Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Harry Potter » Na de boeken: De Terugkerende Vloek » Het Medaillon van Leven

Na de boeken: De Terugkerende Vloek

14 sep 2015 - 1:43

1113

0

401



Het Medaillon van Leven

Clairissa, Alice en Mirthe waren het portretgat door geklommen en liepen op hen af. Clairissa en Mirthe leken in een goede bui te zijn, alhoewel Alice er met een nors gezicht naast liep. Vrolijk nam de eerste het woord.
'Hey jongens. Wat zijn jullie aan het doen?'
'Hallo Clairissa', zei Scorpius vriendelijk.
'Hey Clarissa' Albus keek opzij naar Roos, die haar boek had dichtgeklapt en weggestopt en niet van plan leek iets te zeggen. Ze keek van Clairissa naar Albus en wilde hem duidelijk iets zeggen, maar niet in het bijzijn van de anderen.
'Wat zijn jullie aan het doen?', herhaalde Clairissa. Ze ging naast hem zitten en keek over zijn schouder mee naar het perkament in zijn hand. 'Wat is dit?' Nieuwsgierig trok ze het uit zijn handen maar voor ze nog iets kon zeggen sprong Roos op en pakte het weer van haar af.
'Nee!', schreeuwde ze. 'Niet lezen! Weg hier jullie alledrie! Albus kom, we moeten hier snel weg' Dit laatste zei ze zachtjes en een beetje smekend tegen Albus, die geschrokken naar haar keek.
'Roos?' Alice' boze uitdrukking was verdwenen en ze keek nu bezorgd naar haar vriendin. 'Gaat het wel goed met je?'
Albus begreep het ook niet. 'Roos wilde ons net vertellen...'
'Nee! Niks zeggen! Ik wilde niks vertellen, er is niks, ga nu weg...'
'Roos!' Scorpius keek geschokt naar haar op.
'Roosje, gaat het echt wel?' Alice liep ongerust op haar vriendin af, maar Roos duwde haar aan de kant en liep snel weg.
'Oke, wat is er mis met haar?', vroeg Alice geirriteerd.
'Geen idee, maar ze wilden ons net wat vertellen'
'Waarover?'
'Die ketting van haar', antwoordde Albus. 'Een Medaillon van Leven, of zo. Ze zei dat hij heel zeldzaam was en wilde net zeggen van wie ze hem had, toen jullie binnenkwamen'
'Oke, dit is echt bizar' Alice keek naar Mirthe voor ondersteuning. 'Weet je nog, een paar dagen geleden, bij het meer?'
'Ja, ik weet het nog', zei die daarop nonchalant. 'En daarvoor was er nog het licht...'
'En de Snaai', voegde Clairissa toe.
'Wow wow wacht, wat was er met het meer?', onderbrak Albus.
'Nou, niks, zo leek het tenminste. We liepen er gewoon langs en opeens viel het water ons aan!'
'Wat? Waarom hebben jullie dat niet verteld?', zei Scorpius beschuldigend.
'Roos verbood het ons! Net als met het licht!'
'Roos verbergt iets en ze wilde het ons net vertellen toen jullie binnenkwamen en alles verpesten!'
'Hoe konden wij dat nou weten! Alsof jullie trouwens alles vertellen! Wat is nou weer een Medaillon van Leven?', bitste Alice.
'Daar kan ik antwoord op geven'
Alle hoofden draaiden zich naar Mirthe en er viel een stilte terwijl iedereen wachtte tot ze wat zou zeggen. Mirthe nam, zoals altijd, rustig de tijd.
'Tante Loena heeft me erover verteld. Het zijn Amuletten die worden gegeven aan de ernstig zieke, mensen op 'leven na dood'. zoals zij het zei. Als het op tijd wordt gegeven en goed wordt gemaakt, geeft het een kracht zo sterk als het leven zelf. Je moet hem alleen wel altijd om houden, want als hij te lang af was zouden ze alsnog sterven'
Mirthe gaf hen tijd om deze informatie te verwerken. Albus schrok. Was Roos soms ziek?
