Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Tokio Hotel » 1942 | Vampire Diaries » 02 Mystic Falls

1942 | Vampire Diaries

27 feb 2015 - 17:28

2150

6

430



02 Mystic Falls

Ze wilde schreeuwen. Gillen. Haar vader vertellen dat hij op moest staan, weg moest rennen en niet achterom moest kijken. Ze wilde haar moeder vinden, haar hetzelfde zeggen en vervolgens samen met haar broertje naar huis gaan alsof er niets was gebeurd. Alsof ze niet oog in oog stonden met een wolf, alsof ze nooit hun dolk hoefden te gebruiken en alsof ze geen kans op doodgaan hadden.
Ze wilde gewoon weer verder leven.
‘Casey…’ stamelde Mason, zijn ogen gefixeerd op het beest enkele meters voor hen.
‘Niet bewegen,’ fluisterde het meisje terug. ‘Misschien gaat het weg.’
Het dier gromde laag, deed een paar passen naar voren en hief zijn kop. Het licht van de volle maan liet zijn ogen glinsteren en Casey voelde hoe haar hartslag steeg. Ze klemde haar vingers steviger om de dolk, zette zich schrap om aan te vallen.
Het was nu of nooit.
Met een luide kreet stak ze de dolk naar voren en sprong ze op het dier af. De metalen punt doorboorde de dikke huid van het beest en grommend haalde het naar haar uit. Ze kon zijn klauwen net op tijd ontwijken, maar was niet snel genoeg voor zijn vlijmscherpe tanden. In één snelle beweging klemde het dier zijn kaken om haar linkerbeen en een helse pijn schoot door haar lichaam. Gillend liet ze zich op de grond vallen en hoe verder het beest zijn tanden in haar vlees zette, hoe harder ze schreeuwde. Bloed kleefde aan de witte vacht en de hoeveelheid dat uit haar wond gutste maakte haar misselijk. De wereld om haar heen begon lichtjes te draaien en net op het moment dat ze het gevoel had haar bewustzijn te verliezen, boorde een tweede metalen punt zich in het dier, ditmaal in zijn kop. De wolf jankte luid en probeerde Mason te bijten – maar de jongen was snel. Behendig sprong hij opzij en gaf hij het dier een krachtige trap, waardoor deze omviel en Cassidy’s dolk zo nog verder in zijn huid verdween. Het dier krijste, gromde, jankte – en zweeg. De gele glinstering verdween en dof staarden de ogen voor zich uit, terwijl het bloed in straaltjes vanuit zijn kop en borst naar beneden sijpelde. Samen vormde het een grote, rode plas en na enkele seconden stopte het dier met bewegen.
Het was dood.
‘Cassidy!’ Mason snelde naar zijn zus toe, knielde naast haar neer en bekeek de wond op haar been. Een diepe frons sierde zijn voorhoofd en vechtend tegen zijn tranen scheurde hij zonder na te denken zijn rechtermouw af. Snel rolde hij de donkere stof op en bond het om de diepe wond, terwijl hij het gehuil van zijn zus probeerde te sussen.
‘Stil maar, het geneest wel. Het komt goed.’
‘Mason… vader –’ De jongen trok het laatste beetje stof strak aan, waarna hij zich omdraaide en naar het roeloze lichaam van hun vader snelde. Hij lag er onnatuurlijk bij, bedekt met modder en bloed.
‘Vader? Vader! Kunt u me horen?’ schreeuwde de jongen met overslaande stem, terwijl hij bij de man neerknielde en zijn arm onder diens hoofd legde. Huilend tilde hij zijn gezicht op, waarna hij twee vingers in zijn nek legde. Een zwak, bonkend spiertje tikte tegen zijn vingertoppen aan en Mason haalde opgelucht adem.
‘Hij heeft een zwakke hartslag, maar hij kan het overleven! We moeten nu naar mevrouw Gilbert.’ De jongen kroop achter het lichaam van zijn vader, tilde deze aan zijn oksels omhoog en haakte vervolgens zijn arm onder de mans knieholtes. Zijn vader was zwaar, maar Mason merkte er nauwelijks wat van. Hij moest en zal zijn vader redden, het was zijn plicht.
‘Ga, ga snel! Ik red me wel.’
‘Nee! Ik laat je hier niet alleen achter, als er nog een wolf is -’ Cassidy schudde driftig haar hoofd, waarna ze zowel haar dolk als die van Mason uit het dier trok. Het kleverige bloed kleurde beide lemmeten rood en vastberaden stak ze deze naar haar broer op.
‘Ga. Ik red me wel.’ Mason bleef nog even twijfelend staan, maar na een tweede blik van zijn zus besloot hij naar haar te luisteren. De jongen verstevigde zijn grip om zijn vaders lichaam en begon te rennen, zo hard als hij kon. Na enkele seconden was hij uit het zicht verdwenen en vastberaden probeerde Cassidy op te staan. Met haar linkerhand greep ze één van de laaghangende takken vast en trok ze zichzelf omhoog, terwijl de pijn in haar been door haar hele lichaam schoot. Het stak verschrikkelijk erg en een golf van misselijkheid trok door haar lichaam, maar ze negeerde het en zette door. Want ook al hadden ze hun vader gevonden – hun moeder was nog ergens daarbuiten.
En ze moést haar vinden, al was dat het laatste wat ze deed.


