slaap gevallen. Pas om drie uur sleepten hij en Ron zich uit bed. Hun kleren, die ze niet hadden ingewisseld voor een pyjama de avond voordien, kleefde aan hun huid door oud en nieuw zweet. De gangen waren uitgestorven toen ze, bedhaar en al, de overloop over stommelden en de badkamer voor zichzelf opeisten.
Uiteindelijk was het half vier toen ze de woonkamer in stapten. Ze werden ontvangen met een applausje, grappen werden naar hun hoofden geslingerd en de Hydra reikte hen papieren zakken aan waarop hun namen in glitterpen en viltstift getekend waren.
“Opschieten, we moeten over een uur in De Drie Bezemstelen staan,” sprak het middelste meisje, Katja, hen toe. Het was fijn te weten wat namen betekenden nu, maar Hydra was makkelijk geweest te raden. Alicia, Angelique en Katja leken een Siamese drieling, ze gingen overal samen heen, volgden dezelfde lessen en sliepen zelfs met z’n drieën op één kamer. Driekoppig monster dus.
Harry ging bij Belinda en Parvati zitten en haalde een papieren bekertje uit de zak en slurpte de ondertussen koud geworden koffie. Er zat ook een boterham met pindakaas in maar zijn maag zou nog liever uit zijn buik springen dan dat te verteren, dus die schoof hij door naar Ron, die ondanks zijn kater alles naar binnen kreeg.
“Wa waan we woen?” vroeg die en aangezien Percy net op dat moment binnenkwam, kreeg hij een hele preek over tafelmanieren bij zijn ontbijt in plaats van een antwoord.
De Griffoendors waren indrukwekkend in groep. Het vurige rood van hun truien zorgde ervoor dat men hen al van ver zag aankomen. Dertig paar voeten vielen in ritme met elkaar en dertig stemmen vormden samen een lawaai van jewelste. Harry was Ron verloren aan diens grotere broer, Percy, dus ging hij maar bij de andere Wemels lopen. Fred en George leken enorm in hun nopjes toe te kijken hoe hun jongere broer aan het lijden was.
“Gaan jullie ‘m nog redden vandaag?” vroeg Harry met een grijns die hij écht niet van zijn gezicht kreeg.
“Harry, wat denk jij nou?”
“Ja, precies, wat een gekke gedachten heb jij allemaal in je kop.”
Hun eerste stop was het studentenonthaal. Hij was al helemaal vergeten dat ze hun maten hadden moeten opgeven de week ervoor en dat er nu een stapel truien op hen lag te wachten. Hetzelfde rood als alle andere Griffoendors, het zij iets minder uitgewassen, met het logo van Zweinstein op de voorkant, de leeuw van Griffoendor op de achterkant.
Hij zag dat ‘Smurf’ in drukletters boven de leeuw stond.
Zijn eigen trui. Hij trok hem meteen aan en voelde zich voor het eerst een volwaardig deel van de groep in plaats van iemand die er maar wat bij liep, hartjes in de ogen omdat hij hen allemaal zo cool vond. Hij had nog nooit zoveel mensen ontmoet die hij absoluut, onvoorwaardelijk leuk vond. Hopelijk vonden zij dat ook van hem.
