Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Overige » FF's Schrijfuitdaging. » De kleur van Oscar Wilde

FF's Schrijfuitdaging.

21 mei 2015 - 22:12

2151

1

371



De kleur van Oscar Wilde

Thema: kleuren Fandom: Moulin Rouge & Trilogie: De Groene Bloem.

Fel gekleurde jurken. Bont gekleurde korsetten. Blote benen. Mannen en vrouwen juichten. De danseres van de avond rees uit het gat van het podium omhoog.
Een jongeman van begin dertig lette er nauwelijks op. Hij was hier om een totaal andere reden.
Flitsende gekleurde lichten, schetterende muziek en lachende geverfde gezichten. Als bezoeker was je hier niet veilig als je sieraden droeg. De man droeg dan ook niet meer dan een bronzen zakhorloge in zijn binnenzak.
Bij de bar nam hij plaats op een van de krukken en wachtte af. Zijn afspraak had deze opzichtige plek gekozen omdat men hen beiden er niet zou verwachten. En dus zouden ze in deze krioelende hossende massa niet opvallen. De man met blond haar en een baard van een week bestelde een absint drankje en keek toe hoe de mannen van stand en de vrouwen van de straat elkaar zonder schaamte betasten.
"Obscuur, nietwaar?" Een bekende stem achter de dertiger klonk sarcastisch. De man draaide zich om. Glimlachte vriendelijk en stond op.
"Zeer."
Beiden lachten, handen werden beleefd geschud.
"Hoe lang is het geleden?" De nieuweling nam op een tweede kruk plaats.
"Dat hij hier was bedoel je?"
"Ja," een kop koffie werd besteld.
"Tot drie weken voor zijn overlijden was hij hier nog geweest. Samen met twee vrienden van hem."
De mannen zwegen, de een was eind zijn tienerjaren, de ander hard gemaakt door teleurstellingen in het leven.
"Waar is zijn graf?"
"Op het kerkhof Père-Lachaise, hier in Parijs." De dertiger bestudeerde de jongeling. Het viel hem op dat hij weinig op zijn moeder leek. Nee, Cyril Holland leek veel meer op zijn vader.
"Kan je me erheen begeleiden?" Cyril keek zijn gezel vragend aan. Deze dacht even na en knikte toen.
"Morgen, zou mij prima uitkomen. Schikt jou dat?"
"Ja, dat is prima."
Even waren ze stil, beiden dachten aan de man die hun gespreksonderwerp was geweest. Cyril verbrak de stilte door een vraag te stellen over zijn eigen vader.
"Ik heb wat vage herinneringen aan hem. Maar hoe ouder ik wordt hoe meer ik ze lijk te vergeten. Wat voor iemand was mijn vader?"
Een tweede kop koffie wordt besteld, zwart, samen met een verse kop munt thee. De dertiger lijkt in gedachten verzonken. Als er een bombastisch nummer is afgelopen begint hij te vertellen.
"Er zijn veel worden om je vader te omschrijven. Sommigen zullen beweren dat hij dominerend was. En ik denk dat ik één van de laatste zal zijn om dat te ontkennen. Maar je vader was ook een buitengewoon persoon. Overal waar hij ging kreeg hij mensen mee. Als hij sprak, dan was zijn gezelschap stil. Er deden altijd vreemde geruchten over hem in de stad. Sommigen trok hij zich erg aan en anderen wuifde hij lachend weg. In de tijd dat ik je vader kende was hij zowel op het hoogtepunt van zijn succes. Zijn toneelstukken sloegen aan, zijn boeken, prozawerken en lezingen waren ontzettend populair. Voornamelijk onder de adellijke stand en de studenten. Maar hij stond ook aan de afgrond van zijn einde. Ik denk dat de mensen die hem kenden, ik bedoel die tot de Purperen Hofhouding behoorden het lang van te voren zagen aankomen. En ook wisten dat ze Oscar nooit zover zouden krijgen dat hij de maatregelen zou nemen die hem veilig zouden stellen. De mensen die hem kenden waren denk ik een soort verslaafd aan zijn gezelschap. De één erger dan de ander."
De koffie en thee waren op. Een moment van stilte in de ruimte deed mensen opkijken toen een torenklok vier uur sloeg.
"Heb je een plek voor een overnachting?" De oudste was opgestaan en pakte zijn hoed. Cyril schudde zijn hoofd.
"Nee, ik ben vandaag pas aangekomen vanuit Londen."
"Ik logeer in een appartement van een vriend, als je wilt kun je er verblijven."
De mannen verlieten in stilte het bontgekleurde theater Moulin Rouge.
De straten waren zwart van de nacht en zilver van de gevallen regen. Af en toe kleurden de keien goud van een straatlantaarn. Cyril vertelde zijn metgezel over zijn jaren zonder vader. Over de depressie waarin zijn moeder terecht was gekomen. Het onverwachte bezoek van Augustus Trops, wat alles aan het rollen had gebracht.
Het appartement maakte een versleten en enigzins desolate indruk. De eens gele muren waren groezelig geworden. De voordeur was ooit kersenrood geweest. Nu was zij afgebladerd en meer bruin van kleur. De raamkozijnen die eens versierd waren met bladgoud leken nu meer op een aan flarden gescheurde boom die kaal en doods was. De sleutel knarste moeizaam in het roestige slot.