‘Alstublieft, doe open! Ik heb u hulp nodig!’ Met veel moeite bonkte de jongen op de massieve, mahoniehouten deur van zijn buurvrouw terwijl hij hijgend zijn vader probeerde vast te houden. Hij voelde hoe de spieren in zijn armen en benen verzuurden, maar beet door de pijn heen. Hij moest wel. Voor zijn vader, zijn moeder en voor zijn zus.
‘Alstublieft, mevrouw Gilbert! Het is Mason en mijn vader heeft uw hulp nodig! Doet u dan toch open, alstublieft!’ Paniekerig ging hij door met op de deur bonken en na enkele minuten hoorde hij dan eindelijk het verlossende geluid van sloten die werden geopend en een schuif die voor de deur werd weggehaald. Een klikkend geluid weerklonk, waarna de deur openvloog en de jongen oog in oog stond met een lange, beeldschone vrouw die hem bezorgd aankeek. Haar bruine ogen waren waterig en haar lange, donkere haar werd bij elkaar gehouden door een bruine klem.
‘O mijn hemel – Mason! Wat is er gebeurd?’
‘Ik, ik,… het is vader, hij –’
‘Rustig maar, het komt goed. Snel, leg hem maar op de bank.’ De vrouw stapte opzij en dankbaar wilde Mason naar binnen stappen – maar hij kon het niet. Net op het moment dat hij zijn voet over de drempel had gezet en zijn vader naar binnen wilde tillen, leek het alsof hij door een onzichtbare muur weer teruggedrongen. Alsof hij niet naar binnen mócht.
Althans, niet met zijn vader.
‘Wat gebeurt er? Ik – mevrouw Gilbert, wat heeft u gedaan?’ Paniekerig keek hij de vrouw aan en ze staarde geschokt terug. Haar bruine ogen vlogen van hem naar zijn vader en terug en angstig legde ze haar hand voor haar mond.
‘Mason…’
‘Wat, mevrouw Gilbert? Waarom kan ik niet naar binnen?’ Hij keek haar smekend aan en opnieuw schudde ze haar hoofd, terwijl ze dichter naar hem toe liep. Mason voelde hoe zijn ademhaling en hartslag versnelden en paniekerig keek hij haar aan, smeekte hij haar met zijn ogen om hem te helpen. Om zijn vader te helpen.
‘Het is de Verandering,’ fluisterde de vrouw vervolgens, waarna ze haar hand op het hoofd van de man legde en haar ogen sloot. ‘Mason, hij is aan het veranderen. Misschien is het zelf al te laat...’
‘Veranderen? Waar heeft u het in hemelsnaam over? Hij is gewond, hij moet worden geholpen, hij –’
‘Je moet hem doden.’ Geschokt deed de jongen een stap terug en met grote ogen keek hij haar aan. Tranen rolden langzaam over haar wangen en hij kon de pijn in haar ogen zien, maar de angst in zijn binnenste nam het over en opnieuw zette hij een stap naar achteren.
‘U bent… ik kan niet –’
‘Mason, je moet wel. Je hebt geen keuze. Hij is niet te genezen. Over enkele seconden zal hij wakker worden en zal hij zich voeden… als hij dat niet al gedaan heeft. Je moet hem doden. Anders doe ik het.’
‘Nee! Blijf bij me uit de buurt! U bent gek, gek zeg ik je!’ schreeuwde de jongen, waarna hij bij haar deur wegrende en zich enkele meters verderop in het gras liet zakken. Hij legde zijn vader op zijn rug naast hem neer en begon te huilen, te smeken, te schreeuwen.
Hij wilde zijn vader niet kwijt. Hij wilde het niet, hij kon het niet – waar had de vrouw het in godsnaam over? Zijn eigen vader vermoorden? Ze was gek geworden, gestoord, ze was-
‘Je moet het doen.’
‘Nee, ga weg, alsjeblieft… Ik kan niet, ik wil niet…’
‘Mason. Er is geen tijd, je moet het nú doen. Anders doe ik het.’
‘Nee!’ Met een snelle beweging haalde hij naar haar uit, waarbij hij zijn hand opensneed aan de scherpe, bruine staak die ze vasthield. Hijgend staarde hij naar het bloed dat uit de snee sijpelde en stilletjes knielde de vrouw naast hem en zijn vader neer, waarna ze een arm om zijn schouders sloeg. Hij wilde haar meteen wegduwen, vervloeken, tegen haar schreeuwen – maar hij deed het niet.
Hij kon het niet meer.
