Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Zielen » S.P.A. (Special Paranormal Agency) De zwarte hond » Hoofdstuk 6 Twee gaven en een opdracht

S.P.A. (Special Paranormal Agency) De zwarte hond

23 sep 2015 - 22:19

2045

0

227



Hoofdstuk 6 Twee gaven en een opdracht

Mizore keek verbaasd naar Souta. ‘Ik heb iets wat jij nodig hebt? Ik heb niet eens spullen bij me. Behalve dat wat ik aan heb en het standaard.’ ‘Ik heb het ook niet over je spullen. Ik heb het over die droom die je gehad hebt.’ ‘Hoe weet jij nou wat ik gedroomd heb?’ ‘Mijn vrienden die jij alleen kan zien hebben mij dat verteld.’ ‘Je hebt het zeker over die droom met dat jongetje of niet soms?’ ‘Ja daar heb ik het inderdaad over. Je bent tenminste snel van begrip.’ Met een beledigde blik vervolgde Mizore het gesprek. ‘Jij weet dus wat meer van mijn droom af?’ ‘Ik weet wat het betekend en wat je te doen staat. Helaas is je gave nog bijna niet ontwikkeld.’ ‘Mijn gave?’ ‘Jij zit ook vol met vragen hé? Hoe dan ook. Jij hebt de gave om zielen te zien, net als ik de gave heb om ze te horen. Wij beiden hebben een probleem. Ik kan ze alleen horen en jij kan ze alleen zien. Dus als we dat jongetje gaan helpen..’ ‘Hebben we elkaar nodig’ Maakte Mizore zijn zin af. ‘Precies, maar dan blijft als nog de vraag of jij dat wel wilt.’ ‘Ik heb niets beters te doen, dus ja, ik wil wel helpen. Alleen, ik moet dan toch eerst die gave onder controle hebben?’ ‘Daar heb je gelijk in en ik ga je daar mee helpen. Je moet eerst maar is weten wat we voor ons hebben, onze dromen passen in elkaar, wij moeten uitvinden hoe. Ben je er voor in om met mij samen te werken?’

