Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Harry Potter » Lost in Harry Potter » Living with Severus Snape

Lost in Harry Potter

25 mei 2015 - 21:38

2648

1

297



Living with Severus Snape

In kleermakerszit zit ik in Sneeps leunstoel met een boek op schoot. Dag drie, en ik heb nog steeds niet de behoefte iets te doen. Alles voelt zo, leeg. Zo voelde ik me ook toen ik besefte dat ik niet meer terug kon naar mijn eigen wereld en tijd. Het boek dat op mijn schoot ligt gaat over illegale spreuken, een toepasselijk boek dat op een van de boekenplanken stond. Zou Sneep er wel eens een uit gebruiken? “Ga je je nog nuttig maken vandaag?” Sneep slaat zijn armen over elkaar en kijkt me nors aan. “Is lezen niet nuttig dan?” Hij trekt zonder pardon het boek uit mijn handen en gooit het op tafel, en ik kijk hem aan. “Als je toch niks beters te doen hebt, kun je de keuken schoonmaken,” zegt hij. Ik zucht diep en weet me met moeite uit de stoel te hijsen. In die twee dagen heb ik geleerd dat ik maar beter kan doen wat Sneep tegen me zegt. Niet dat ík het nuttig vind, het liefst zou ik met de deken over me heen in bed blijven liggen. Maar dat gaat ook niks oplossen. Ik zwiep met mijn toverstok en een sponsje dat in de gootsteen lag begint uit zichzelf het chroom te poetsen. Uit de bezemkast laat ik een bezem en een dweil komen. Het voelt een beetje alsof ik in de Disneyfilm Fantasia zit, en The sorcerer’s apprentice speel. Die gedachte zorgt voor een miniem glimlachje om mijn mond, ik heb altijd al van Disney gehouden. Jammer dat dat er niet is hier. Ik moet het met mijn herinneringen doen. Maar, die herinneringen brengen ook weer herinneringen aan mijn jeugd met zich mee, aan mijn vader, mijn moeder. En de herinnering dat ik eigenlijk vreselijk egoïstisch ben geweest. Een nieuwe stortvloed aan tranen dwingt zich weer een weg naar buiten, en mid track valt de dweil met een klap op de grond. De emmer water klettert omver en ik word zeiknat. Het kon me niet minder schelen. De tranen blijven toch wel over mijn wangen stromen. Sneep komt de keuken in, en met een zwiep van zijn toverstok zorgt hij ervoor dat alles weer op de goede plek terecht komt. “Wat is er nu weer?” Hij heeft weinig sympathie over gehouden voor mijn constante huilbuien. Ik wrijf ruw met mijn mouw langs mijn ogen, “niks.”
“Dit ziet er niet uit als “niks”,” hij gebaard naar mijn kleren. “Niks,” zeg ik opnieuw, zijn blik ontwijkend. Zijn blik is koud en hij kan er toch niks mee, dat dit wéér om mijn ouders gaat is voor hem allang oud nieuws. Bovendien is heeft hij niet het karakter om er mee te zitten. Hij duwt me naar de keukentafel, op een stoel, en gaat tegenover me zitten. Ik wil weer opstaan, maar ik hoef maar één blik op hem te werpen of ik weet dat ik dat beter niet kan wagen. Zoveel begrepen stille communicatie. Verbeten blijf ik daarom zitten, en sla mijn armen over elkaar ten teken dat ik toch niet ga praten. “Denk je dat zij er iets aan hebben als je steeds zo instort als je aan ze denkt?” Sneep slaat zelf ook zijn armen over elkaar, hij heeft een strenge ondertoon in zijn stem zitten. Het blijft stil.
“Nou?”
Langzaam schud ik mijn hoofd.
“Dus, wat zou je dan kunnen doen?”