‘Jouw vader is in aanraking gekomen met één van de meest duistere en donkerste wezens op aarde. Ik weet niet hoe of waarom, maar hij heeft het bloed van dit wezen in zijn systeem gekregen en is toen gestorven. Vermoord, waarschijnlijk, door het wezen zelf. En nu, als hij bijkomt, zal hij zich binnen vierentwintig uur moeten voeden met menselijk bloed. Zodra hij dat doet, veranderd hij in een monster en dat is gewoon té gevaarlijk. Als we pech hebben is dat zelfs al gebeurd en dan is het een kwestie van tijd totdat hij…’ Ze zuchtte, schudde haar hoofd en trok de jongen nog iets dichter tegen zich aan. ‘Daarom, Mason, moeten we hem uit zijn lijden verlossen. Het spijt me.’ Ze trok de jongen nog dichter tegen zich aan en gaf hem de staak, waarna ze haar tranen wegveegde. Gebroken staarde de jongen naar wapen dat in zijn hand lag, naar de gesloten ogen van zijn vader en naar het bloed dat uit zijn eigen hand sijpelde. Hij snapte het niet, begreep het niet, was bang en boos tegelijk – maar de toon waarop de vrouw tegen hem sprak deed iets met hem. Alsof ze het hem al eerder had verteld, alsof hij het al wist maar het was vergeten. Zijn gedachten vervaagden en een waas schoof voor zijn ogen, liet hem op zijn onderlip bijten.
Nee, nee, nee. Dat kan niet.
Diep van binnen wist hij dat ze gelijk had.
‘Maar als hij… wat als hij geen – wat als hij zich niet voedt?’
‘Dan zal hij sterven door uitdroging, tenzij de Verandering al heeft plaatsgevonden.’ Geschokt keek hij haar aan en ze schudde snikkend haar hoofd.
‘Het is tijd, Mason. Doe het nu.’ Huilend boog de jongen zich over zijn vaders lichaam heen, negeerde al zijn spieren die het uitschreeuwden van de pijn en legde zijn hand op diens voorhoofd.
‘Ik hou van u, vader. Ik zal altijd van u houden. Het spijt me zo, ik moet… ik heb geen keuze. De dagboeken.. Vader, ik-‘
‘Nu, Mason.’ De jongen begon nog harder te huilen en hief de staak, waarna hij het recht door het hart van zijn vader boorde. Hij voelde hoe zijn eigen hart aan stukken werd gereten en hoorde hoe zijn vader diens laatste adem uitblies. Met bloeddoorlopen ogen keek hij naar de staak dat rechtop in zijn vaders borstkas stond, waarna hij begon te schreeuwen. Harder, harder, steeds harder en krijsend probeerde hij zich uit de armen van mevrouw Gilbert te worstelen, die hem had vastgegrepen. Zijn protest was tevergeefs, want de kracht die hij bezat was volledig uitgeschakeld door zijn verdriet en na enkele seconden veranderde het geschreeuw in zwak gesnik, waarna hij zich gebroken overgaf aan de warmte van zijn buurvrouw. Samen zaten ze naast het lichaam van zijn vader, huilend, terwijl het licht van de volle maan sierlijk door het wolkendek heen brak. Langzaam lichtte het gras op en na een klein moment had het licht hen bereikt. Mason voelde het, alsof het op zijn lichaam kietelde. Hij voelde het, steeds harder en harder en na enkele seconden begon het te branden. Hij voelde hoe zijn lichaamstemperatuur steeg en hoe het licht zijn huid doorboorde, zijn spieren bereikte en deze langzaam en pijnlijk verbrandde. Met één snelle beweging sloeg hij zijn buurvrouw ruw van zich af, waarna ze vrijwel meteen weer opstond en geschokt de jongens naam schreeuwde. Krijsend van de pijn sperde de jongen zijn ogen wijd open, voelde hoe ze één werden met het maanlicht. Zijn hart hamerde agressief tegen zijn borstkas aan, alsof het een uitweg door zijn huid zocht. Een seconde later brak zijn eigen lichaam het bot in zijn been, waardoor hij schreeuwend op de grond viel. De pijn die door zijn lichaam vloeide was ondraagbaar en hij wenste met heel zijn hart dat hij dood was, dat hij het niet meer hoefde te voelen, terwijl de angst de hitte in zijn binnenste nog erger maakte. Hij wist niet wat er gebeurde, kon alleen maar schreeuwen en krijsen, terwijl alle botten in zijn lichaam één voor één braken.


