Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Overige » Het uur van de wolf » VII

Het uur van de wolf

30 maart 2015 - 23:32

1173

0

201



VII

Annika moest zich inhouden niet te lachen. Ze zat aan de kleine tafel in haar cel, met een potlood in haar hand. Ze keek uit op Marcus, die in zijn luie stoel zat en fronsend voor zich uit staarde. Zo had hij al ongeveer een uur gezeten, met een bezorgd gezicht, en ze had al enkele pogingen gedaan om die uitdrukking na te tekenen.
De week was langzaam voorbij gegaan. Marcus was altijd haar stille, berekenende compagnon, die haar constant in de gaten hield.Ze had de boeken die hij aan het begin van de week had meegenomen binnen enkele dagen uitgelezen. Toen was ze maar gaan tekenen, simpelweg omdat ze niks anders te doen had. Nu had ze eindelijk een goede schets gemaakt van haar uitzicht, die nog steeds vrijwel onbeweeglijk in de stoel zat.
Ze bracht nog een beetje schaduw aan in zijn gezicht, en bekeek haar tekening toen van een afstandje. Hij leek goed. Ze bestudeerde de subtiele lijnen op papier nogmaals. Hij is best knap, realiseerde ze zich. Ze grinnikte hardop door har eigen stupiditeit, en hij schoot uit zijn trance.
'Wat?' zei hij verward, en zijn gouden ogen kruisten de hare.
'Nee niks,' zei ze snel. Ze sloeg haar ogen neer en staarde recht naar zijn zijn evenbeeld op papier. Ze bloosde. Even wist ze niet waar ze kijken moest, dus keek ze weer naar hem.
Hij zat nu op het puntje van zijn stoel, en keek bedachtzaam naar zijn handen. Het was duidelijk dat zijn gedachtes hem bezig hielden, dat hij ergens mee zat. Hij haalde diep adem en opende zijn mond om iet te zeggen, maar zijn woorden bleven in zijn keel steken toen hij naar haar opkeek.
Annika keek vragend terug.
'Hoeveel heb je er gedood?' vroeg hij plots, zijn toon zacht en aarzelend.
Ze kreeg een brok in haar keel en ze moest wegkijken, door het raam naar de grijze lucht en bergen. Ze voelde de schaamte en boosheid van binnen groeien, het werd bijna tastbaar in haar lichaam. De gezichten kwamen weer naar boven, vrijwel net zo duidelijk als anderhalve week geleden, ze waren nooit ver weg.
'Drie wolven, een mens.' mompelde ze tussen neus en lippen door. Ze moest zichzelf dwingen hem aan te kijken.
Hij keek verbaasd terug. 'Ooit?' vroeg hij iets gretiger.
Ze knikte verward, en onbewust begon ze zich iets beter te voelen. 'En jij?'
Marcus schrok van de vraag die hij duidelijk had moeten zien aankomen. Nu wendde hij zijn blik af. Het bleef een tijdje stil, terwijl hij weer naar zijn handen staarden, die hij tot vuisten had gebald. 'Meer,' zei hij uiteindelijk.
Toen het duidelijk werd dat hij uit zichzelf niets meer zou zeggen, spoorde Annika hem aan. 'Hoeveel meer?'
Hij bleef haar blik ontwijken en schudde zijn hoofd.
Hoe graag Annika het ook wilde weten, ze weerhield zich ervan nog verder te vragen. Een deel van haar was teruggeschrokken van zijn terughoudendheid, en wilde het ook niet meer weten. Ze besloot in plaats daarvan een gerelateerde vraag te stellen, die ook net weer bij haar was opgekomen.
'Waarom vecht je alleen met je... handen?' Het had niet veel gescheeld of ze had 'klauwen' in plaats van 'handen' gezegd. Ze had Marcus weer duidelijk voor ogen, op het slagveld, met zijn met bloed bedekte klauwen en armen. Waar bij de andere wolven bloed rondom hun mond kleefde, was die van hem smetteloos geweest. Zelfs in het heetst van de strijd had ze het merkwaardig gevonden.
