Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Harry Potter » I've Come To Burn Your Kingdom Down » xii.

I've Come To Burn Your Kingdom Down

27 juli 2015 - 16:39

1712

3

264



xii.

“Oh god, wat hebben ze met Harry gedaan?”
“Ik zal hen een lesje leren! Iemand zo aftuigen terwijl ‘ie in z’n uppie was! Ik maak ze kapot!”
“Fred, rustig!”
“Nee Cresh, hij heeft gelijk. We maken ze kapot!”
“George!”
“Zo hoor ik het graag, broertje.”
“Hermelien… kijk wat ze met hem gedaan hebben. Dit is niet oké.”
“Dat weet ik, Ron! Maar we kunnen toch niet –“
“Kunnen we wel.”
“Ron is toch een echte Wemel. Wij met z’n drieën, wij kunnen die bullenbak wel aan.”
Een barbarenkreet, gevolgd door een gesiste ‘ssh’. “Jullie maken hem nog wakker. Ga weg. Ik zorg wel voor hem, en dan praten we hier zo meteen over verder.”
Het laatste dat Harry hoorde was zacht geneurie terwijl een hand door zijn natte haren streek.

Toen hij die ochtend wakker werd, wist hij niet of hij dat gedroomd had. Zijn hoofd bonsde, voor één keer niet van overmatige alcoholinname maar van de klappen die hij had moeten incasseren. Toen hij rechtop wilde zitten, blokkeerde zijn lichaam volledig, waardoor hij gedwongen was te blijven liggen.
Terwijl hij omhoog staarde naar het wazige plafond van zijn hemelbed begonnen gedachtes zijn brein weer in te filteren. Zijn kleren waren niet meer nat, maar voelden ook niet aan alsof ze dat ooit geweest waren. Ze voelden ook niet zo strak als zijn spijkerbroek gezeten had de vorige avond.
Zijn vingers werkten verbazend goed mee toen hij ze langs zijn broek liet strijken. Stof. Dit was een pyjamabroek.
Hij vond zijn bril nauwkeurig op het nachtkastje gelegd, naast een glas water waarin een aspirine was opgelost. Hij dronk het dankbaar leeg en duwde zich dan omhoog in één beweging.
Alles schreeuwde. Wie hem had omgekleed, had niet geprobeerd zijn armen in een T-shirt te wringen. Harry wist niet eens hoe hij rechtop kon blijven staan.
Op de middelbare school was het al erg geweest, maar consistent in zijn frequentie. Hij was eraan gewoon. Nu voelde het alsof hij van de wolken naar beneden gestort was. Hij kende deze pijn niet meer. Hij had gedacht dat hij veilig was. De blauwe plekken zagen er minder angstaanjagend uit dan ze voelden, maar hij had het niet gemist dit als zijn spiegelbeeld te zien.
Met zijn kaken op elkaar geklemd murwde hij zich in een shirt met lange mouwen dat hij tot over zijn knokkels trok, de stof samengepropt in zijn vuisten. Met een beetje geluk zou niemand zijn verwondingen moeten kunnen zien. Hij ruilde zijn pyjamabroek in voor een loszittende spijkerbroek en begon dan zijn koffer te pakken.
Het semester was afgelopen. Pas voor de examens zou hij hier weer terug zijn.
Hij wou niet weg, maar hij kon ook niet blijven.
Met de nodige moeite bewoog hij zich door de kamer heen en gooide alles in zijn koffer.

Hermelien, Ron, Fred en George wachtten op hem in de keuken. Het Griffoendorhuis was stil geweest rondom hem toen hij zijn spullen de overloop op sleepte en het naar beneden droeg. Hij had gedacht dat iedereen behalve Plank al vertrokken zou zijn. De Wemels hadden gepland om zeven uur ’s ochtends te vertrekken, zodat ze op een redelijk uur thuis waren en nog van hun moeders “magische kookkunsten” konden genieten.
Harry keek verdwaasd op toen hij hen zag zitten.
De manier waarop ze naar hem keken… Hij twijfelde niet langer over wat hij meende gehoord te hebben – dat was toch geen droom geweest. Iets koud en kwaad stond in de ogen van de Wemeljongens.
Als hij gedacht had zijn vrienden te verliezen nu het moeilijk voor hem werd, had hij dat mooi verkeerd gedacht.
Hermelien gaf hem een kop stomende koffie.
De stilte was ondraaglijk.
Met een zucht liet hij zich aan de tafel vallen, grimaste om de pijn, en zuchtte. “Ik heb een probleem.”
En toen barstten ze allemaal tegelijkertijd los.