Ik haal mijn schouders op, “Voldemort vermoorden?” stel ik voor. Sneep kan er niet om lachen, “dat kan niet.” “Moet jij eens opletten!” nu kijk ik hem wel degelijk aan. Hij buigt zich iets naar me toe, “jij weet net zo goed als ik dat Potter dat moet doen!” snauwt hij, “dus, in plaats van constant te zitten sikkeneuren, wat kun je doen?” “Ik zit niet te sikkeneuren!” zeg ik verontwaardigd, “ik moet gewoon steeds denken aan hoe egoïstisch het van mezelf was om míjn eigen, waardeloze, leven vóór dat van hen te laten gaan! Ik had voor de dood moeten kiezen Severus! Ik heb Voldemort precies gegeven wat hij wilde, en dat is dat ik nu officieel ook een moordenaar ben in deze wereld! Ik heb me verdomme als een echte dooddoener gedragen!” Na die kleine uitbarsting valt een stilte tussen ons. Een stilte waarin we elkaar aankijken, hij mij observerend, ik hem nog boos. Uiteindelijk staat hij op, en loopt zonder nog een woord te zeggen de keuken uit, terug naar de woonkamer. Verbaasd kijk ik hem na, waar heeft hij nou weer last van? Ik zit nog een kwartier aan de keukentafel, als het me ineens begint te dagen, zou het kunnen dat hij zich net zo voelt als ik? Maar dan vanwege Lily? Zou hij ook bij zichzelf gedacht hebben dat het beter geweest was als híj gestorven was? Geweldig, nu voel ik me ook nog schuldig vanwege hem. Ik sta op, en loop ook naar de huiskamer. Hij zit in zijn leunstoel en heeft de Ochtendprofeet opengeslagen voor zijn gezicht. Sneep kijkt pas op als ik zijn krant naar beneden duw, en er gaat een wenkbrauw omhoog. Zonder iets te zeggen trek ik de krant uit zijn hand en ga voor hem op de tafel zitten, “jij- zult je wel net zo voelen als ik. Maar dan-nou, naar Lily toe,” zeg ik voorzichtig, aangezien hij op veel verschillende manieren kan reageren. “Denk je dat ik daarom wegliep?” hij klinkt cynisch. “Eh-ja?” zeg ik met een “dûh” toontje erin. “Ik ben je zelfmedelijden meer dan zat, daarom liep ik weg!” zegt Sneep. Zelfmedelijden? Really. Ik voel opnieuw woede opborrelen, maar in plaats van die woede de ruimte te geven, sta ik abrupt op en loopt terug naar de keuken. Zonder verder nog acht te slaan op wat dan ook, begin ik pannen uit een van de keukenkastjes te trekken. Dit had ik kunnen verwachten. Sneep is het niet gewend dat er iemand bij hem in huis woont, hij is al niet sociaal aangelegd. Het is een bende, alles is een bende. Ik gooi twee speklapjes in een pan, en zet aardappels en sperzieboontjes op het vuur. Terwijl ik sta te wachten op het eten dek ik de tafel. De stilte in huis is eigenlijk best fijn, en ik heb het idee dat Sneep zo bij zijn eigen gedachten zit als ik. Zou hij gelogen hebben daarstraks? Bij een meester in occlumentie is dat moeilijk te peilen. Na een half uurtje is het eten klaar en zet ik de pannen op tafel. “We kunnen eten,” zeg ik, terwijl ik met mijn schouder tegen de deurpost leun. Sneep kijkt op van zijn boek, “nee maar, dus je hebt inderdaad besloten iets nuttigs te doen,” zegt hij. Ik ben het zat om tegen hem in te blijven gaan, dus ik knik voor ik me omdraai en aan tafel ga zitten. We eten in stilte, maar af en toe werp ik hem blikken toe terwijl hij in zijn boek blijft lezen. “Je gaat over drie dagen met me mee naar Zweinstein,” zegt hij zonder op te kijken van zijn boek, en ik kijk op. “Perkamentus wilt dat je lessen gaat volgen,” nu pas kijkt hij me aan. “Oké,” zeg ik terwijl ik opsta en mijn bord op die van hem zet, en ze in de gootsteen zet. “Je krijgt les in toverdranken, verweer tegen de zwarte kunsten en transfiguratie. Meer dan dat vond Albus niet nodig,” voegt hij eraan toe. Ik zet een ketel met water op het vuur, en leun tegen het aanrecht, “oké,” zeg ik nogmaals. Sneep staat op, en loopt naar de huiskamer, blijkbaar maakt het hem niet uit hoe ik doe, hij is me liever kwijt dan rijk. “Waar slaap ik?” vraag ik terwijl ik mijn hoofd even om het hoekje van de deur steek. “In dezelfde kamer als de laatste keer.”
