Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Harry Potter » I've Come To Burn Your Kingdom Down » xi.

I've Come To Burn Your Kingdom Down

9 maart 2015 - 6:48

2274

4

333



xi.

Harry kreeg zijn essays op tijd ingeleverd. Het kostte hem de nodige moeite, maar hij was er tevreden mee. De laatste lessen werden intenser, moeilijker; de leerlingen waren ondertussen afgepeigerd. Hermelien vertrouwde hem steeds meer toe. De Wemels zeiden alsmaar dat ze Harry tijdens de vakantie zouden missen. En hij had ondertussen een echt gesprek gevoerd met Draco Malfidus, tot nu toe de knapste jongen die hij al op de campus rond had zien lopen.
Hij had moeten weten dat het al veel te lang veel te goed ging. Het semester eindigde bloederig.

Waarom. Waarom. Waa-rom.
Waarom?
Harry staarde naar zijn knipperende cursor. Naast hem lagen zijn notities, een stapeltje boeken die hij uit de rekken had geplukt, een flesje water en een chocoladereep.
Zijn essay voor Remus was al klaar. Dat had ook de nodige tijd en research gekost, maar had hem tenminste geen hoofdpijn bezorgd.
Het werkstuk voor Filosofie was zo vaag. Elke keer hij dacht een geschikt onderwerp gevonden te hebben, wist hij niet of hij er het benodigde woordenminimum mee kon halen. Veel woorden verschenen er niet in het Wordbestand, maar de paar die hij wist te produceren, verdwenen altijd al snel weer, en dan leek het alsof ze er nooit gestaan hadden.
Met zijn handen in zijn haar liet hij zijn ogen door de ruimte gaan. Schappen vol boeken, van de vloer tot het plafond, en ergens of nergens stond het antwoord – hij wist het niet.
Meer en meer leerlingen vonden hun weg naar de bibliotheek in voorbereiding voor het einde van het semester. Harry had niet eens tijd om zich druk te maken om de examens die pas na deze drukke weken zou komen zolang hij dit werk niet afkreeg en het in zijn hoofd bleef spoken, weigerde opzij te gaan voor andere dingen.
Hij trok de papieren naar zich toe en bladerde door het stapeltje. Al een paar keer had hij dat gedaan: de onderwerpen afgaan waarover hij in de afgelopen maanden geleerd had. De natuurfilosofen en Plato, Socrates, Aristoteles. Locke en Hume. Hegel, Marx en Engels. Rousseau. De taalfilosofen de Saussure en Wittgenstein. De Fransozen Sartre en Camus. Pragmatisme.
Maar er was maar één les waarin hij zo actief had meegedaan dat Ron in vergelijking een stille jongen leek: toen ze hedendaagse, morele debatten filosofisch probeerden beantwoorden. Zeker toen het over de rechten van minoriteitsgroepen ging, voelde Harry zich plots aangesproken om ook eens wat te zeggen.
De discussie tussen hem en Zwamdrift had wel tien minuten geduurd en was eerder een gesprek geweest waarin zij hem het weerwoord diende enkel om hem dieper te doen nadenken.
Het was in die les dat hij besefte dat hij Filosofie eigenlijk wel fijn vond. Hij zou politieke sociologie nooit aankunnen, de major van Hermelien waar hij graag de verhalen over hoorde, omdat hij enkel zo diep durfde en wilde nadenken over aspecten die hem aangingen. Hij was homoseksueel, al had hij dat in de les natuurlijk niet toegegeven, dus kon hij spreken uit een ervaring als een minderheid in de samenleving op dat gebied. Maar wat kon hij zeggen over de rechten van vrouwen, of over gekleurde mensen, of mensen van andere godsdiensten? Was dat niet de reden dat die debatten nooit slaagden – dat ze witte, geprivilegieerde mannen het woord lieten voeren voor de onderdrukte groepen?
Maar hij had een richting waarin hij kon denken nu. Er waren nog steeds een heleboel opties, en zijn onderwerp stond nog lang niet vast, maar zijn humeur klaarde heel wat op wetende dat hij tenminste een startpunt had nu.

Koud. Overal koud. De lucht die langs hem heen schuurde, de sneeuwvlokken die smolten zodra ze hem aanraakten, zijn verkleumde vingers nat van het bloed. Koud.
Ondanks de felle steken in zijn zij dacht hij dat hij nooit zou stoppen met lopen.