Zijn familie wist niet wanneer hij thuis zou komen. Met zijn mouwen over zijn handen getrokken, stond Harry voor de voordeur te treuzelen – hij wou niet. Ze zouden het hem niet kwalijk nemen dat hij eerst afscheid van zijn vrienden had willen nemen, of dat hij tijdens het semester zo weinig thuis was geweest.
Dat wist hij allemaal heel goed, en toch kon hij zich er niet toe brengen de bel in te drukken of zijn sleutel uit zijn rugzak te vissen. Sneeuw kwam in grote vlokken uit een grijze hemel gevallen, maar dat was niet waarom hij zich nog zo klam voelde. De herinnering zat weer op zijn huid, elke stap die hij richting thuis had gezet was met lood in zijn schoenen en pijn in zijn lichaam geweest.
Hoewel zijn vrienden hem op het hart hadden gedrukt dat er een oplossing zou komen en dat ze hem zouden steunen elke stap op de weg, bracht de koude en de sneeuw de gebeurtenissen van de nacht voordien helder terug voor zijn geestesoog. Erger nog, het voelde alsof het weer gebeurde, hij voelde elke slag en stoot weer.
Was hij maar in het Griffoendorhuis gebleven. Daar hadden de mensen hem begrepen. Daar wísten ze het. Daar wisten ze nu alles over Dirk. Zijn familie wist niets.
Uiteindelijk werd hij ontdekt door Sirius, die de deur opengooide. “Harry! Hebben we de bel niet gehoord ofzo?”
“Oh, nee, ik ging net m’n sleutel pakken.”
“’t Is echt goed je weer te zien, knul. Ga maar snel naar binnen, je zou nog geen hond dit weer in sturen.” Hij blafte een lach uit en zette grote stappen door het besneeuwde paadje. “Als ik terug ben van de winkel wil ik al je verhalen horen!”
De versieringen aan de buitenkant van het huis waren nog oké: lampjes aan de dakgoot en een plastieken Kerstman in de voortuin. De binnenkant was haast niet meer te herkennen. Slingers, guirlandes, ballen, lichtjes, muziekjes, klokken en decoratiestukken. Het was alsof een kerstwinkel over hun interieur had gekotst.
Hij schopte zijn kletsnatte schoenen de hoek in en bracht eerst zijn spullen naar zijn slaapkamer, waar hij alles nog net iets langer kon uitstellen. Een fijne verzameling stof bedekte alle boeken en speeltjes op zijn kasten en bureau, maar zijn bed was vers opgemaakt. Hij nam ruim de tijd zijn kleren in zijn kast te leggen en zijn schoolboeken uit te stallen – hij moest dringend voor zijn examens beginnen studeren. Maar eerst: familie.
Er was niets meer waar hij zich nu mee bezig kon houden behalve hen onder ogen te komen, dus met de nodige tegenzin slenterde hij de trap weer af. Hij had er zo lang over gedaan dat Sirius alweer in de gang stond toen hij eindelijk beneden aankwam. Hij schudde de sneeuw uit zijn haren net als een hond zou doen. Hij had een bak bier en dozen gebak bij.
“Wat sta jij hier nou weer te doen?”
“Niets. Ik heb gewoon… alles eerst weggezet. Dan hoeft mam er niets over te zeggen.”
“Wat een verantwoordelijke jongen ben je toch. Hier, hou dit even vast.” Harry had niet eens een keuze, de dozen werden in zijn armen geschoven en toen sloeg Sirius hem op zijn schouder. Hij moest op de binnenkant van zijn kaak bijten om niet te laten blijken dat dat píjn had gedaan. “Komaan, je ouwelui hebben je echt gemist, om maar te zwijgen over je zusje.”
Oh nee. Zijn zusje. Hetzelfde zusje dat niets liever deed dan in zijn armen te kruipen of aan zijn rug te gaan hangen.
Maar hij wist dat hij hier niet onderuit kon komen. Dus nam hij zo diep adem als zijn gekwetste ribben toelieten en stapte dan de woonkamer in.
Hij beet op zijn tong terwijl hij geknuffeld werd en deed toen alsof hij een kater had, zodat zijn zusje een kus op zijn voorhoofd drukte (ze moest ervoor omhoog getild worden door hun vader en Harry moest tranen wegslikken) en dan op haar eentje ging spelen. Zijn moeder had thee gezet en daar nam hij zuinige slokjes van, dankbaar dat hij nu iets te doen had met zijn handen.
Er werd gepraat. Na een paar minuten namen James en Sirius het over, wat Harry prima vond; hij dronk zijn thee, at wat gebak en probeerde zijn moeders onderzoekende blik te negeren. Toen Remus en Peter ook eindelijk over de vloer kwamen, met Tops die de paraplubak omstootte en Teddy die zijn gitaar had meegebracht, viel het niemand meer op hoe stil hij was.
En toen ze vertrokken naar het restaurant waar ze plaatsen hadden gereserveerd, zei hij dat hij zich echt niet goed genoeg voelde om mee te gaan. Toen hij eenmaal in zijn bed lag, liet hij alle opgekropte emoties eruit tot de vermoeidheid hem een nachtmerrie in sleurde.