Als het een beetje onduidelijk is waarom dingen gebeuren - het komt allemaal vanzelf. ^^ En als je TVD kent, snap je het wel als het goed is.


Reacties:

1 2

Dani000
Dani000 zei op 13 april 2015 - 17:11:
oooohh, dus het is Mason uit de serie hihi, ik wist niet dat weerwolven ook voor eeuwig leefden o,o lol... ik moet beter gaan opletten


Kaulitzje zei op 25 feb 2015 - 13:21:
Woww. ♡_♡


narcissa
narcissa zei op 24 feb 2015 - 19:15:
Wauw dit is echt heel erg goed beschreven.Arme Mason het moet afschuwelijk zijn je eigen vader te vermoorden. Arme arme jongen. En Arme Cassidy.


xcarrotx
xcarrotx zei op 24 feb 2015 - 7:26:
Die botten snap ik niks van
Maar oke. Geweldig! Echt een goed verhaal een ik wil nú het volgende hoofdstuk lezen. Amazing


xjeszell
xjeszell zei op 23 feb 2015 - 19:49:
Fuck, Cyn, dit is zo goed! Het is echt prachtig omschreven. Poor Mason, though. *hugs Mason*.
Ik wil eigenlijk van alles quoten, maar ik zit op m'n mobiel. :'
xoxo