“Kun je dat wel aan?” het is eruit voor ik er erg in heb. Langzaam staat hij op, en komt voor me staan, “vergeleken met De Heer van het Duister ben jij een puppy,” zegt hij sarcastisch. Dat ik een paar dagen geleden nog dacht dat er iets veranderd was tussen ons. Zou hij expres afstand houden? Is dat het? Ik draai me abrupt om als ik het water hoor koken, en zet twee koppen thee, waarvan ik er één aan hem geef. Zelf plof ik op de bank, en warm mijn handen aan de warme beker. “Ik denk dat je loog toen ik je vroeg of jij je hetzelfde voelde over Lily’s dood,” zeg ik, en ik weet dat het een gewaagde opmerking is. Sneep geeft niet meteen antwoord. Hij kijkt me aan, dat is alles. “Ik denk dat jij je hetzelfde voelde als ik nu,” voeg ik eraan toe, en ik neem een slok van mijn nog hete thee. “En je kunt niet zeggen dat ik me eroverheen moet zetten, want we weten allebei dat je nog steeds van Lily houdt. Dat heb je altijd gedaan, daarom doe je dit allemaal. Om je schuldgevoel te onderdrukken.” Ik pauzeer even om te zien of wat ik zeg effect heeft. Ik zie iets veranderen in Sneeps ogen, ze lijken, zachter? Bij gebrek aan een beter woord. “De Heer van het Duister heeft de kracht van de liefde nooit begrepen,” zegt hij, “en altijd onderschat.” Ik kom overeind en leun met mijn ellenbogen op mijn knieën, “weet je ook waarom Voldemort de liefde niet begrijpt?” vraag ik. Sneep trekt een wenkbrauw op en kijkt me aan, “verlicht me,” zegt hij droogjes. “Hij is verwekt terwijl zijn vader onder invloed was van de Amortentia liefdesdrank, Voldemort zal nooit in staat zijn lief te hebben, en zal daarom nooit begrijpen hoe sterk de kracht van liefde is. Sterker nog, het zal zijn ondergang worden.” Ik zie Sneep nadenken over die woorden. “Neem Bellatrix,” zeg ik, “die is verliefd op Voldemort. Maar hij zal haar liefde nooit kunnen beantwoorden. En zelfs al had hij kunnen liefhebben, betwijfel ik of hij erop in was gegaan. Hij is arrogant, denkt alleen maar aan zichzelf, bovendien gaat hij letterlijk over lijken om te krijgen wat hij wilt. Dat is ook een van de redenen dat ik een gruzielement van je heb gemaakt. Hij is van plan je te vermoorden op het moment dat hij de zegevlier heeft, en merkt dat die niet naar behoren werkt. Jij moet Perkamentus vermoorden, dat is zeker waar. Maar het is iemand anders die Perkamentus zal ontwapenen,” ik leun weer naar achteren en sla mijn benen over elkaar, “Draco.”
Sneep zegt nog steeds niks, maar ik kan zien dat hij de woorden tot zich door laat dringen. “Severus, ik wil je niet dood hebben! Zeker niet als de moord een vergissing is!” Opnieuw valt er een stilte, en we kijken elkaar aan. Sneep leunt na een minuut of drie naar voren, “waarom wil je zo graag dat ik blijf leven?” vraagt hij. Raak, die vraag had ik niet aan zien komen. Even ben ik te perplex om te antwoorden. Uiteindelijk raap ik mezelf bij elkaar, “omdat ik om je geef.” Dat lijkt hem dan weer te verrassen, want ik zie zijn wenkbrauwen even omhoog gaan. “Bovendien-“ ik slik, “nou- ik voel me veilig bij jou in de buurt.”
Even lijkt het erop alsof Sneep erop in gaat. Maar hij pakt alleen zijn beker thee en neemt een slok, daarna leunt hij weer naar achter. Ik volg zijn voorbeeld, alleen besluit ik op de bank te gaan liggen. Na een kwartiertje staat hij op, en knipt de leeslamp bij zijn stoel uit, “ik ga naar bed, en ik stel voor dat jij dat ook doet.” Ik kom overeind, ik voel er eigenlijk niet zoveel voor om te moeten gaan slapen. De afgelopen nacht heb ik niet geslapen, en Sneep het idee gegeven dat ik zonder drankje een droomloze nacht heb gehad. Maar ik weet dat ik dat niet nog een nacht vol ga houden. In plaats van iets te zeggen knik ik, sta op en loop achter hem aan de trap op. Het is bijna niet voor te stellen dat ik de slaapkamer nu de minst prettige kamer vind in het hele huis, maar het is toch echt zo. “Slaap lekker,” zeg ik voor ik zijn deur dicht hoor gaan. Met lood in mijn schoenen trek ik mijn pyjama aan en kruip onder de dekens. Bang voor wat gaat komen, en bang voor het feit dat het onvermijdelijk is.