Nee, dat zouden ze wel gemerkt hebben. En Roos was zeker niet zo dom om te verbergen dat ze ernstig ziek was, in tegendeel.
Maar... Wat betekent dat dan?' vroeg Scorpius in de war.
'Dat betekent dat we achter Roos aan moeten voordat dat vreemde Amulet van haar nog meer problemen veroorzaakt!' Clairissa sprong op en keek hen aan. 'Waar denken jullie dat ze heen is?'
Alice keek haar hooghartig aan. 'Nou, als haar beste vriendin, zou ik zeggen dat ze naar de bibliotheek is gegaan-'
'Die is bevroren'
'Die is wát?'
'Ja, lang verhaal, weinig tijd, waar kan ze nog meer zijn?', vroeg Albus.
'Hagrid's hutje!', riep Scorpius triomfantelijk.
'Het meer!', schreeuwde Mirthe tegelijk.
'Snel, naar buiten dan!', brulde Albus. Hij rende dwars door de leerlingenkamer naar het portretgat aan de overkant, al snel gevolgd door de anderen. Hij duwde het schilderij open en wachtte tot iedereen er door heen was voor hij het weer sloot en achter hen aan rende. Achter hem hoorde hij de Dikke Dame gillen: 'Bedankt, jonkheer, en onthoud; het nieuwe wachtwoord is 'nooit meer zoveel rode wijn! Hik!'
Ze renden de gang af naar het trappenhuis, dat vreemd genoeg helemaal verlaten was. De Griffoendor-toren was op de hoogste verdieping en Albus was blij dat ze alleen nog maar trappen omlaag hoefden.
Ze holden door de gangen naar de Aankomst-hal. Voor een seconde had Albus zicht op de Grote Zaal voor hij door de grote deuren naar buiten rende; de grote, volle, warme plek waar zo ongeveer iedereen in de school leek te zijn. Hij herinnerde zich weer welke dag het was; de laatste voor de kerstvakantie, waarin veel leerlingen, waaronder hij, naar huis gingen om Kerst te vieren met familie. Albus was zijn tijdsbesef even kwijtgeraakt. Deze dag bijvoorbeeld leek nu al jaren te duren.
Ze rende over het gazon richting het meer. Hoewel het December was, had het nog niet gesneeuwd, maar de grassprieten waren hard geworden en helemaal wit van de kou. De zon scheen zwakjes door de klamme wolken heen, maar hoewel er een koude wind stond, had Albus het warm.
Langzaam stopten ze met rennen, totdat ze samen over het grasveld liepen speurend naar een enkel teken van leven. De schoorsteen van Hagrid's hutje rookte niet en er klonk geen enkel geluid op hun aamborstige ademhaling na. Het leek alsof alles en iedereen binnen was, en zo vreemd was dat ook niet met dit kille weer.
Ze hoorden de wind ruisen en het bevroren gras onder hun voetstappen kraken terwijl ze behoedzaam rondkeken, maar ze zagen geen spoor van Roos. Niemand zei iets en Albus begon zich net af te vragen of dit nog wel zin had toen hij iets hoorde.
En daar zat ze, aan de rand van het Verboden Bos, leunend tegen de stam van een dikke boom. Ze had haar knieen opgetrokken en haar gezicht verborgen onder haar handen. Hij trok Scorpius aan zijn mouw, wees hem Roos en legde net op tijd zijn hand voor Scorpius' mond voor hij begon met roepen. Samen liepen ze er op af. Albus kon nu duidelijk Roos' ademhaling horen, die hem veel zachter en klonk dan nodig was. Snel liep hij op haar af en knielde naast haar neer.
'Roos?' Hij pakte haar schouder en schudde wanhopig, maar ze reageerde niet. Aan haar andere kant kwam Clairissa zitten.
'Roos?', vroeg ze zachtjes. Voorzichtig raakte ze haar schouder aan; toen viel Roos flauw.


Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.