De tweede stop was De Blije Theemuts, waar ze gelukkig niets anders kwamen halen dan Dobby zelf, die- wat? Hij droeg eveneens een Griffoendortrui. Op zijn rug stond ‘Huiself’.
Wat?
“Ik ging hier zelf ook ooit naar school,” zei Dobby, gniffelend om de uitdrukking van opperste verwarring op Harry’s gezicht. “Twintig jaar geleden, ondertussen. Heeft James je dat niet verteld?”
Hij kon zich wel voor zijn kop slaan zo’n deel van zijn vaders verhalen vergeten te zijn. Waarom onthield hij enkel het ergste? Daaraan werd hij herinnerd toen ze in de Drie Bezemstelen aankwamen en naar de kelder gebracht werden. Toen de lampen eindelijk aansprongen, verlichtten ze twee lange tafels waaraan banken stonden, een bar met een tap voor vaten bier, maar ook een enorme verzameling aan foto’s en ingehouwen in de muur zat een glazen kast vol trofeeën.
“Dus zo kennen jullie de Marauders,” mompelde Harry toen Fred en George hem wezen waar hij zijn vader en de andere drie kon vinden – ze hadden minstens dertien records verbroken. “Wow.”
Jaren had hij naar hun verhalen geluisterd met een zeker scepticisme. Als je het zo hoorde, zou je denken dat ze onmogelijk op die school hadden mogen blijven, dat ze hun boeltje hadden mogen pakken en vertrekken, maar hier stond het bewijs dat ze altijd de waarheid hadden gesproken, volledig behalve een paar details misschien.
Zijn vingers rustten onder een vergeelde foto van James en Sirius die een standbeeld van een zwijn hadden aangekleed in een groene slip en hem voor het huis van Zwadderich gingen leggen. Dat ze ermee weg waren gekomen een stuk van de zwijnenpoort af te breken, kon Harry maar niet vatten. Hoezo werden hun criminele daden niet gestraft?
“Cool hè?” Harry kreeg een hartverzakking toen de stem van zijn vader plots achter hem klonk. Toen hij zich omdraaide, stond zijn vader er ook werkelijk. James, in al zijn grijnzende, kattenkwaadachtige glorie. “Hoe gaat ‘ie?”
“Pa, wat doe jij hier?” Hij knuffelde zijn vader kort, zijn oren en zijn hals rood van schaamte, alsof zijn gevoelens op zijn gezicht te lezen stonden. Zijn vader wist niet hoe zijn zoon werkelijk over hem dacht. “Ik heb jullie toch laten weten dat ik morgen pas naar huis kom?”
“Uhuh. Maar het is ontgroeningscantus, daar mogen oudleden bij zijn! Sirius is onderweg en – aha, daar zul je Remus en Peter hebben.” En inderdaad, de twee mannen bukten zich op dat moment door de deur en werden hartelijk ontvangen door Fred en George Wemel, die vergezeld werden door… Nog meer Wemels?
Harry moest gaan zitten, want alles begon hem te duizelen.