‘Ach misschien vormen we nog een goed team ook, dus waarom niet.’ Zei ze met een glimlach. ‘Van waar ineen keer dat willen samen werken?’ ‘Het ziet er gewoon naar uit dat je het echt meent en ik heb niets beters te doen.’ ‘Dat ik mooi.’ Souta stond op en liep naar zijn kamer die voor vreemden ten strengste verboden toegang was. ‘Hey, waar ga je nou heen?’ Zonder antwoord liep Souta het kamertje in en sloeg de deur dicht. Nog geen blik mocht binnen dringen in de kamer. Mizore bleef naar de dichte deur staren. Ze kon geen grip krijgen op zijn gedrag. Het was duidelijk dat hij deed wat hij deed, zonder aandacht te schenken aan de wensen van een ander. Toen Souta weer terug kwam, had hij pen en papier in zijn handen. Hij liep naar de tafel waar de 2 mokken stonden met de gewenste drank erin. Hij legde een van de papieren voor haar neer en een voor zichzelf. Ook legde hij er een pen bij. ‘Ik wil dat de precies opschrijft wat er in je droom gebeurde. Dat doe ik ook, daarna kunnen we ze vergelijken en kijken of we overeenkomsten zien.’ ‘Dat is een goed idee, maar ik weet niet of ik me alles kan herinneren van die droom.’ ‘Probeer dan zo goed mogelijk, ik weet zeker dat je de belangrijkste dingen hebt onthouden. Bewust of onbewust, dat maakt niet uit.’ ‘Eh goed, dan probeer ik het gewoon.’ De verbazing van Mizore was nog steeds niet afgezakt. Het werd eerder steeds groter. Ze begon te schrijven en alsof alles van zelf ging, kon ze niet meer stoppen. Onbewust herinnerde ze zich elk detail nog en met haar tong voor een deel uit haar mond stekend schreef ze het blaadje vol tot beide kanten helemaal vol stonden. ‘Als je eenmaal begint kun je bijna niet meer stoppen hé?’ Hijgend van het schrijven en denken te gelijk gaf ze hem antwoord. ‘Ik weet niet wat me bezielde, maar alles ging vanzelf. Elk detail kwam uit mijn handen.’ ‘Je hebt zeker nog nooit zo iets opgeschreven hé?’ Vroeg hij aan haar terwijl hij erg klam zijn eigen blaadje vulde met letters. ‘Nee, dat heb ik niet. Toen ik kleiner was nog wel is, maar mijn ouders moesten daar niets van weten en waarom vertel ik jou dat?’ ‘Blijkbaar vertrouw je me meer dan je zelf denkt. Bovendien je moet niet schrijven voor een ander, maar voor jezelf.’ ‘Bij jou zijn wel heel veel dingen een moet.’ ‘Omdat ze er ook onder vallen.’ ‘Wat bedoel je?’ ‘Ik bedoel dat die dingen ook echt moeten. Er bestaat geen ‘mag’ in dat geval. Trouwens ben ook klaar dus we kunnen gaan bespreken.’ ‘Het verbaasd me dat ik zo goed met je overweg kan.’ ‘We zijn elkaars tegenstelling. Dus dat is logisch.’ ‘Elkaars tegenstelling?’ ‘Ja, maar dat leg ik je later nog wel uit. Eerst aan het werk. Gezellige gesprekken komen later wel.’ ‘Ook al zo van het werken. Oké we gaan aan het werk, maar hoe pakken we dit aan?’ ‘We lezen elkaars droom en dan kijken we of we wat zien dat overeen komt. En kijk breder.’ ‘Wat bedoel je? Je geeft me alleen maar vragen.’ Mizore keek hem vragend aan. ‘Jij moet minder vragen stellen en meer gaan denken. Doe nou maar gewoon wat ik zeg.’ Bang en verontwaardigd begin Mizore zijn droom te lezen. Ze wilde haar slaapplek niet kwijtraken alleen omdat ze haar mond niet kon houden. Dus hield ze zich stevig in, hoe moeilijk dit ook voor haar was. ‘Kijk is aan.’ Viel er in de stilte die er even was. ‘Wat?’ ‘Je leert snel.’ Souta glimlachte naar haar. Ze wist wat hij bedoelde en glimlachte terug. Na die ene glimlach sloeg haar hoofd op hol. ‘Ik glimlachte naar hem. Ik glimlach naar de jongen die ik een creep vond. Nee, dat vind ik nog steeds.’ De gedachten schoten door haar hoofd heen, ze begreep haar zelf niet meer. ‘Heb je hem al doorgelezen?’ Ze werd uit haar gedachten gerukt door de vraag die Souta haar stelde. ‘Huh? Ow, ja, bijna.’ Snel schoof ze het papier voor haar gezicht. Toen ze het echt verder begon te lezen had ze het gevoel dat ze als maar meer wilde weten. Ze zei geen woord. Pas wanneer ze alles had gelezen wat er te lezen valt over zijn droom sprak ze weer. ‘Het zal wel een erg heftige droom zijn geweest voor je.’ ‘Dat is het zeker, maar die van jou is ook niet bepaald gemakkelijk om mee te maken.’ ‘Klopt, maar heb je al iets gevonden wat ook in jouw droom voorkwam?’ ‘Nee, nog niet. Dat komt denk ik vooral omdat er bij jou veel meer bruikbare details zijn.’ ‘Dat is waar. Jouw droom laat het daarin nogal afweten.’ ‘Wacht even, jij weet waar je naar moet zoeken?’ ‘Ja, natuurlijk. Dat heb je me toch net uitgelegd?’ ‘Nee, nee, ik bedoel, je ziet echt een verhaal in mijn droom, toch?’ ‘Eh, ja, maar dat is toch normaal?’ ‘Voor jou is dat heel normaal, maar veel mensen kunnen dat dus niet. Het bewijst wel dat jij wel degelijk een gave hebt.’ ‘Ja, daar over, als we dit onderzocht hebben wil ik echt dat je me dat even uitlegt, want ik snap er helemaal niets van.’ ‘Dat is standaard bij iets nieuws. Ik zal je het uitleggen zodra we hebben wat we willen.’ Opnieuw was de stilte gekomen. Beide waren ze druk bezig met het vinden van antwoorden. Dit bleef een hele tijd hangen tot Mizore het antwoord vind dat ze zochten. Ze vond het verband tussen de twee dromen. ‘Ik heb het!’ Zei ze. ‘Echt?’ Souta was verbaas dat een nieuweling het eerder kon vinden dan dat hij dat deed. Eigenlijk was zijn trots er erg door geschaad. Ergens wist hij de kracht te vinden om door te zetten en zich niet laten afleiden van wat het doel is. ‘Je hebt het gevonden?’ ‘Ja. Als je het eenmaal weet is het helemaal niet meer zo moeilijk.’ Zei Mizore met een grote lach. ‘Vertel nou dan.’ Souta werd er ongeduldig van. ‘Het is al erg genoeg dat zij het eerder heeft gevonden dan ik.’ Dacht hij. ‘In jouw door komt een zwarte gedaante voor die aan een ketting hangt, toch?’ ‘ja, maar..’ ‘Hey, laat me uitpraten.’ Onderbrak ze hem. ‘Dat jongetje in mijn droom moet dat zwarte gedaante zijn. Je zei het zelf, Jij kan alleen horen en ik alleen zien. Daarom zag jij alleen een zwarte gedaante.’ ‘Jij ben slimmer dan ik dacht. Je hebt inderdaad de oplossing gevonden.’ ‘Dus de conclusie is dat er een klein jongetje in een inrichting zat en daar is gestorven.’ ‘En wij moeten heb gaan helpen. Alleen we hebben geen idee hoe.’ ‘Nou je kunt toch die vrienden van je vragen hoe en wat? Ze zitten naast je.’ Opeen viel Mizore stil. Ze kon niet geloven wat ze zag en zei. 2 gedaantes zaten naast Souta op de stoel tegenover haar. Het waren net mensen, maar dan veel lichter, alsof het sterren waren en er hing een zilveren draag uit hun borst. Het was kapot. Mizore vroeg zich af waarom de draad kapot was. ‘Mooi je ziet ze. Had ook niet verwacht dat je gave zulke snelle sprongen zou maken. Zeker omdat je ziel nog niet eens je lichaam heeft verlaten.’ ‘Wat houd dat precies in?’ Vroeg ze zonder haar blik van de gedaantes af te werpen. Ze zag hun lippen bewegen, maar ze hoorde niets. ‘Om het voor jou makkelijk te maken zou ik het simpel uitleggen. Bij de eerste keer zie je je eigenlijk lichaam van boven en kun je tijdelijk niet meer terug en word je na hoog uit een paar minuten weer terug gezogen naar je lichaam toe.’ Gaf hij als antwoord terwijl hij erg geconcentreerd de twee teksten nog is bestudeerde. ‘Dan heb ik dat denk ik dus wel al is gehad.’ Mizore keek omhoog naar het plafond met haar gedacht bij de middag waar ze op het gras in slaap viel. Voor een moment drong het Souta niet door wat ze eigenlijk zei. Toen haar woorden zijn bewust zijn raakte schoot hij uit zijn concentratie. ‘Je hebt het al wel gehad? Geen wonder dat je ze al kan zien. Hoe was het?’ Al zijn nieuwsgierigheid werd getrokken naar haar ervaringen in de wereld die hij nooit zou kunnen bereiken door zijn gemiste kunnen om zielen te zien. ‘Rustig aan. Zoveel is er niet gebeurd. Ik had niet eens het besef dat mijn ziel uit mijn lichaam was. Wist niet dat het mogelijk was.’ Ze keek heb aan met grote ogen die de waarheid uitstraalden die ze sprak. ‘Dat is echt jammer. Wil je het me alsjeblieft zeggen als je nog is uit je lichaam gaat met je ziel? Ik wil alles weten over die wereld.’ ‘Als het nog is gebeurd, natuurlijk, waarom niet?’ ‘’Dank je, je bent mijn held.’’ Zei hij op een kalme toon en ging verder met het bestuderen van de teksten. ‘Wat zeggen ze nou allemaal tegen je?’ ‘Wie?’ ‘Die vrienden van je die op de stoel zitten.’ ‘Ze hebben met elkaar een discussie, ik bemoei me daar niet mee.’ ‘Ow, oké. Souta?’ ‘Ja?’ ‘Waar ben je naar opzoek?’ Mizore merkte dat het gevoel dat ze hem raar vond steeds minder werd. ‘Souta. Wat gaan we nu doen?’ ‘Om te helpen moeten we naar de inrichting gaan en daar kijken welke oplossing de ziel nodig heeft om over te gaan.’ ‘Dat beloofd nog een heel avontuur.’ ‘Dan hoop ik maar dat je daar van houd, want morgen gaan we er heen.’ ‘Morgen al?’ ‘Ja, dus neem goed je rust, je kunt hier op de bank slapen. Het is tijd om naar bed te gaan.’ ‘Maar het is pas 6 uur?’ ‘Daar zou je hier aan moeten wennen. Soms slaap je bijna niet en soms heel erg veel. Zoals nu. Welterusten.’ Souta stond op en liep naar zijn slaap kamer. ‘Jij ook welterusten.’ Riep ze hem nog na, maar dat hoorde hij al niet meer. Ze ging liggen op de bank die ondanks dat hij vervallen was, wel erg zacht en comfortabel lag. Het grote kussen waar ze tegen aan leunde, gebruikte ze nu om op te slapen. ‘Ben toch niet moe.’ Dacht ze terwijl ze haar hoofd neerlegde. Door de rust en stilte begonnen haar ogen dicht te vallen en gaf ze toe aan de moeheid die het lopen haar had gegeven. Mizore sliep zo diep, dat ze niet merkte dat Souta nog even terug kwam om een deken over haar heen te leggen. Eindelijk had ze haar rust gevonden.


Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.