Af en toe hadden ze een gesprekje gehad, maar dat was exclusief via Facebook geweest. Toen Harry zag dat Draco Malfidus zijn richting uit kwam, knoopten al zijn organen pijnlijk samen. Hij was niet meer zo bang geweest voor iemand sinds Dirk, en aangezien de jongen bevriend was met zijn kwaadaardige neef wist hij niet wat verwachten.
De chatgesprekken waren altijd kort maar vriendelijk geweest, maar was dat allemaal een grap geweest?
Hij veegde zijn klamme handen over zijn broek en probeerde druk bezig te lijken, typte haastig weg op zijn toetsenbord.
“Hey Harry.”
Verdorie.
“Oh, hé Draco.” Harry draaide zich een kwartslag op zijn stoel en keek op. Draco torende boven hem uit als een ijssculptuur met zijn lichte huid, strakke gezichtstrekken en ijsblauwe ogen. Hij dacht tegenwoordig over Draco en Charlie als tegenpolen, ijs en vuur, en een koude rilling trok door hem heen. Zijn maag was aan het touwtjespringen met zijn darmen. “Hoe gaat het?”
“Prima. Eh, mevrouw Romella zei dat jij Rousseaus Vertoog over de Ongelijkheid hebt.”
Hij knipperde loom voor het tot hem doordrong dat Draco naar een boek vroeg. Oh. “Oh. Oh, ja, die heb ik inderdaad. Heb je ‘m nodig?”
Draco knikte glimlachend.
“Oké.” Hij rommelde door zijn stapel boeken en haalde het kleine, bordeaux boekje eruit. “Alsjeblieft.”
Hun vingers raakten elkaar aan over de kaft. De warmte van Draco’s hand strookte niet met het beeld dat Harry van hem had – had hij werkelijk verwacht dat zijn aanraking koud zou zijn?
“Bedankt. Ik zie je nog wel.” Hij zette een stap achteruit en leek op het punt te staan zich om te draaien toen hij zei: “Leuke trui, staat je goed.”
Harry probeerde te verdrinken in zijn Griffoendortrui om het rood op zijn wangen te verbergen.
Hij had geen gevoelens voor Draco Malfidus. Zijn fervent bezoeken van diens Facebookprofiel en de reactie op zijn aanraking en compliment waren enkel omdat hij vreselijk aantrekkelijk was. De scherpe kaak en het gave voorhoofd waren dan misschien niet uit ijs gehouwen, maar dan tenminste wel gebeiteld uit marmer.
Er waren zoveel redenen waarom het nooit meer mocht worden dan de onschuldige aantrekkingskracht die tussen hen speelde. Was het überhaupt wederzijds?
Die gedachten plaagden hem de rest van de dag en hij kon ze pas van zich afschudden toen hij door de deur het Griffoendorhuis instapte. Het was één ding om zulke dingen te verbergen voor mensen die niets van zijn geaardheid afwisten, nog een heel ander beest om het te proberen verbergen van mensen die hem in de gaten hielden.
Hij was ontzettend blij met mensen die zo om hem gaven, maar over jongens denken was zoveel makkelijker geweest toen hij nog een eiland was.

Alles deed pijn. Hij voelde zijn hart bonzen in zijn gespleten onderlip en daar waar hij een dreun tegen zijn hoofd had gekregen. Iets venijnig kronkelde in zijn maag, waar hij trappen had gehad. Zijn longen konden zich niet goed openvouwen om lucht binnen te laten, zijn keel brandde. Schaafwonden op zijn ellebogen en knieën.
Hij was bang dat hij nooit meer veilig zou zijn, dat alles wat hij opgebouwd had slechts een toren van kaarten was geweest en dat die nu in elkaar was gestort.

