Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (1)

Home » Overige » All the one shots » Schiller's Freude

All the one shots

8 nov 2015 - 18:11

790

0

177



Schiller's Freude

Film: The Young Schiller

De kamer was benauwd. De regen kletterde hardnekkig op het dak.
Een jonge roodharige man zat aan een schrijvers tafel, al was er van de tafel niet veel meer te zien. Lege inktpotjes, geknakte veren, propjes en vellen papier verborgen de schroeiplekken die de stompjes kaarsen hadden bezorgd. De kleren van de jonge man zaten vol versleten vlekken en scheuren. Eens waren ze mooi en schoon geweest.
De maan liet zich die nacht niet zien. De rest van de kamer was op wat verloren spullen na leeg. Een wankele stapel boeken naast het bed deden dienst als nachtkastje. Een vol gaten stuk gaas was voor het raam gespannen. De man bivakkeerde in de meest goedkope kamer van de herberg. Al stapelde de schulden zich met de dag op.
Een kuch deed de jongeling op schrikken uit zijn uitvoerige activiteit, Schrijven.
Hij keek om en zag drie mannen staan. Drie generaties. Duidelijk elk met een eigen doel van hun komst.
"Een moment." Zei de roodharige. En schreef verder. Na een paar minuten draaide hij zich opnieuw om en stond op.
"Uben Friedrich Schiller?"Vroeg de netste van het drietal. De man knikte.
"Ja dat ben ik."
De man stapte naar voren en gaf de man twee brieven een zak en een buidel. "Met de groeten van de Hertog van Mannheim." Verkondigde hij met enige trots in zijn stem. Verbouwereerd opende Friederich de brieven, de eerste was de Hertog hemzelf en de andere van zijn moeder. Beide vervuld met trots, al was de toon niet te vergelijken. In de buidel zaten dertig goudstukken die van zijn moeder kwamen, uit de erfenis van zijn reeds overleden vader. In de zak van de hertog bleek niets anders te zitten dan alle afgenomen werken die hij in de tijd van de Academie. Friederich keek de man dankbaar aan.
"Bedankt u namens mij de Hertog en mijn moeder. Uit de grond van mijn diepste hart, ik ben ze beide veel dank verontschuldigt." De luitenant knikte vriendelijk en verliet met rechte rug de ruimte. Friederich keek hem peinzend na.
"Excuseert mij voor een ogenblik. Even wat noteren." De mannen knikten. Schiller pakte zijn veer doopte hem in de inkt en schreef een paar woorden op. Toen stond hij weer op en wenkte de tweede man. Een gezette man met een grote snor overhandigde hem een boek en een brief. Beide waren afkomstig van Katherina, zijn eerste en grote liefde, ze schreef hem dat ze goed was aangekomen in München en dat ze hem als dank voor alle goede zorgen dit boek schonk.
"Wacht, ik heb nog iets voor haar, terug eveneens als dank voor alles." sprak Friederich afwezig. De man nam de brief voor Katherina aan eveneens een klein boekje zonder titel. De mollige man boog en vertrok weer, zijn boodschap aan de mooie Katherina brengen. De laatste man en teven de jongste had de gehele tijd zijn kap op gehouden, pas toen de deur achter hem in het slot viel sloeg hij de kap van zijn verwarde zwarte haren af en schikte hem op zijn magere schouders.
"Iffland!" Riep Schiller uit, vreugdevol. De man glimlachte en knikte. Toen pakte hij uit zijn zak een enkele vel perkament. En gaf hem aan zijn opdracht gever voor zijn bron van inkomsten.
"Wat is dit?" Vroeg de rooie. En vouwde het papier open. Er luide geen verhaal of slecht nieuws. Enkel een trouwerij. Tussen Iffland en zijn minnaar. Schiller glimlachte en omhelsde de man.
"Maar natuurlijk kom ik!" Riep hij uit. Zijn gezicht straalde. Iffland straalde zo mogelijk nog harder.
"Dankje, Friederich! Dankje!"
De mannen spraken voor de avond af in de kroeg beneden hen om het te vieren. En Iffland vertrok. Schiller ruimde zijn spullen op en huppelde bijna de trap af en struinde de rest van de middag als een blij kind door de straten van de stad.
Zijn geluk was er weer!
En dit keer zou hij het zich niet laten afpakken!
Leben, Freiheit und Glück!!!


Ode an die Freude

O Freunde, nicht diese Töne!
Sondern laßt uns angenehmere anstimmen
Und freudenvollere!

Freude, schöner Götterfunken,
Tochter aus Elysium,
Wir betreten feuertrunken,
Himmlische, dein Heiligtum!
Deine Zauber binden wieder,
Was die Mode streng geteilt;
Alle Menschen werden Brüder,
Wo dein sanfter Flügel weilt.

Wem der große Wurf gelungen,
Eines Freundes Freund zu sein,
Wer ein holdes Weib errungen,
Mische seinen Jubel ein!
Ja, wer auch nur eine Seele
Sein nennt auf dem Erdenrund!
Und wer's nie gekonnt, der stehle
Weinend sich aus diesem Bund.

Freude trinken alle Wesen
An den Brüsten der Natur:
Alle Guten, alle Bösen
Folgen ihrer Rosenspur.
Küsse gab sie uns, und Reben,
Einen Freund, geprüft im Tod;
Wollust ward dem Wurm gegeben,
Und der Cherub steht vor Gott!

Froh, wie seine Sonnen fliegen
Durch des Himmels prächt'gen Plan,
Laufet, Brüder, eure Bahn,
Freudig, wie ein Held zum Siegen.

Seid umschlungen, Millionen,
Diesen Kuß der ganzen Welt!
Brüder! Über'm Sternenzelt
Muß ein lieber Vater wohnen.
Ihr stürzt nieder, Millionen?
Ahnest du den Schöpfer, Welt?
Such' ihn über'm Sternenzelt!
Über Sternen muß er wohnen.



Zijn dank was groot.


Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.