Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » One Direction » SOME NIGHTS » Deel 6

SOME NIGHTS

30 juli 2015 - 21:02

869

1

243



Deel 6

But just because it burns, doesn't mean you're gonna die, you've gotta get up and try – Try, Pink

Tommie had me omhoog getrokken en me de zaal uit gesleurd. Na een telefoontje naar een onbekende had hij me naar zijn huis weten te krijgen, waar hij me op de bank had geplant en me een glas witte wijn in de hand had gedrukt. Nadat ik het volle glas achter mijn kiezen had en een kwartier naar een programma als 'funniest home videos' had zitten kijken was ik weer voor een gesprek vatbaar.
"Wat de hek! Wat de fuck is er met jou?" Hij schreeuwde. Zijn haar was ondanks alle gel verfomfaaid en zijn kleding was kreukelig. Ook zat er een vlek in het tapijt en waren mijn sokken nat - er was wijn over de rand van het glas gegaan met het overhandigen. Zo voelde ik me, alsof mijn leven een vlek was in het tapijt en iemand onbenullig zei: "Oeps sorry, gemorst." Ik voelde me verloren en ongewenst en eigenlijk alleen maar heel veel moeite – voor iemand anders. Ik zadelde andere mensen op met mijn problemen.
"Het spijt me echt heel erg," vervolgde hij iets rustiger, maar nog steeds op dringende toon. "Ik moet het nu weten, Alisha. Ik snap dat je privacy hebt en dat je gesloten bent en dat het moeilijk is. Maar dit slaat alles. Je was eerst een prima zombie, want je leefde en functioneerde nog en soms lachte je zelfs nog - ook al weet ik niet of het gemeend was. Maar dit was angstaanjagend. Je was er gewoon niet. Ik kon tegen je aanpraten, zolang als ik wilde, maar het kwam niet binnen. Ik moet het nú weten."
Tommie vertelde de waarheid. Ik wist niet hoe ik daarmee om moest gaan. Want gelijk had hij, hij had zo gelijk. Want ik was ook meer dood dan levend, in ieder geval stond ik mentaal in een sluimerstand. Maar het was niet dof, of grijs, juist pijn overheerste alles. De pijn veroorzaakt door de eenzaamheid, door zíjn afwezigheid. Door mijn gevoelens en mijn liefde voor hem, terwijl hij niet bij me was. Continu werd ik aan alles herinnerd en ik kon er niets tegen doen. Ik was machteloos. En dat was verschrikkelijk.
"Het spijt me, Tommie," begon ik. Het speet me zo, ik voelde het tot in mijn binnenste, naast die alles verscheurende pijn. Want Tommie en al die andere mensen zaten daar, want ik had hen teleurgesteld. Diep teleurgesteld en dat leek het enige wat ik kon doen, mensen teleur stellen. Dat bracht een enorm schuldgevoel op en zo leek het alsof een deel in mijn borstkas zich verkrampt had, pijnlijk aangespannen terwijl ik het niet kon ontspannen, zolang ik bleef teleurstellen.
"Ik weet dat dit niet goed is en dat het moet veranderen maar ik weet niet hoe, Tommie. Ik weet werkelijk waar niet hoe." Ik leek wanhopig, mijn stem klónk wanhopig. Misschien was ik dat ook wel. Ik was hopeloos en machteloos. Ik wist ook dat ik radeloos was, dus dan kon wanhopig er ook wel bij.
“Het doet zo’n pijn, Tommie. Ik word elke nacht wakker en dan kan ik niet meer slapen. Soms kan ik alleen maar staren en denken en die pijn voelen. En dan verdrink ik bijna in mijn pijn. Ik zwelg niet in zelfmedelijden en ik wil niet dat mijn pijn mij zo opslokt, maar hij overheerst alles. Híj overheerst mijn gedachten, nu nog, met mijn hele leven erbij. Ik weet niet wat ik er tegen moet doen.” Tranen brandden in mijn ogen, ook al had ik al zoveel gehuild. De pijn zat in mijn hart en in mijn spieren, tot in mijn organen, mijn hoofd en oefende kracht uit op mijn oogleden – of ze laten overlopen met tranen, zodat mijn zicht troebel zou worden, of ik wilde mijn ogen sluiten, zodat het donker zou worden en ik mijn omgeving niets meer schuldig was.
Maar wanneer ik ze sloot, kwam alles terug. Herinneringen, mooie momenten, maar vooral de dromen en de harde woorden en zijn tranen. Zijn mooie gelaat met zijn krullen en zijn prachtige ogen waarin ik kon verdrinken, maar die mij alleen maar terugtrokken in het verleden vol pijn.
“Heb je er ooit aan gedacht om hulp te zoeken? Als in psychologische hulp?” bracht Tommie voorzichtig op. Hij keek mij schuldig aan. Ik kon hartstikke boos worden, voelde het al oplaaien achter mijn ribben, maar ik wist dat hij het goed bedoelde – hoe gefrustreerd hij ook was, hij was mijn vriend en wilde hulp bieden. Misschien was ik ook wel een beetje gek, had ik een beetje hulp nodig. Verslaving en depressiviteit waren niets voor mij, dat paste niet bij mijn persoonlijkheid – en toch gedroeg ik mij zo. Maar ik wilde het niet, dat kon ik niet.
“Daar ben ik bang voor, Tommie. Ik herleef alles elke nacht, en dan moet het nog eens en nog gedetailleerder en ik weet niet of ik dat kan. Of ik dat overleef.”
“Doe niet zo gek, Alisha. Je bent hier al maanden en je hebt mij overleefd en je hebt soms je momenten, maar serieus, je overleeft dit. Dat kan niet anders. Je kunt niet sterven aan een gebroken hart.”
“Soms ben ik bang van wel.” fluisterde ik.


Reacties:


Rebella
Rebella zei op 30 juli 2015 - 21:32:
Ahw!
Die laatste zin... is so...(u)
Snel verder!
I like Tommie!