Zijn gouden ogen staarden haar aan, groot van verbazing. De stilte strekte zich uit voordat hij zich helemaal herpakt had. Nu was hij degene die niet wist waar hij kijken moest.
'Ik bedoel, toen...' zei ze aarzelend, maar ze besloot opnieuw te beginnen. 'Ik zag dat je niet vecht met je... tanden.' Nog steeds kwam het er vertwijfeld uit. Ook klonk het, op een bepaalde manier, te persoonlijk. Hij keek haar aan alsof ze gek was, en ze bloosde beschaamd. 'Het is gewoon dat...' stamelde ze, 'dat het jullie... natuurlijke wapens zijn. Ik vroeg me gewoon af...' Ze besloot uiteindelijk haar mond maar te houden.
Marcus schudde zijn hoofd ongelovig. 'Hoe kun je me toch telkens weer blijven verbazen?' zei hij meer tegen zichzelf dan tegen haar.
Annika wist daar niets op te antwoorden. Had ze echt iets doms gezegd?
'Hoe kun je nu dit soort vragen stellen?' vroeg hij, en hij keek haar belangstellend aan. 'In jouw situatie, hoe kun je zo onbevreesd zijn?' Toen ze geen antwoord gaf - ze haalde alleen haar schouders op - stond hij op en liep hij naar haar toe. Voor de tafel bleef hij staan en plaatste zijn handen op het houten tafelblad, terwijl hij met een intense blik op haar neerkeek. Hij leunde langzaam voorover naar haar toe, steunend op het tafeltje tussen hen in. 'Je bent een gevangene. Elke dag spendeer je met je grootste vijand, met monsters.' Zijn ogen leken plots licht te geven, en zijn mond vertrok in een gemene grimas. Hij liet langzaam en dreigend zijn witte, vlijmscherpe tanden zien, en een angstaanjagend gegrom kwam uit zijn keel.
Geschrokken leunde Annika naar achteren op haar stoel, bij hem vandaan. Haar blik gleed over de tafel, en zijn eerder zo menselijke handen waren om gevormd tot monsterachtige klauwen met lange, puntige, zwarte nagels. Haar hart ging wild tekeer in haar borst en van schrik kon ze niets uitbrengen. Nog niet eerder had ze zich zo door hem bedreigd gevoeld, zelfs niet op het slagveld. Hij was angstaanjagend, hij leek, zoals hij het zelf had verwoord, een monster.
Marcus' brandende blik gleed iets naar beneden, naar de tekening die voor haar op tafel lag, en het monsterachtige in zijn gezicht verdween meteen. Hij staarde even ontzet naar zijn evenbeeld op papier, en zijn klauwen werden weer handen.
Annika was nog steeds nerveus, maar ze durfde wel weer te ademen. Voorzichtig ging ze een beetje verzitten, terwijl ze zijn blik zocht, maar hij bleef naar haar tekening kijken. Ze dacht terug aan wat hij gezegd had, en niet had willen zeggen, en besloot dat hij niet het monster was dat hij op het eerste gezicht leek. 'Het komt door water,' fluisterde ze, 'daar wordt ik gelukkig van.'
Pas toen keek hij haar aan, met een gepijnigd blik, en hij leunde weg van de tafel.
'Wat had ik dan moeten doen?' zei ze, nu iets feller, 'de hele week in dat bed liggen, bibberend van angst. Is dat wat je had willen zien?' Ze keek hem boos aan. 'Ik ben niet onwetend of dom, ik weet dat elke dag mijn laatste kan zijn, maar die mag ik dan nog wel enigszins normaal spenderen?!' Ze sloeg haar armen over elkaar en bleef hem uitdagend aankijken.
Een vlaag van paniek gleed over zijn gezicht. Marcus draaide zich om, liep met grote passen naar de deur, en verliet de kamer zonder een woord te zeggen. De deur ging op slot en zijn voetstappen vervaagden langzaam.
Annika bleef verward en boos achter. Verschillende emoties kolkten als een woeste zee door haar heen. Ze wist nog steeds niet precies wat er net gebeurd was, maar het had haar angst voor de toekomst weer in alle hevigheid doen oplaaien.


Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.