Hoofdcategorieën
Home » Sprookjes » Sprookjes van de gebroeders Grimm met updates. » (015) Hans en Grietje
Sprookjes van de gebroeders Grimm met updates.
(015) Hans en Grietje
Aan de rand van het nationale park de Hooge Veluwe woonde een voormalige houthakker, die vanwege een beroepsziekte in de WAO was beland, met zijn vrouw en twee kinderen. Het jongetje heette Hans en het meisje Grietje. Ze hadden maar heel weinig te eten, en eens, toen de uitkering op was en de Voedselbank gesloten - het was tenslotte zaterdagavond - konden ze ook niet meer aan brood komen. Toen hij daar voor de televisie over zat te tobben zei hij tegen zijn vrouw: "Wat moet er van ons worden? Hoe kunnen we onze kinderen te eten geven, wij die voor ons zelf niet eens meer sigaretten hebben?"
"Wat zei je vent?" vroeg zijn vrouw en keek verstoord op van haar sudoku, "je zit toch niet wéér om bier te zeuren?!"
"Nee mens," zei de man, "ik ... ach, stik maar, ik ga naar m'n nest!"
De twee kinderen hadden zo'n honger dat ze niet konden slapen en ze hadden hun ouders zoals gewoonlijk weer lelijk tegen elkaar horen doen. Bij 't eerste schemerlicht, nog voor de zon was opgegaan, kwam de vrouw de beide kinderen roepen. "Sta toch op, luilakken, jullie moeten naar het veld van de sportvereniging om de lege bierflesjes te verzamelen, voor het statiegeld!" Dan gaf ze aan elk een handje cornflakes en zei: "Daar heb je iets voor de straks; maar niet gelijk alles opeten, want dit is alles wat je krijgt totdat we bij de supermarkt van het statiegeld wat brood hebben gekocht."
Toen gingen vader - ongeschoren, ongewassen en nog steeds naar bier stinkend - en de kinderen naar het terrein van de voetbalclub. Daar maakte hij het gaas van het hek los zodat de kinderen naar binnen konden kruipen, waarna hij ze elk een grote boodschappentas van de Action gaf om de lege flesjes in te doen.
Hans en Grietje speurden het clubterrein af, en toen ze de kerkklokken verderop hoorden luiden, aten ze allebei hun kleffe slappe cornflakes op. En omdat ze geluid bij het hek hoorden, geloofden ze dat hun vader in de buurt was. Maar het was de afgekeurde houthakker niet, het was de politie die samen met de voorzitter van de voetbalclub waren gekomen omdat het stil alarm was afgegaan.
Grietje begon te schreien en zei: "Hoe komen we nu hier weg?" Maar Hans troostte haar: "dat lukt niet, we komen hier niet weg, maar met een beetje mazzel worden we door de Kinderbescherming uit huis gehaald." En zo gebeurde, en Hans en Grietje leefden nog lang en ongelukkig.
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.