Een zucht verbrak de stilte van de late ochtend. Buiten toeterden auto's, remden bussen, schreeuwden stemmen, blaften honden. Maar geen van dit alles leek de mensen in de donkere slaapkamer te deren in hun rust. Ze waren wakker, twee paar ogen keken elkaar alleen maar aan. De een had bruine ogen, de andere blauwe. Na wat voor hen een eeuwigheid leek, maar in feite maar een paar minuten was sprak de blauwogige zacht.
"De laatste maal dat ik Oscar sprak was een maand voordat hij naar Frankrijk zou gaan. In die tijd was ik een beginnend journalist en moest elke opdracht wel aannemen om te voorkomen dat ik op straat zou komen te staan. Ik had mij voor de zekerheid vermomd. Ik was net als je vader niet langer veilig in de Britse hoofdstad. Maar hij herkende me. We hebben uren gepraat. Er is toen veel duidelijk geworden."
Cyril rolde op zijn buik en keek naar de dertiger. Hijzelf had niet verwacht dat hij zichzelf zou accepteren, niet nadat zijn moeder hem vertelt had dat deze manier van liefde niet toegestaan was.
"Wat vertelde mijn vader je?"
De ander lachte zachtjes en streelde met pink over Cyril's blanke bovenarm.
"Zekerweten dat je dat wilt horen?"
"Ja," Cyril kroop tegen de ander aan, klaar voor het verhaal.
"Goed dan, je moet weten dat we geen privacy hadden. Geen gesloten kamer, nee we zaten tegenover elkaar met enkel de tralies als scheiding. De andere gevangenen vonden het prima, ze waren aan zijn monologen gewend. En sommigen konden het wel waarderen. Ik vroeg hem wat hij na zijn vrijlating zou doen. Hij zei dat hij naar Parijs wilde gaan. Ik begreep waarom, maar toch vroeg ik hem wat hem aantrok aan deze stad van de rode romantiek. Daarop was hij een moment stil, alvorens zijn monoloog te beginnen. Ik heb het opgeschreven." De man rolde half om trok een lade van een nachtkastje open, viste er een schrift uit en zocht de juiste pagina op terwijl hij half overeind ging zitten en tegen de rugleuning van het bed leunde. Cyril vleide zich bij hem op schoot.
"Hij begon met de vraag, 'Wat is de kleur van romantiek?' die vraag beantwoorde Oscar in zijn monoloog."
De dertiger schraapte zijn keel en stak van wal.

De romantiek is een eeuwig durend populair onderwerp. Doch zij in mijn ogen niet veel meer voorstelt, zal zij in de mens altijd verlangen, hoop en pijn oproepen. Romantiek is volgens velen zegenend én vervloekend. Zij is onbenoembaar en cliché. Toch probeert men op elke wijze zijn of haar uiting van romance te geven aan hen om wie zij zielsveel geven. U vroeg mij waarom ik wilde terug keren naar de Franse hoofdstad. Het is niet om deze romantiek ik terug wil gaan. Want romantiek bezit ik niet. Een man als ik wordt zowel geliefd door elke hartslag van de mens, als dat ik gehaat wordt door ééndezelfde hartslag. Rood is het bloed van die slagen. Zo is de romantiek. Zij is een slagveld van liefde. Zij is een marteling van jaloezie en haat. Dus nu zal de romantiek rood zijn van het bloed dat zij aantrekt, verzuipt en afstoot. Maar waarom zetten jonge meisjes met hun kleurpotloden dan roze hartjes in de schoolschriften? Reeds in de tijd van de oude Grieken was roze een kleur van Eros, de god van de liefde. Roze roept rust, vrede en zachtaardigheid op. En hoezeer men het ook zou willen, lang niet elke romance is rustig, vredig of zachtaardig. Veel vaker gaat zij over ruw aangelegde paden, in tijden van onrust of zelfs oorlog. Dus noch rood, noch roze zijn in mijn ogen de kleur van romantiek. Parijs, mijn beste, is inderdaad een stad van romantiek. Maar is dit niet verkeerd opgevat? Want onder romantiek staat ook de trouwerij van koning George, om over het huwelijk van onze beste Vincent Farley maar te zwijgen. Die zal ik zeker romantisch willen noemen. Echter in Parijs vindt men de wilde nachten, op straten, in kroegen, in louche herbergen en in de dromen van de wilde jeugd. Ik zou Romantiek ook als zwart kunnen benoemen. Zwart als de opwekking van haat en jaloezie. Zwart als de angst om de ander te verliezen en zwart van het onbekende in de ander. Ik zie je een verafschuwd gezicht trekken. Terecht, toch zullen sommigen onder ons zich maar wat graag in deze duisternis wentelen om zich aan hun persoonlijke genot te voorzien.
Maar ik zal terwillen van vele oren een lichtere kleur noemen van romantiek. Waarbij ik rood en roze niet meer zal benoemen. Ach, je kijkt me vreemd aan. Ik weet het, welke kleur kan dan in vredesnaam een kleur van liefde of romantiek zijn? Ik denk dat dit gerelateerd is aan een individu. Voor een jongedame zal de kleur van romantiek rood, roze of geel kunnen zijn. Voor een jongeman die zijn liefje tot zijn vrouw wil maken wit, rood of hemelsblauw. Maar de kleur van Parijse romantiek zou ik slechts één specifieke kleur kunnen benoemen. Het is een kleur die bij mij persoonlijk veel herinneringen oproept. Die me doet denken aan de stortbuien in de lente. Aan de zwoele zomeravonden op de boulevard. Aan de hard wind op de kades en de dichtgevroren Seine in de winter. Geen van die vier seizoenen was ik er alleen. Altijd was er iemand bij mij. Daardoor kreeg Parijs elke keer weer een andere kleur. En nu, m'n beste. Heeft zij die vreemde mengelmoes. Alsof men teveel geuren ineens ruikt. Ik zoek er nog de juiste benaming voor. Het is een kleur die je aan die vier seizoenen doet denken. Het is een kleur die, als men het mij vraagt je stoutmoedig doet verlangen naar meer. De kleur die ik in de lente zou waarderen zal altijd hand in hand gaan met vrienden die ik op college bezat. Daarmee is de vreemde mengelmoes begonnen. De zomer was jaren later, we hoeven niet te raden met wie ik toen samen was. Naar ik meen is hij al reeds in Frankrijk. Hij zal voor mij altijd de zwoele duisternis zijn van een zon die net is onder gegaan. Wat het vloekend groen maakt met de lentekleur. De herfst daarintegen maakte het weer zacht groen, maar haar witte huizen die net gebouwd waren. Deze bezocht ik met mijn... vergeef me, met juffrouw Holland. De winter was mijn eerste vlucht uit Londen, hier behoorde ik thuis met Alfred en Bossie. Het was een strenge winter met doorlopende zonneschijn. Vandaar dat het een geelgroenige kleur werd. Zij veranderde met het seizoen mee. De kleur is voor mij onbenoembaar aangezien zij een emotie bevat die ik niet ken. De kleur zal ik zoeken in Parijs. Wanneer ik haar vindt zal dat het begin of het einde zijn van een nieuwe Oscar Wilde."


