Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Overige » All the one shots » Avonduur

All the one shots

8 nov 2015 - 17:55

822

0

157



Avonduur

Robin Hood

Het vuur stootte een wolk van rood-gouden sterren de donkere hemel in. Het knappen van het vuur weerklonk door het dood stille bos. Het geluid werd gevolgd door gelach en gezang. Een heldere vrouwen stem zong;


“Hoor het zingen van het vuur.
In het geheimzinnig avonduur.
‘T zijn de vlammen die het zeggen.
Wees verheugd en toon je vreugd!”



Er klonk geklap en gejoel. Verrast door het plotselinge geluid bleef de jonge man staan. Hij luisterde even en sloop toen dichterbij. Hij knipperde even verbaasd met zijn ogen toen hij een prachtige vrouw zag staan. Ze droeg een rok in rode tinten en en was in vele laagjes, aan elke laag zaten sliertjes met belletjes die rinkelde als ze zich bewoog. Boven haar weelderige rok droeg ze een simpele blouse in herfsttinten en ze had haar lange donker rode krullen in een fleurige haarband die goed bij haar kleren paste. Ze droeg bijna geen sieraden, behalve een ketting met een Keltisch kruis eraan.
Iemand in de kring rond het vuur riep naar haar.
"Hé! Johanna! Zing nog eens iets!" De mooie jonge vrouw een meisje bijna nog, lachte en schudde haar lange krullen op haar rug en zong een liedje dat de verwonderde jongen niet verstond. Maar als betoverd door haar stem bleef hij stil staan luisteren. Er klonk nu een soort trommel bij het lied en even later kwam er een helder fluitje bij dat licht weerkaatste in het vuur. Een lange man met een grote baard kwam erbij zitten en pakte zijn viool en begon mee te spelen.
"Iedereen!" Riep de vrouw opeens, en het lied werd opnieuw aangeheven maar nu zong iedereen mee. Dit werd de jonge man te veel en sloop stilletjes weg door het doodstille bos.
Een paar mijlen verder, besloot hij dat het hier wel veilig was en liep naar een uitzonderlijk dikke boom. En terwijl hij naar zijn boomhut klom, zong hij zachtjes Johanna’s lied.

“Hoor het zingen van het vuur.
In het geheimzinnig avonduur.
‘T zijn de vlammen die ‘t zeggen.
Wees verheugd en toon je vreugd!”



Tevreden opende hij het luik, klauterde erdoor en sloot het weer. Tastend in het donker stak hij een kaars aan. Zacht licht verspreide zich door de kleine ruimte. Zacht neuriënd maakte de jonge man zich klaar om te gaan slapen. Hij rolde de deken uit over de dikke laag stro. Toen ineens klonk er heel zacht geklop op het luik. Als door een wesp gestoken draaide de man zich om, een mes in de aanslag. Langzaam en zacht liep hij naar het luik, opende het voorzichtig en zonder een enkel geluid. Hij zag een tas en twee verkleumde handen die het vast hadden. Toen herkende hij het en hielp de onbekende snel naar binnen. En sloot het luik onder zich. Toen draaide hij zich om en trok de jongen dicht tegen zich aan. Na een poosje bekeek de oudste van de twee de ander eens nauwkeurig. En begon toen zwijgend aan een tweede bed. Een kop warme thee en droge kleren. Pas toen hij klaar was en de kop dampende thee in de handen van de ander had geduwd sprak hij.
"Ik ben blij dat je nog leeft, broertje." De ander knikte en nam een slok.
"Maar wat brengt je hier?" vroeg hij na een lange stilte, waarin alleen het geslurp van de thee klonk.
Zijn metgezel zweeg even.
"In de stad loopt het uit de hand, ik ben met gevaar voor mijn eigen leven gevlucht." De kleinere jongen keek zijn grote broer aan.
"Kan ik bij jou blijven, Will?"
Will zuchtte even. Hij wou wel.
"Ik weet het niet, in hoeverre ben je in gevaar?" Zijn broertje keek hem wat verwonderd aan door zijn vraag.
"Ik ben vogelvrij verklaard." Zei hij toen wat aarzelend. Alsof hij niet zeker wist of het wel veilig was om dat te vertellen.
"Echt? Maar dan is het goed! Alleen ga ik morgen wel verder trekken, ik ga je nog niet zeggen hoe of wat, dat zie je dan wel, maar ik beloof je, ik beloof je je bent veilig bij mij." sprak Will opgetogen en vastberaden, en pakte de inmiddels lege kop thee van zijn broertje over.
"Kom nu gaan we slapen." Zei hij toen. En de jongens kropen onder de dekens, de jongste viel al snel in slaap, terwijl Will bij het zwakke licht van de kaars een korte brief schreef.

‘Beste Robin.

Alles loopt goed.
Ik kom morgen aan, ik heb net gezelschap gekregen van mijn broertje, Kid.
Hij is afgelopen week ergens vogelvrij verklaard.
De rest leg ik je wel uit als ik je zie.
Tot snel!
Will.
P.S. mocht het zo zijn dat ik morgen avond bij zon ondergang er nog niet ben of niks van heb laten horen, dan weet je de code.
Hb of ojfu bdiusob!
(Ga me niet achterna)



Hij floot heel zacht en door het kleine raam kwam een sneeuwwitte duif aan vliegen. Will bond de brief aan zijn potjes en liet het beestje gaan. Blies de kaars uit en kroop onder de dekens. Een rustige nacht tegemoet.


Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.