Omdat studentenclubs bepaalde verantwoordelijkheden hadden waaraan ze moesten beantwoorden, hing er een grote kalender in de keuken waarop de allerbelangrijkste dingen werden geschreven: deadlines voor papierwerk, dokters- en therapieafspraken, opdrachten en examens die voor hun eindcijfer optelden. Op die manier werd iedereen tijdig herinnerd aan belangrijke dingen.
Harry’s afspraak met een kinesist van het ziekenhuis stond er eveneens op. Hermelien joeg hem uit bed een uur voor die afspraak en rinkelde met een sleutelbos. “Ik breng je weg.”
Slaperig hopte hij van een been op het andere, wrong zichzelf in een jeansbroek en trok een trui over zijn hoofd. Alles was wazig tot hij zijn bril op zijn neus duwde, daarna was het alleen nog donker. Een streep licht viel van de gang naar binnen en dat was maar net genoeg om zijn tas en schoenen van de vloer te grissen en achter Hermelien aan stilletjes de kamer uit te lopen.
Pas op de overloop vond hij het veilig iets tegen hem te zeggen en koos voor het makkelijkste: “Wiens sleutels zijn dat?”
“Fred. We lenen zijn auto. Vreselijk onhandig ding, maar niet veel anderen hebben hun auto hier op school staan.”
Harry had verhalen gehoord over die auto. De twee Wemels hielden bij hoog en laag vol dat het ding bezeten was en balkte als een koppige steenezel als het niet met respect behandeld werd. Ron ging nog liever dood dan dat hij voet zette in die auto.
Hij had er zelf nog nooit ingezeten, en angst deed zijn spieren verkrampen, van zijn enkels naar zijn kuiten, tot hij trager en moeizamer zijn voeten bleef opheffen. “Je gelooft die verhalen toch niet? De Anglia doet altijd precies wat het moet,” zei Hermelien en nam zijn hand in de hare, trok hem vooruit.
De Ford Anglia had een lelijk turquoise kleur en enkele roestvlekken sierden de motorkap en de portieren. Het metaal rammelde toen ze de straat op reden. Harry draaide het raampje een stukje open, zodat de ijskoude lucht de kraag van zijn jas in kon glijden, kippenvel op zijn nek kon strelen.
Na enkele bochten zagen ze Zweinstein niet meer.
Harry vouwde zijn vingers samen en liet de mouwen van zijn jas over zijn handen vallen. Warme palmen drukten tegen elkaar in een stil gebed dat ze niet in een ongeluk terecht zouden komen – of er een creëren.
“Zeg, Cresh… Mag ik iets vragen?”
Hermelien streek haar krullen achter haar oren en glimlachte naar hem, één hand losjes op het stuur. “Uhuh.”
“De rivaliteit tussen Griffoendor en Zwadderich, hoe serieus wordt die genomen?”
“Oh, heel serieus. Door jongens zoals Olivier en de tweeling. Eigenlijk mogen de clubs elkaar heel graag. Zwerkbal blijft bestaan omdat ze vriendelijk en beleefd met elkaar om kunnen gaan buiten het veld om.”
Daar had hij nog nooit over nagedacht, maar het leek hem logisch dat ze een verzonnen sport niet lieten doorgaan als er niet een basis van respect aan de pas kwam. “Dus we mogen gewoon vrienden met elkaar zijn?”
“Inderdaad. Ik ben niet zozeer fan van de Zwadderaars, vreemde hoop mensen, maar in theorie mag het wel.”
Hij knikte. Even bleef hij naar buiten kijken, naar de delen van de stad die voorbij raasden in een waas van kleuren die steeds grijzer werden nu de decembermaand echt in gang getreden was. Kortere dagen, donkere wolken, ’s nachts bevroor het gras en in de ochtend trapten ze het stuk. Ze kondigden al dagen sneeuw aan.
“En wat als er interesse zou zijn?”
Hermelien was natuurlijk niet dom. Ze morrelde wat met de radio tot die stopte met muziek uit sputteren en ging toen iets trager rijden, zodat ze af en toe een blik op hem kon werpen. “Je hebt iemand op het oog van Zwadderich? Dat is geweldig, Harry. Je verdient het echt. Maar…”
De stilte was ondraagbaar voor Harry.
“Niet dat je het geheim moet houden, ik vind het juist heel goed voor je dat je er uit voor gekomen bent, maar de Griffoendors zouden er wel een beetje rot over kunnen doen. Je straffen geven omdat je ‘heult met de vijand’. Ik vind dat je er gewoon voor moet gaan, kijken of het iets is.”
Harry trok de kap van zijn trui over zijn hoofd en zuchtte. “Het is niet eens iets heel… Weet ik veel. Ik vind ‘m gewoon knap.”
Hermelien moest lachen en omdat dat zo mooi klonk, kon hij niet anders dan meelachen.
“Het moet ook niet meer zijn dan om het begin van iets te kunnen worden, dommerik.”

Had hij maar nooit gedacht dat zijn leven meer kon zijn dan het eenlingenbestaan dat het altijd al geweest was.