Het was stil in de kamer. Een merel in de dakgoot floot haar lied. Cyril ging overeind zitten.
"Dus dat is het? Dat is zijn geheim?"
"Ja," de man legde het artikel opzij.
"Dankje, ik begrijp het nu. Is dit eendezelfde kleur als Trops zo waardeerde?"
"Ja, ieder in de vriendenkring."
"Trops in kledij, mijn vader in woorden, hoe heeft de rest het geuit?"
"Vincent in zijn schilderijen, Robert in gedichten, Alfred in autozittingen en dergelijke en Frank heeft het logo van zijn uitgeverij ermee gekleurd."
"En jij?"
De man lachte zacht en stond op.
"Ik zal je het laten zien."
Een kamerdeur werd geopend, een kastdeur kraakte, een lade werd van slot gehaald, papier over papier geschoven en toen voetstappen die terugkwamen in de duistere slaapkamer.
"Alsjeblieft,"
Cyril pakte het papier aan en keek er een poosje naar.
"Het is... mooi."
De oudste van de twee streelde Cyrils gezicht toen daar stil verdriet op verscheen.
De kleur zo bijzonder dat zij alle kleuren bevatte herinnerde Cyril Wilde aan zijn vader. Herinnerde hem aan alles wat hij wilde kennen en wat hij ooit gekend had. Dit zou een nieuw begin zijn voor Cyril Wilde, daar waar zijn vader geëindigd was zou hij verder gaan.
Lente, zomer, herfst en winter. Ieder had haar eigen kleur, en samen vormden zij de kleur die de Purperen hofhouding verbond met het leven.
De kleur was noch geel, noch groen. Zij was niet wit en niet blauw.
Zij was magie.
Zij was romantiek.
Maar bovenal was zij een kleur die hém zou omschrijven.
Cyril omhelsde de man.
"Dankjewel, Adrian."
Zwijgend keken zij naar de gordijnen die lichtjes wuifden in de wind.
Die een zwoele zomer lieten kleuren.

De kleur van Oscar Wilde zou worden vergeten. Maar Zij zouden hem hun leven lang herinneren. De kleur van magie.


Reacties:


Jopie2
Jopie2 zei op 25 mei 2015 - 9:02:
De straten waren zwart van de nacht en zilver van de gevallen regen
Eén voorbeeldje uit dit verhaal vol mooie beelden.

Het begint vol mysteries die je langzaam voor mij, de lezer, invult en op die manier mijn aandacht tot het einde vasthoudt. Ook vind ik het knap hoe jij een redelijk zoet onderwerp "romantiek" weet te verwoorden, zonder dat het zoetsappig of glazuurbrekend wordt. Integendeel, ik heb dit verhaal ervaren als mooi verbeeld, subtiel en sfeervol.

ps. Oscar Wilde