“Robin!” er trekt iemand aan mijn arm, en ik hoor gegil. Het duurt een minuut voor het gillen stopt, en ik besef dat ik het zelf was. Sneep komt net overeind, en kijkt me aan. Ik heb de dekens van me afgeschopt en heb het bloedheet. Ik zie dat Sneep een beker in zijn hand heeft, weer dat drankje? “Drink,” is alles dat hij zegt, en houdt het me voor. Hij ziet er moe uit. Met tegenzin pak ik de beker aan, “weer slaapdrank?” vraag ik. “Ja, en je kan het maar beter opdrinken, want ik ga je niet de hele nacht wakker maken.” Ik voel er niet zoveel voor om dit weer te moeten drinken, “in mijn wereld kun je verslaafd raken aan dit soort middelen,’ zeg ik, opkijkend naar hem. “Niet alleen in die van jouw,” zegt hij kortaf, “drinken. Dan mag je me daarna uitleggen waarom je gisterenacht nergens last van had.” “Omdat ik toen de hele nacht wakker ben gebleven,” geef ik toe, “ik-wilde je niet tot last zijn-“ ik bijt op mijn lip en staar naar het tapijt terwijl ik de beker op het nachtkastje zet. “Jij bent me altijd tot last, wat je ook doet,” krijg ik te horen.
“En bedankt,” mompel ik zacht. Maar helaas voor mij is hij niet doof, “je bent bijdehand, je verdrinkt bijna in zelfmedelijden, en je stelt vragen waar ik je eigenlijk helemaal geen antwoord op wil geven. Dan heb je ook nog vreselijke nachtmerries, die, mind you, de hele buurt zo’n beetje uit hun slaap houdt. En je loopt alleen maar depressief te doen. Ik zou bijna zeggen dat jij en Zwarts voor elkaar gemaakt zijn.” “Ga je daar nou weer over beginnen?” ik sta op, en kijk hem recht aan, “Sirius zat opgesloten! Reden temeer om daar depressief van te worden!” “Oh alsjeblieft,” sneert Sneep, “dat geloof je toch zeker zelf niet?” Ik zucht diep, “je bent zelf ook niet de makkelijkste om mee te leven,” ik sla mij armen over elkaar.
“Heb ik ooit gezegd dat ik dat wel was?”
“Ja jezus! Je kan het tenminste proberen Severus!” zeg ik boos, “ik doe verder toch niks verkeerd?! Behalve misschien teveel met mijn gedachten zitten bij de moorden die ik heb moeten plegen op mijn eigen familie. Kun je me dat echt kwalijk nemen?” Sneep buigt zich zonder een woord te spreken langs me heen, en pakt mijn beker van het nachtkastje. Hij is ineens zo dichtbij, dat mijn hart weer die rare sprong maakt, die heb ik eerder gevoeld, toch? Opnieuw duwt hij de beker in mijn handen, “je raaskalt. Drink op, en dat is de laatste keer dat ik het tegen je zeg.” Hij draait zich om, en gooit met een klap de deur dicht. Mijn ogen blijven even op de dichte deur gericht terwijl ik langzaam de slaapdrank drink. Het is zoveel anders dan de eerste keer dat ik hier verbleef. Toen kenden we elkaar bijna niet, was ik wel in staat om met hem om te gaan, en hij met mij. Wat is er toch veranderd tussen ons? En, zou hij zich hetzelfde afvragen? Die eerste keer dat ik hier verbleef, toen deed ik tenminste een stuk meer in huis dan nu. Hij heeft een punt in het feit dat ik depressief loop te doen, maar zo voel ik me ook. Zelfs in de tovenaars wereld is daar geen drankje voor, op Felix Fortunaris na misschien. Ik ga met mijn gezicht naar de muur liggen, en sluit mijn ogen.


Reacties:


LauraHoran
LauraHoran zei op 26 mei 2015 - 7:26:
Jij schrijft zooooo goed!!! Ik geniet iedere regel van dit verhaal!!! Snel verder pls pls pls