Bill Wemel was even lang en mager als Percy, maar met een aangenamere persoonlijkheid: hij praatte veel minder, glimlachte meer, en zijn stem hield een wijsheid die hij in het buitenland verworven had. Hij was een journalist en reisde naar oorlogsgebieden om verslag uit te brengen. Zijn lange, rode haar was samengebonden met een stuk leer en door zijn oor zat een koolzwarte, krullerige oorbel die zijn oorlel uitstrekte.
Charlie Wemel leerde hij heel wat beter kennen. Oorspronkelijk, toen Ron hem kwam vertellen dat zijn broer Charlie ook homo was en wel eens met hem wou praten als hij daar behoefte aan had, had hij nogmaals doodsangsten uitgestaan. Om één of andere reden was hij vergeten dat hij dat iedereen verteld had, verzwolgen door nog meer herinneringen en begraven onder zijn dronkenheid, maar niemand had het erg gevonden. En dat wilde niet zeggen dat zijn vader erachter moest komen. Hij werd vast bezig gehouden.
Dus had Harry gezegd dat hij daar misschien wel wat aan had.
Een uurtje later trok de betreffende Wemel hem zachtjes aan zijn elleboog van de bank en een zijkamertje in, waar flessen drank koel gehouden werden.
Charlie was ongeveer even langs als Harry, met rood haar dat tot op zijn schouders kwam en spieren die door het stof van zijn kleren bolden. Zijn handen waren ruw met eelt maar zachtaardig bij elke aanraking tegen zijn arm, die warme tintelingen onder zijn huid stuurde. Bruine ogen fonkelden in het licht van de tl-lampen.
“Proficiat.” Zijn stem was zwaarder dan Harry verwacht had, nog dieper dan die van Bill. “Was het makkelijk om het die bende idioten te vertellen?”
Harry haalde zijn schouder op en grijnsde. “Ik was dronken. Als ik nuchter was geweest vast niet.”
“Ah, ja, alcohol maakt de lippen los.” Charlie hees zich op een diepvries en klopte op het plekje naast hem. Toen Harry ook zat, raakten hun knieën elkaar aan. “En dat was de eerste keer dat je het iemand vertelde?”
Hij knikte.
“Ik denk dat het best is als jij vragen stelt, want ik wil je niet ongemakkelijk maken.”
Harry kauwde even op de binnenkant van zijn wang. In theorie had het een goed idee geleken, maar nu hij effectief naast Charlie zat, wist hij niet goed of hij er wel over wilde praten. Maar, bedacht hij zich, ik moet het gewoon worden hierover te praten. Anders blijft het een geheim.
“Hoe wist jij het?” vroeg hij daarom, want dat was het veiligste om mee te beginnen. Dan hoefde hij nog heel even niet over zichzelf te praten.
Charlie kreeg een glimlach op zijn gezicht. “Ik werd verliefd op mijn beste vriend. Ik heb het hem niet verteld en na de middelbare school groeiden we uit elkaar door de afstand. Maar ik had nog nooit zoiets voor iemand gevoeld, en nadien merkte ik dat ik enkel aangetrokken werd tot jongens. Dan is ’t wel heel duidelijk.”
Harry wrong zijn handen samen in zijn schoot. “Ik… Toen ik zeven was, kuste een jongen uit het zesde jaar mij. En… En toen zag mijn neef dat, en hij heeft het jaren tegen me gebruikt. Zei dat hij het iedereen ging vertellen als ik niet deed wat hij wou, dat hij het mijn ouders zou vertellen en dat ik dan op straat geschopt zou worden…”
Charlie’s warme hand klemde om de holte van zijn elleboog. “Zouden je ouders dat echt doen?”
“G-geen idee. Misschien niet, maar ik weet niet of ze het oké zouden vinden.”
“En die neef, heb je daar nog steeds last van?”
Terwijl Harry erover na dacht, kon hij de grip die Dirk heel zijn leven op hem had gehad voelen loskomen. Niet alleen had hij het voor zichzelf geaccepteerd, maar hij kende nu ook mensen die hem er niet minder tof om vonden. Een glimlach vormde zich, warmte vulde zijn ledematen. “Ik denk niet dat hij me er nog mee kan kwetsen.”
“Goed. Dat is goed om te horen!” Charlie kneep hem even in zijn arm voor hij zijn hand weer terugtrok en Harry miste meteen de warmte. “Dus sinds die ene onschuldige kus toen je zeven was, heb je nog meer ervaringen waaruit je je geaardheid hebt afgeleid?”
De warmte sloeg naar zijn gezicht. “Eh, niet- niet echt? Het voelde gewoon… alsof het zo was, weet je? En ik vind jongens veel mooier dan meisjes, is dat genoeg?”
“Dat kan genoeg zijn. Heb je al eens wat met meisjes geprobeerd?”
