Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Tokio Hotel » Angels » 4.

Angels

30 mei 2009 - 22:37

1438

0

157



4.

Met z’n hoofd onder het kussen, met z’n knieën opgetrokken tot zijn borst en met zijn armen krampachtig om zijn benen geslagen, lag Bill in zijn bed. Sinds het voorval in het parkje was hij er niet meer uitgekomen, voor niet en ook voor niemand.
Slechter zelfs, als iemand het ook maar aandurfde om hem aan te spreken of om hem te storen, dan had die persoon er voor de rest van zijn leven spijt van. Bill wilde alleen zijn, alleen met zijn gedachten, alleen met zijn bedenkingen, alleen met zijn verdriet. Hij zat in een fase waarin alles leek te mislukken: hij raakte zijn broer kwijt, zijn moeder was bezorgd, hij vond zijn engel maar niet en hij voelde zich barslecht op zijn minst uitgedrukt.
Die ‘donkere’ fase leek niet zo onbekend voor Tom en Simone, Bill had het wel eens vaker. Maar deze keer wist geen van beide wat er nu precies die reden was. Ze hadden geen flauw benul van de reden waarom Bill zo overstuur thuis kwam van het parkje. Zo erg hadden ze het nog nooit gezien, terwijl ze van Bill wel het één en het ander konden verwachten. Normaal gezien duurde die periode maximum een dagje, een dag vol zwarte, depressieve gedachten om dan de volgende morgen opnieuw te stralen. Dan leek het alsof Bill herboren was en nog vrolijker leek dan anders. Dan sprong hij door de hele woonkamer heen, nam hij zijn moeder beet en danste hij de hele namiddag met haar of sleurde hij Tom mee naar z’n kamer waar ze uren aan een stuk muziek maakten. Het leek dan wel alsof Bill onsterfelijk was en niemand hem onderuit zou kunnen halen.
Maar deze keer was het anders, deze keer kwam Bill de volgende morgen niet al fluitend uit zijn kamer. Integendeel zelfs, de deur bleef gewoon gesloten. Geen enkel geluid kwam vanonder het kleine gleufje onder het houten meubel, behalve een hartverscheurend gesnik, zo af en toe. Hij reageerde nauwelijks op de pogingen van Simone om haar jongste zoon iets te laten eten, laat staan om naar beneden te komen.
Hij wilde niets meer, geen mens ter wereld kon hem terug gelukkig maken. Geen enkel, met uitzondering van één persoon.
En waarom zou Bill nog überhaupt gaan geloven in zijn engel? Hij was in het park zo bang geweest en hij dacht dat hij ogenblikkelijk een kogel door z’n hoofd kon geboord worden, zelfs toen kwam ze niet opdagen… Hoe moest hij dan nog de kracht vinden als zelfs het laatste waarin hij vurig geloofde, hem ook in de steek liet? Hij wilde het gewoon niet meer, al die teleurstellingen want uiteindelijk bleef hij altijd achter met een gebroken hart…
Hij schrok op bij het horen van een luid gebonk op zijn deur. Chagrijnig bromde hij de persoon weg te gaan, vooraleer zijn gezicht terug in het kussen te verstoppen. Ergens hoopte hij dat die persoon zou afdruipen, het niet meer zou aandurven om hem te storen, dat hij gewoon met rust werd gelaten. De persoon gaf echter niet zo snel op, jammer genoeg.
“Bill? Ik weet dat je wakker bent!”¯ De stem van Tom sneed dwars door zijn lichaam en bezorgde hem koude rillingen. Van alle personen op aarde die hij het minst van allemaal wilde horen, was Tom het wel. Hij zou hem nooit kunnen vergeven om wat hij enkele dagen geleden had gezegd, of geschreeuwd bijna. De woorden stonden voor eeuwig in Bill z’n geheugen gegrift en zouden nooit, maar dan ook nooit, meer kunnen worden uitgewist. En het ergste van allemaal was dat Tom dit ergens wel wist. Al was dat het hetgeen Bill niet wilde. Nooit zou hij nog in de ogen van Tom kunnen kijken en hem zijn tweeling noemen. Het was oh zo duidelijk dat Tom zich voor z’n broertje schaamde en dit was het enige waarvoor Bill serieus bang was. Zelfs zijn bloedeigen broer kon niet begrijpen wat er allemaal door zijn hoofd spookte. Dus waarom nog moeite doen voor een zaak die nu al gedoemd leek om fout af te lopen?
“Bill, toe nou?! Open die deur, stap uit je bed, neem een teug frisse lucht en…”¯ Tom stopte even en liet zijn hoofd tegen de deur aanleunen. “Kom nou gewoon naar beneden, alsjeblieft… Ik mis je.”¯
