Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Overige » All The Little Lights » De hand in de mist [Doctor Who]

All The Little Lights

6 sep 2015 - 23:57

499

0

220



De hand in de mist [Doctor Who]

Gebruik de zin: “Ik zei toch dat de mist niet zou optrekken.”

“Ik zei toch dat de mist niet zou optrekken.” Amy’s enigszins bezorgde stem schalde over de ogenschijnlijk verlaten planeetvlakte. Met haar handen voor zich om nergens tegenaan te botsen (het zich was hooguit een halve meter) schuifelde ze voorzichtig verder.
“En ik heb gezegd dat het wel goedkomt. Het is hier altijd wat mistig. Verderop wordt het wel beter,” zei de Doctor enigszins geïrriteerd.
Amy rolde met haar ogen, maar reageerde niet. De Doctor tegenspreken leidde enkel tot een hoop gezeur.
Maar ze liepen verder en verder en de mist loste maar niet op.
“Doctor, zullen we teruggaan?” vroeg Amy uiteindelijk. Hoe ver ze ook liepen, ze leken nergens uit te komen. En ergens had ze het idee dat iets of iemand hen in de gaten hield, al zou ze dat niet aan de Doctor vertellen.
“Nog even, nog even. We zijn er echt bijna. Op de kaart leek het helemaal niet zo ver.”
Amy brieste nors. Met haar lippen kwaad getuit liep ze verder. Maar het gevoel dat ze bekeken werden, zakte niet weg. Sterk nog, het leek alleen maar erger te worden. “Doctor,” zei ze uiteindelijk, “ik heb het gevoel dat we niet alleen zijn.”
“Natuurlijk zijn we niet alleen, Amy!” riep hij verontwaardigd. Hij had zich met een ruk omgedraaid en zijn handen op Amy’s schouders gelegd. “Deze planeet zit vol met leven! Kleine microberen, krioelend onder het oppervlak. Waarom zou je denken dat we alleen zijn?”
“Nee, Doctor, dat is het niet. Er is iets in de mist, ik voel het.”
De Doctor zei niets. Heel even stonden ze zwijgend tegenover elkaar, intens luisterend naar hun omgeving.
“Amy, ren,” zei de Doctor, opvallend kalm.
Amy bedacht zich geen moment. Pijlsnel draaide ze zich om en begon te rennen in de richting waar ze vandaan waren gekomen. “Doctor, waar is de TARDIS?” riep ze tussen het hijgen door.
Maar de Doctor antwoordde niet.
Ze bleef dus maar doorrennen. Door en door, zo snel als haar benen haar konden dragen. Plotseling voelde ze iets hard langs haar arm schrapen, maar ze trok hem weg voor het iets zich eromheen kon sluiten.
Steen, het leek wel steen. Koud en hard, maar glas als een standbeeld. Zonder te stoppen met rennen keek ze om zich heen. Het had geen zin: door de dichte mist zag ze geen steek voor ogen. Wat het ook geweest was, ze kon het niet zien.
“Doctor!” riep ze nogmaals, nu wanhopig.
De Doctor reageerde weer niet. Ze hoorde echter wel iets anders. Een pulserend geluid, omhoog en omlaag en weer omhoog. Het leek steeds dichterbij te komen.
Ze zette zich af voor een eindsprint in de richting van het geluid. Nog steeds probeerde ze om zich heen te kijken om haar achtervolger te vangen in haar blik, maar het had geen zin.
Nog heel even. Ze zag het blauwe licht al voor zich knipperen, als een baken in de witte wereld.
Ze probeerde recht door de deur de telefooncel in te rennen, maar het ding gaf niet mee. Luid bonkte ze op het hout. “Doctor! Het zijn de angels! Doctor!”


Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.