“Ja, er was wel iemand. Een meisje dat ik in de bibliotheek altijd zag.” Harry had al in jaren niet meer aan Loena Leeflang gedacht, terwijl zij waarschijnlijk de persoon was die hem het dichtst bij vriendschap had gebracht tot Ron. “We hebben wel eens gezoend, maar dat was niet speciaal. Voor haar ook niet, trouwens, of dat zei ze toch.”
“En je hebt niets meer gedaan met jongens sinds…?”
Harry beet op zijn lip en knikte. “Is dat erg?”
Charlie lachte zachtjes, maar niet gemeen, niet uitlachend. Die toon kende Harry ondertussen wel. Niets aan de jongen naast hem sprak van kwaadaardigheid. In tegendeel, hij was waarschijnlijk de aardigste man die hij al ontmoet had, behalve Remus misschien. “Maar ik raad je wel aan een beetje meer te experimenteren. Ik geloof je als je zegt dat je homoseksueel bent, maar het kan goed zijn dat je plots een meid tegenkomt die je hart op hol brengt, en dat zou verwarrend kunnen worden als je je niet openstelt tot de mogelijkheid dat je geaardheid nog niet 100% vast staat.”
“Ik ben nog nooit echt verliefd geweest. Is dat normaal?”
“Kan gebeuren. Het kan zijn dat je pas zo’n gevoelens krijgt als je iemand heel goed kent. Of je bent de juiste personen nog niet tegengekomen. Dus maak je er niet te druk over, als het komt dan komt het.”
Er viel een stilte. De diepvriezer onder hen en de koelkasten om hen heen zoemden zachtjes. Hij had de ijzige kou van de ruimte goed buiten kunnen sluiten door de jongen naast hem, die warmte van zich leek af te stralen, maar nu voelde hij de rillingen over zijn ruggengraat naar beneden schaatsen.
“Laten we teruggaan, tenzij-“
“Wacht. Ik- Denk je dat ik een jongen zou moeten kussen? Om… Om het zeker te weten?”
“Als jij denkt dat dat je helpt. Maar wie zou je…”
Harry haalde zijn schouders op en bleef naar beneden kijken, naar de knokels die wit zagen van de druk die zijn vingers tegen elkaar zetten. “Kweenie.”
“Harry, kijk naar me.” Zijn hart zakte zijn schoenen in, maar hij keek omhoog, liet zijn blik in die van Charlie haken. “Wil je dat ik…”
De kleinste beweging van zijn hoofd mogelijk, nauwelijks een “ja”, eerder een “misschien?”, maar het was genoeg. Charlie Wemel was vuur op zijn lippen en warmte in zijn lijf, vingertippen die door zijn trui leken te branden, een eindeloos moment verenigd tot-
“Hey, ik dacht dat ik je type niet was.” Fred stond in de deuropening, lege flessen wodka in zijn handen. “Dat kwetst me echt, Smurf.”
Harry struikelde bijna over zijn eigen voeten in zijn haast om van Charlie weg te springen, te doen alsof er niets gebeurd was en dat Fred waanbeelden had gezien, maar de kus zinderde nog na, sloeg door zijn hoofd als een luide kerkklok, het galmen van zwaar brons.
“We gaan beginnen. Jullie kunnen later wel verder ‘praten’,” zei hij en duidde met zijn vingers aanhalingstekens aan. “Maar iets zegt me dat onze Potter hier helemaal geen problemen met zijn geaardheid meer heeft.”
Tegen de tijd dat hij weer op de oncomfortabele bank zat, naast Ron, wist Harry het zeker: zoiets kon hij enkel met jongens voelen. En toen hij na al het gezang en gedrink Bill en Charlie uit ging zwaaien, zorgde hij ervoor dat hij wel 200% zeker was.


Reacties:


Bodine
Bodine zei op 7 juni 2015 - 23:52:
How classic, haha. Maar niet nu een hele affaire gaan schrijven hoor, want Draco. :3

Dilemma: ga ik nu helemaal bijlezen of ga ik slapen?


Krewella
Krewella zei op 4 maart 2015 - 8:35:
Aaaaa op de 1 of andere manier.vond ik Charlie en Harry echt cute, haha. Maar Charlie is al vrij oud toch?
Sorry dat ik zo sloom bijlees, maar druk en zo. Het volgende hoofdstuk doe ik vanavond terug in de trein ^^


narcissa
narcissa zei op 27 feb 2015 - 19:56:
Oe Harry heeft met Loena gezoent dat vind ik wel leik. Jouw hoofdstukken zorgen er voor dat je altijd met een lach op je gezicht leest. Zo leuk zijn ze.


xjeszell
xjeszell zei op 26 feb 2015 - 23:41:
Ik vergeet steeds te reageren want dan denk ik ja ik wil quoten maar dan zit ik op m'n telefoon en aaaargj sorry Kay ily.
GOSH DIT IS ZO LEUK, en en aw en.
Oké. Je houd een fatsoenlijke reactie van me te goed waarin ik dingen quote. :'))