De laatste vrijdagavond van het semester was het feest. Ondanks de dikke vlokken sneeuw die vielen, de gure wind of de vermoeidheid hadden bijna alle studenten van Zweinstein zich naar de Drie Bezemstelen begeven, waar lichamen zo dicht op elkaar gepropt stonden dat iedereen maar bleef dansen.
En dansen en dansen.
Harry stond met Hermelien, Ron, Fred, George, Simon en Olivier in een hoekje waar ze glazen wodka mengden met blikjes red-bull en die naar achter kieperden alsof het fruitsap was. Hij was aangenaam aangeschoten, de alcohol bruiste in zijn aderen, en het was alsof hij onoverwinnelijk was.
Natuurlijk moest Draco net op dat moment binnenkomen. Op het toppunt van zijn zelfvertrouwen kon Harry het niet laten zich een weg door de massa te banen en voor zijn neus te stoppen. Hij zag er even goddelijk uit als altijd, met een strakke jeans om zijn benen en een zwart shirt dat mooi afstak bij zijn bleke huid. Blauwe ogen fonkelden nieuwsgierig toen ze de jongen opnamen die voor hem verschenen was.
Een uur later zou hij van dat gesprek, hoe kort en onschuldig ook, spijt hebben. Dirk sloot een grote hand om zijn kraag en sleurde hem de bar uit. Boven het huilen van de wind hoorde hij nauwelijks hoe zijn twee vriendjes, de bullenbakken Korzel en Kwast, tegen de deur gingen staan zodat niemand hen kon volgen.
Angstig dook hij in elkaar, van zijn zelfvertrouwen niets meer over nu ze hem van zijn vrienden weg had gescheurd. Deze situatie kende hij als geen ander, maar nog nooit was hij zo diep gevallen. Hij had zich dan ook nog nooit eerder veilig gevoeld.
Dat was een grap geweest. Natuurlijk konden ze hem van hen weg drijven, hij was het makste schaap van de kudde.
“Dacht jij soms dat ik geen boksbal meer nodig had? Studeren is sáai. Ik weet niet waarom iedereen het zo leuk vind. Maar goed, je vindt het vast niet erg dat ik mijn frustraties op je uitwerk, toch?”
Harry fronste, keek walgend op naar zijn neef die, zoals hij dat in elke nachtmerrie deed, griezelig boven hem uittorende.
“Niet nadat je me zelf zo kwaad hebt gemaakt. Draco is één van míjn vrienden. Blijf bij hem weg, knul.”
De eerste vuist was in zijn maag. Hij kreeg geen adem.

Meer dan een trillend hoopje verdriet was hij niet toen hij zich met zijn natte kleren nog aan opkrulde in bed.


Reacties:


Bodine
Bodine zei op 8 juni 2015 - 0:12:
Het is JUIST vet dat je die stukjes tussendoor doet, Kay! Dat we weten dat we naar iets aan het toelezen zijn dat oh boy not good is, maar dat we het nog niet weten, alleen maar forshadowing. HET IS ZO COOL. DIT HOOFDSTUK IS ZO COOL. JAJAJAJAJAJJAA! <3


xjeszell
xjeszell zei op 13 maart 2015 - 23:00:
Please do forgive me for being this slow, I've been trying to find time to read AND leave a proper comment for the past few days.

Gosh, Kay - DRARRY! AHHH.
Maar Dirk blijft een asshole. Ik vind het ook echt leuk hoe je de Ford erin hebt verwerkt want <3.

Maar God, Kay, wat schrijf je toch heerlijk. Zo prettig en en <3


Krewella
Krewella zei op 12 maart 2015 - 18:03:
Okee, ik wilde zeggen dat ik die stukjes tussendoor niet echt fijn vind, omdat het zo van de hak op de tak leest (at least, dat heb ik) maar na het laatste stukje vind ik het wel oké, eigenlijk. Als dat bij elkaar hoorde.
Eh. Nu ga ik twijfelen.

Maar Drarry is leuk en ik vind dat met de Ford leuk en ja. Het is gewoon leuk! Ik ben benieuwd naar de rest en of die stukjes over de vechtpartij gingen, maar ik denk nu eigenlijk van niet met al dat bloed.

Weetje. Misschien had ik het fijner gevonden als je die stukjes cursief had gemaakt. ^^

Next next next en sorry voor mijn sloomheid.


narcissa
narcissa zei op 9 maart 2015 - 15:13:
Dirk!!!! Wel sneu voor Harry dat Drik hem weer eens in elkaar timmert. Normaal heb ik echt een hekel aan Drarry maar hier hoop ik gewoon dat ze nader tot elkaar komen. Ford Anglia, leuk dat je die ook in je verhaal hebt Verwerkt.
Toppie