Het was desoriënterend om wakker te worden in zijn eigen bed. Hij zag de posters die hem de vijf jaar voor Zweinstein elke morgen hadden aangestaard, de wereldbol die op de hoek van zijn bureau stond. Nu wist hij dat de Harry van voor Zweinstein, de Harry van voor Rón en Hermelien en Griffoendor, het nooit zou gedurfd hebben de reizen te maken waar hij toen van droomde. Die Harry kroop weg van problemen, en angstaanjagende veranderingen. Vluchtte van alles dat ongemakkelijk was.
De nieuwe Harry niet. Die zou een wereldreis maken, die was eerlijk zijn tegen zijn vrienden.
Hij wreef in zijn ogen voor hij zijn bril op zijn neus duwde en zijn iPhone uit de zak van zijn broek viste. Die had hij de avond voordien laten vallen waar hij stond voor hij in boxer onder zijn lakens kroop.
Er wachtten een aantal sms’jes op hem. Hermelien had hem gevraagd of alles echt oké was, en dat als hij er meer over wilde praten hij haar altijd kon bereiken. Ron nodigde hem uit Nieuwjaar bij hem thuis te komen vieren.
En op zijn Facebookapp stond een bericht van Draco hem op te wachten.
Het zien van die naam deed nog het meeste pijn. Draaide het niet allemaal om hem? Harry had hem aantrekkelijk gevonden. Dat was het. Niet meer dan dat. En hij had zichzelf doen geloven dat dat oké was, maar hij was Dirk vergeten en dat had hem heel wat gekost.
Vanaf nu af aan ging hij niet meer zo met zijn geluk spelen. Hij kon het bij Griffoendors houden. Als Dirk dan nog eens iets probeerde, zou hij een legertje bloedlustige leeuwen achter hem hebben staan.
Hij had geen nood aan laffe, gemene slangen in zijn leven.
Hij verwijderde het bericht zonder het te lezen en gooide dan de jongen uit zijn vriendenlijst.
Met hernieuwde moed sprong hij de douche in.


Sorry dat het zo lang geduurd heeft.
&&. Deze is voor Bo. <3


Reacties:


Eliros
Eliros zei op 30 juli 2015 - 16:25:
No. D:
Toen ik zag dat 't 23K+ woorden had, dacht ik dat 't wel even zou duren voordat ik alles had gelezen, but guess fuckin' what. ._.

Ik wil Drarry. (you fucking suck.)


Bodine
Bodine zei op 28 juli 2015 - 14:29:
I FUCKING HATE YOU. You. You. You goddamn "hier ik schrijf Drarry maar ik boycot m'n eigen ship" I MEAN YOU COULD'VE LET ME KNOW WHAT DRACO HAD TO SAY ALRIGHT. Yes. You could've. I see you've changed your name to Overlord Satan - well, good. You are.

Dus er zit maar één ding op, hè? En dat is, dat jij heel snel verder gaat schrijven zodat Draco meer benadering kan zoeken en ik misschien ooit wel kan lezen wat hij Harry te zeggen heeft en zo, y'know, just, you go do that, alright? <3

&thanks, I feel honoured. (:


narcissa
narcissa zei op 28 juli 2015 - 13:21:
Arme Harry. Ik hoop maar voor hem dat de pijn snel over is. Dit is was echt goed hoofdstuk. En ik vond Fred en George echt fantastisch. Geweldig hoe die twee het voor Harry op namen. Strekte Harry.
en hopelijk doet die douche hem goed.