Demonstratief verlegde Bill zich op zijn andere zij en keek nukkig voor zich uit, ook al kon niemand hem zien en dus ook niet geïntimideerd raken. Want hij wist dat het zijn broer hard zou raken, moest hij zomaar zijn rug naar hem toedraaien. Maar dan nog! Waar haalde Tom het lef vandaan om opeens weer te beginnen smeken? Na al die pijnlijke woorden en al het innerlijke verdriet komt hij opeens op kousenvoeten terug om hem te zeggen wat te doen?
Boos gooide Bill het lampje dat op zijn nachtkastje stond tegen de muur. Niemand hield verdomme rekening met zijn gevoelens, met wat hij wilde. Nee, erger nog. Ze dachten alleen maar aan zichzelf, aan hun behoeftes, aan hun schuldgevoelens, aan hun leven. Stelletje egoïsten allemaal!
“Bill?! Gaat het? Wat is er gebeurd? Ben je gewond?”¯ De glasheldere stem van Simone galmde door de kamer heen en liet Bill ongewild glimlachen. Als het niet van haar was geweest, dan had hij al lang zijn koffers gepakt. Dan was hij zonder een woord te zeggen gewoon vertrokken om nooit meer terug te keren. Maar hij kon het niet omdat hij teveel van haar hield. Hij besefte nu pas hoeveel warmte en liefde hij kreeg van z’n moeder, ongeacht de omstandigheden of wat hij ook allemaal had uitgespookt. Zelfs toen hij haar tafelkleedje verbrandde de dag voor Kerstmis vergaf ze hem, gewoon omdat het haar lieve zoon was. En toen Tom zijn cavia’s onschuldig en onwetend had vermoord, was Simone er dag en nacht voor hem om te troosten. Eigenlijk was zijn moeder er eentje uit de duizend, misschien zelfs eentje uit de miljoenen…
Even bleef het stil op de gang. Wellicht stonden Tom en Simone nu oog in oog, beide aan het denken wat er pas gebeurd was in de slaapkamer van Bill. Meteen merkte hij wat gefluister, gevolgd door slepende voetstappen. Tom was vertrokken naar beneden of naar zijn kamer, bleef er dus allen nog z’n moeder over.
“Lieverd…”¯ begon ze maar al snel stopte ze alweer. Ergens voelde Bill zich wel rot tegenover haar, ze wist helemaal niet waarover het precies ging. Natuurlijk had ze wel een idee over het probleem, dat het te maken had met de woorden van Tom en zijn geloof in de engelen. Maar wat de precieze aanleiding was om dagenlang in zijn slaapkamer te zitten, was voor haar wellicht nog steeds een raadsel. Vermoedelijk is het voor een moeder nooit leuk als een zoon niet met haar kan praten, maar voorlopig hoefde het ook gewoon niet voor Bill. Het enige wat hij nodig had, was rust…
“Bill… Tom en ik gaan eventjes enkele huizen verder. Er zijn nieuwe mensen komen wonen in dat ouderlijke huis van onze vroegere dokter en we zijn allemaal uitgenodigd voor een glaasje. Jij dus ook.. Ehm, als je zin hebt, je weet waar we zijn. Oké?”¯
Hij bleef voor dood liggen, durfde amper te ademen uit vrees dat Simone het zou horen en meteen terug zou hopen dat hij effectief ook mee zou gaan. Hij ving een zucht op en hoorde niet veel later de deur dichtslaan.
Misschien was hij stiekem wel een beetje benieuwd naar de nieuwe mensen, naar hun verhaal, hun verleden, de reden waarom ze naar zo’n klein stadje als Loitsche verhuisden, maar nu niet. Momenteel wilde hij geen geluk rondom hem, geen glimlachende gezichten en geen liefde. Hij wilde alleen zijn…
Hij draaide zich nog eens om en staarde minutenlang naar het hoge plafond boven zijn hoofd. Honderden kleine sterretjes gaven het beste van zichzelf, probeerden zoveel mogelijk licht te maken maar het vrolijkte Bill niet op. Zelfs de hilarische herinneringen aan de dag dat Simone, Gordon, Tom en Bill alle sterretjes op het plafond hadden gekleefd, konden hem niet laten glimlachen. Normaal gezien hoefde hij nog maar één keer aan het in lijm gesmeerde gezicht van Tom te denken en hij lag al terug in een deuk. Maar vandaag niet… Niets kon het pijnlijke gevoel in zijn borst laten verdwijnen. Hij was gewoon gedoemd om weg te kwijnen…
Een zucht ontsnapte uit zijn mond en ogenblikkelijk sperden zijn ogen zich open. Een getik tegen het raam trok zijn aandacht en even raakte hij opnieuw zo in paniek als die dag in het parkje. Pas toen hij besefte dat iemand steentjes tegen zijn raam gooide, kroop hij terug onder de lakens.
Welke idioot had het lef om hem te storen tijdens zijn donkere periode?


Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.